vrijdag 13 juni 2014

Veenhuizen


Vandaag naar Veenhuizen geweest met een museum bus die voor dit doel afgehuurd is. De bus is speciaal gebouwd op een vrachtwagen onderstel als gevangenen vervoer. Hij is laag,  je kunt niet rechtop staan en als er onderling ruzie uitbreekt heb je minder kracht om te slaan.

 Ontstaansgeschiedenis
Vanaf 1818 bouwde de Maatschappij van Weldadigheid enkele kolonies voor arme gezinnen en wezen in het zuidwesten van Drenthe en in het noordwesten van Overijssel: Frederiksoord, Willemsoord en Wilhelminaoord. De Maatschappij van Weldadigheid sloot in 1823 een contract met de Nederlandse regering om 4.000 wezen, 1500 bedelaars en landlopers en 500 gezinnen op te nemen. Voor bedelaars en landlopers werd in Ommerschans in Overijssel een (straf)kolonie opgericht. Voor de te plaatsen kinderen werden in het Drentse Veenhuizen drie grote gestichten gebouwd. Uiteindelijk werden in het Derde gesticht in Veenhuizen ook bedelaars geplaatst. In 1843 werden de gestichten voor de wezen gesloten. Van 1845 tot 1886 werden in Veenhuizen ook gerepatrieerden uit Nederlands-Indië opgevangen die besmet waren met lepra.

In 1859 werden de bedelaarsgestichten Veenhuizen en Ommerschans overgenomen door de rijksoverheid en omgevormd tot strafinrichtingen. Voor het gevangenispersoneel werd er een klein dorp gebouwd, om de inrichtingen heen. In 1890 werd Ommerschans gesloten. Veenhuizen is als gevangenis blijven bestaan.

Tegenwoordig zitten ongeveer 1.000 gedetineerden vast in de Veenhuizer gevangenissen Norgerhaven, Esserheem en Groot Bankenbosch. Sinds 1981 is er vrije toegang tot het dorp. Voor die tijd was het dorp verboden voor niet-gevangenispersoneel. Veel bewaarderswoningen en enkele andere gebouwen zijn inmiddels verkocht, maar een groot deel van Veenhuizen is tot op heden eigendom van de Staat (Rijksgebouwendienst).

De eerste indruk van de gevangenis is deprimerend. De gebouwen doen somber aan. De gids verteld alles over vierendelen, radbraken en andere martel praktijken. Als je de bijbehorende toestellen ziet, dan begrijp je dat het leven voor een veroordeelde “misdadiger” geen pretje was. Als de executie van de straf plaatsvond, was je verplicht te kijken, zodat het een afschrikwekkend voorbeeld had.

De weeskinderen uit  de eerste tijd van Veenhuizen kregen een opleiding als boerenknecht of dienstmeisje  Bij het bereiken van de 18 jarige leeftijd moesten ze de inrichting verlaten, maar de kans op het vinden van werk was minimaal als bekend werd dat ze in Veenhuizen waren opgegroeid.

 

Later toen Veenhuizen een gevangenis werd, is er veel veranderd waarbij de gevangene meer rechten kreeg en zijn levensomstandigheden in de cel verbeterd zijn. In het rode gebouw, waar lege cellen staan, is een isoleercel en een bed waaraan je gekluisterd werd.

Op de bijbehorende terreinen zijn een katholieke en een gereformeerde kerk. De woningen van de arbeiders zijn nu in particuliere handen. Op iedere woning staat een leus, zoals: Werk en Bid, Inbraak en Misdaad, Werk doet Leven, en ga zo maar door. Ook rijden we het echte gevangenis terrein op, het valt op hoeveel auto's er op de parkeerplaats staan. m
Allemaal van het personeel wordt ons verteld.  Al met al toch wel een leerzame dag.

S Ávonds zijn we getrakteerd door de NCC op een heerlijke mihoen maaltijd. En nu is er voetbal.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten