vrijdag 21 maart 2014

Twee dagen Sevilla, 18 en 19 Maart


We nemen de bus vanaf Dos Hermanas naar Sevilla. Een rit van een goed half uur. Bij het busstation worden we aangesproken door een kaartverkoper voor City Tours.  Een open bus met toeristen waarbij een bandje met koptelefoon uitleg geeft over de highlights van de stad. We laten ons twee kaartjes aansmeren, scheelt een hoop geloop. De loop-ervaring van de Poolse steden staan nog steeds in mijn geheugen geprint.

Moorse invloeden in de bouwstijl
 
De bus voert ons langs de verschillende wijken van Sevilla. Het centrum en de oude wijk Triana.  Het gedeelte waar de wereldtentoonstelling van 1992 heeft plaatsgevonden, met futuristische gebouwen. De pavillions zijn nu in gebruik als technocentrum met miljarden omzet per jaar en een universiteit. We rijden langs het oude klooster dat nu een ziekenhuis herbergt, de cathedraal en het koninklijk paleis. De Plaza del Torros waar de stierengevecht arena is, nog steeds actief tussen oktober en april. De stieren worden in het noorden van Andalusia voor het doel gekweekt. We hoppen op en af van de bus om rond te kijken, er is zoveel te zien in de oude straten. Prachtige etalages veel waaiers, die handgeschilderd zijn. Als lunch eten we paella in een klein restaurantje geserveerd met sangria. Heel gezellig. Er staat een kinderwagen met een baby die van de dochter van de baas is. Het kind krijgt bij iedere piep volop aandacht. Het is bloedheet buiten, rond de dertig graden.

Op de rivier Rio Guadalquivir wordt getraind door roeiers. Doordat dit gedeelte van de rivier 10 km lang is en alleen toegankelijk voor recreatief gebruik, trainen hier veel buitenlandse equipes voor wedstrijden. 

De rivier met aan het hek de liefdes-slotjes
 
Dit deel van de rivier is een afgeleide van de hoofdader en behoedt Sevilla tegen overstromingen. We besluiten nog een dagje Sevilla eraan te knopen omdat we alleen gesnuffeld hebben aan de stad.

 

We gaan nu met de auto en parkeren op een terrein vlak bij het Expo gedeelte waar grote winkels zijn zoals Decathlon en Carrefour. Decathlon is onze lievelingswinkel omdat je er allerlei sportbenodigdheden kunt kopen. De bidonhouder van mijn fiets is gebroken en ik vind er een in de outlet voor 1 euro. Verder wil ik een zeehengel hebben, die dienst kan doen als mast om ons routertje boven de caravan uit te tillen. Ook die vinden we in de outlet samen met een vis-molentje. Kan Fred ook nog vissen als we ergens aan zee staan.

Verder op de fiets en het is erg leuk door de kleine straatjes te fietsen. Sevilla heeft een witte fietsenplan. Overal staan fietsen die je kunt huren. Doet me denken aan de Veluwe. Verder liggen er mooie fietspaden, men is hier aan fietsers gewend.

We gaan eerst naar de catedraal, die enorm is en de rijkdom van Sevilla ten toon moest stellen. Hij hoort tot de drie grootste kerken van Europa en werd gebouwd van 1402 tot 1506. De kerk is bovenop de overblijfselen van de Almohad moskee gebouwd die in 1356 getroffen was door een aardbeving. Van de moskee was alleen de toren (minaret) over die bekend staat als de Giralda. In de cathedraal zijn meer dan vijfhonderd schilderijen te vinden uit de periode tussen de 16de eeuw en heden. 80 gebrandschilderde ramen van Vlaamse meesters, het kooraltaar, verschillende kapellen ter ere van koningen en heiligen. Het mausoleum van Chrisopher Columbus de ontdekker van Amerika.

de Giralda

 
 
De schatkamers met gouden en  zilveren sieraden en kerkelijke benodigdheden.  We slenteren door de cathedraal die indrukwekkend is. Niet het klatergoud van de Poolse kerken, meer ingetogen. Wat opvalt zijn de  smeedijzeren hekken die kapellen afsluiten. Ik vind dat ronduit lelijk.

Buiten fietsen we langs de metropol Parasol, heel futuristisch en drinken in de schaduw een heerlijk kopje koffie.

 
Daarna fietsten we verder naar de Plaza de Torres de la Real Maestranza om de arena met het bijbehorende museum te bekijken. De arena is afgebouwd in 1881 door Juan Talaverna. Er is een koninklijke loge uit 1765, met een speciale toegangsdeur. Het is een grote licht ovale arena waarvan het middengedeelte iets hoger ligt. Indien een vechter moet rennen voor zijn leven, heeft hij het voordeel dat hij snel weg kan schieten, terwijl de stier moet afremmen, omdat hij anders tegen de palissaden aanloopt. In de aangrenzende gebouwen zien we waar de paarden en de ezels gestald worden. De kleedkamers van de toreadores en de aangrenzende kapel voor het gebed voor de strijd. De scholing die ze moeten ondergaan. Diverse beelden van beroemde vechters en stieren. We krijgen uitleg hoe de stier gedood moet worden, niet door de lans tussen zijn horens te steken, maar tussen zijn nek-wervels op zijn schoft. Dit is veel moeilijker want dan moet de stier veel dichterbij de vechter komen. Er zijn meerdere toreadors gesneuveld en ook daarvan zijn relekwieen te vinden. Er hangen opgezette stierenkoppen van beroemde stieren. Van sommigen zijn de oren afgesneden als trofee voor de vechter en diens moed. Je merkt dat de gids een trouw aanhanger is van de sport want ze vertelt enthousiast. Ik vraag wat een kaartje kost en dat is tussen de 20 en 150 Euro afhankelijk van de plaats en of je tegen de zon in wilt kijken.
 


De koninklijke loge
 

Het was weer een volle dag. Morgen weer verder noordelijk.

 

 

 

 

1 opmerking: