We willen over kleinere wegen naar het Noorden rijden dwars
door het mooie Andalusia. Ik rijd de camping uit en bij een bocht in de weg
hoor ik een klap. Geen idee wat het is, maar tijdens de rustpauze kom ik
erachter dat het trapje en tevens het laagste punt van de caravan een
behoorlijke opdonder gehad heeft. Het is helemaal verbogen, niet echt handig.
Dat wordt een reparatie klusje voor thuis. Als het hierbij blijft na zoveel
kilometers mogen we niet klagen.
Foutje |
Na een tijdje worden we op een rotonde staande gehouden door
de politie, met Usie in aanslag en even verderop een tweede agent met een
spijkerketting in zijn handen. Ze vragen waar we heen gaan en waar we vandaan
komen. Ik vind dit soort gedrag helemaal niets en kijk vol ontzag naar het
pistool.
Ik voel me niet echt lekker en vraag Fred verder te rijden.
Ik val meteen in slaap en wordt pas in de middag wakker. Dat was een flinke
tuk. Heb ik ook het mooie deel gemist en kan er weinig over zeggen. Waar we nu
rijden is het prachtig. Heel veel
olijfbomen staan in weilanden die zijn afgezet met stenen muurtjes. In
de weilanden staan veel jonge, vooral witte koeien. Na nog zo een uurtje rijden
vinden we een plekje langs de weg waar de caravan in past. Hij helt wel aardig
over als we de berm inrijden, maar krijgen hem toch recht. We worden
enthousiast begroet door de koeien, wat zijn ze mooi. Hun geklingel geeft wat
rustgevend al zijn ze harstikke schuw, maar hun nieuwsgierigheid is groot.
Echte stieren voor de arena. |
We genieten nog van het zonnetje onder het genot van een
pilsje. Dat was lang geleden. Sávonds tegen elf uur hoor ik een auto die stopt
naast de caravan, een diesel. Hij rijdt een stukje door en weer terug. Onze
gordijnen zijn dicht maar het licht schijnt er altijd wel doorheen. Ik gluur
door de gordijnen en zie een auto van de Guardia Civil. Oei, dat is spannend
want wildcamperen zal zeker niet toegestaan zijn en de volgende camping is
zeker 100 km ver weg.
En dat om elf uur. Fred zegt dapper ik stap uit, ik zeg
blijf zitten want we spreken geen spaans. Als hij ons moet hebben klopt hij
wel. En zowaar de auto vertrekt, maar ik heb de hele nacht toch niet echt
rustig geslapen, als is de politie nooit komen opdagen.
Toen Fred vanmorgen de caravan uit ons plekje wilde halen (achteruit)
weer een klap. Weer tegen het trapje. Hij lachen want nu is het weer bijna
rechtgebogen. Volgens mij niet echt de methode. De streek waar we doorheen
rijden is verlaten en niet toeristisch. Hele kleine witte dorpjes liggen te slapen in het heuvelachtige landschap.
De straatjes zijn smal en af en toe kom je een oudere bewoner tegen. We hebben
brood nodig en stoppen ergens in zo een dorpje om boodschappen te doen. De
vrouw biedt ons een foto tocht aan om vogels te zien. In dit gebied het
natuurpark de Monfragüe huist de arend, gier en zwarte ooievaar. Het idee is
aantrekkelijk de prijs 100 Euro niet.
De weg stijgt, beneden zien we de rivier boven de kale
rotsen waar de roofvogels gebruik maken van de thermiek. Het is puur en geeft
een oer gevoel. Ik geniet volop. We maken foto's maar ze zijn erg ver weg. In het park is een camping en wij strijken
hier neer. Mogelijk gaan we morgen hier een wandeling maken, alleen roept de
huisplicht ook. En we moeten nog best
ver. Laten we een en ander maar van het weer afhangen.
Hier een beschrijving van het park:
Nationaal Park Monfragüe
Monfragüe ligt ongeveer in het midden van de provincie
Cáceres, waar de rivieren de Taag en de Tiétar samenkomen. Het is het enige
Nationale Park van Extremadura, en heeft een oppervlakte van 18.118 ha.
beschermd gebied. Het Park en de directe omgeving, in totaal 116.151 ha. zijn
als Vogelrichtlijngebied (ZEPA) beschermd in het kader van het Natura2000
netwerk. De kern van het park wordt gevormd door verschillende aaneengesloten
en parallel lopende kleine bergruggen (“sierras”), die onderling verbonden
worden door de Tajo-rivier. De Tiétar en andere kleinere beken, slijten diepe
kloven uit, alvorens in de Tajo uit te monden, waardoor een spectaculair
samenspel ontstaat van rotskliffen waar zich een veelheid aan vogels bevindt.
Het water van genoemde rivieren wordt tegenwoordig opgestuwd door de stuwdammen
van Alcántara, Torrejón-Tajo en Torrejón-Tiétar. Ondanks dat het gebied niet
erg hoog ligt, hebben het grillige reliëf en de rivieren ervoor gezorgd dat de
mediterrane bossen en struwelen , die een heel hoge natuurwaarde hebben, goed
behouden zijn gebleven. Maar wat dit gebied werkelijk meerwaarde geeft is de
enorme oppervlakte aan “dehesas” (boomweides) die zich uitstrekken van noord
naar zuid door het Nationale Park, en die een ware voorraadkast vormen voor de
meest waardevolle vogels van Monfragüe om uit te eten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten