Vandaag naar Veenhuizen geweest met een museum bus die voor
dit doel afgehuurd is. De bus is speciaal gebouwd op een vrachtwagen onderstel
als gevangenen vervoer. Hij is laag, je kunt
niet rechtop staan en als er onderling ruzie uitbreekt heb je minder kracht om
te slaan.
Ontstaansgeschiedenis
Vanaf 1818
bouwde de Maatschappij van
Weldadigheid enkele kolonies voor arme gezinnen en wezen in het
zuidwesten van Drenthe en in het noordwesten van Overijssel: Frederiksoord, Willemsoord
en Wilhelminaoord. De Maatschappij van Weldadigheid
sloot in 1823 een contract met de Nederlandse regering om
4.000 wezen, 1500 bedelaars en landlopers en 500 gezinnen op te nemen. Voor
bedelaars en landlopers werd in Ommerschans in Overijssel een (straf)kolonie opgericht. Voor de
te plaatsen kinderen werden in het Drentse Veenhuizen drie grote gestichten
gebouwd. Uiteindelijk werden in het Derde gesticht in Veenhuizen ook
bedelaars geplaatst. In 1843 werden de gestichten voor de wezen gesloten.
Van 1845 tot 1886 werden in Veenhuizen ook gerepatrieerden uit Nederlands-Indië
opgevangen die besmet waren met lepra.
In 1859
werden de bedelaarsgestichten Veenhuizen en Ommerschans overgenomen door de
rijksoverheid en omgevormd tot strafinrichtingen. Voor het gevangenispersoneel
werd er een klein dorp gebouwd, om de inrichtingen heen. In 1890
werd Ommerschans gesloten. Veenhuizen is als gevangenis blijven bestaan.
Tegenwoordig
zitten ongeveer 1.000 gedetineerden vast in de Veenhuizer gevangenissen Norgerhaven,
Esserheem
en Groot
Bankenbosch. Sinds 1981 is er vrije toegang tot het
dorp. Voor die tijd was het dorp verboden voor niet-gevangenispersoneel. Veel
bewaarderswoningen en enkele andere gebouwen zijn inmiddels verkocht, maar een
groot deel van Veenhuizen is tot op heden eigendom van de Staat (Rijksgebouwendienst).
De eerste indruk van de gevangenis is deprimerend. De
gebouwen doen somber aan. De gids verteld alles over vierendelen, radbraken en
andere martel praktijken. Als je de bijbehorende toestellen ziet, dan begrijp
je dat het leven voor een veroordeelde “misdadiger” geen pretje was. Als de executie
van de straf plaatsvond, was je verplicht te kijken, zodat het een afschrikwekkend
voorbeeld had.
De weeskinderen uit de eerste tijd van Veenhuizen kregen een
opleiding als boerenknecht of dienstmeisje Bij het bereiken van de 18 jarige leeftijd
moesten ze de inrichting verlaten, maar de kans op het vinden van werk was
minimaal als bekend werd dat ze in Veenhuizen waren opgegroeid.
Later toen Veenhuizen een gevangenis werd, is er veel
veranderd waarbij de gevangene meer rechten kreeg en zijn levensomstandigheden
in de cel verbeterd zijn. In het rode gebouw, waar lege cellen staan, is een
isoleercel en een bed waaraan je gekluisterd werd.
Op de bijbehorende terreinen zijn een katholieke en een
gereformeerde kerk. De woningen van de arbeiders zijn nu in particuliere
handen. Op iedere woning staat een leus, zoals: Werk en Bid, Inbraak en Misdaad, Werk doet Leven, en ga zo maar door. Ook rijden we het echte gevangenis terrein op, het valt op hoeveel auto's er op de parkeerplaats staan. m
Allemaal van het personeel wordt ons verteld. Al met al toch wel een leerzame dag.
Allemaal van het personeel wordt ons verteld. Al met al toch wel een leerzame dag.
S Ávonds zijn we getrakteerd door de NCC op een heerlijke
mihoen maaltijd. En nu is er voetbal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten