Vanuit ons mooie vrije plaatsje
teruggereden naar Lairg om via een kleinere weg langs Loch Shin te kunnen
rijden. We willen langs de Noordelijke Scotse Route 66 rijden om te genieten
van de zee en de kusten. Het gebied North-West Sutherland is nat en veenachtig.
Onderweg stoppen we een paar keer om een stukje te lopen of van het uitzicht te
genieten. Het weer is redelijk, de nachten koud, maar het waait hard met een
koude wind. We hebben behoefte aan brandstof, je vindt hier niet zo gemakkelijk
een tankstation als in Nederland. De eerst volgende pomp is in Durness.
In
onze ANWB navigator wordt het Balnakeil craftcenter en de Smoo cave bij Durness
aangeprezen als bezienswaardigheid. Daarom blijven we op de camping van Durness
staan. Als de caravan staat met zijn neus in de wind uitkijkend over zee en de
woeste golven is het een mooi plaatje.
We rijden meteen terug voor de pomp, die
eruit ziet als een 50ger jaren pomp. De zwengel ontbreekt nog net, maar goed er
komt benzine uit. Eerst een rij motorrijders voor laten gaan en dan mogen wij.
Hij staat tegenover de Spar(retje) waar we meteen onze boodschappen doen.
Na tafel lopen we het strand op. De zon
gaat onder, de kust is rotsachtig. Nog even een paar avond plaatjes schieten en
dan met een wijntje in de caravan nagenieten met een boek. Ik lees een roman
over de geschiedenis van Schotland en dat is best toepasselijk. Het geeft een
tijdsbeeld over Schotland tussen 1700 en 1800. Ik kan me goed voorstellen hoe
hard het leven toen geweest moet zijn. Het is leuk de plaatsnamen en de clan
namen uit het boek te herkennen op uithangborden of reklame opschriften. Mac
Kenzie, Fraser komen hier regelmatig voor.
De volgende dag naar het Craft Center. Dit
is gelokalisserd in oude betonnen leger barakken, die ze door middel van
grafitie een leuker aanzicht hebben proberen te geven. Er zit van alles, schilders,
pottenbakker, wevers, glaskunst en ga zo maar door. Het geheel heeft een hoog
huisvlijt gehalte en de betonnen barakken werken niet echt mee om het aanzien
te geven. Wel is er een chocolaterie waar we voor veel te veel geld een
heerlijke kop chocolademelk drinken. Dit was toeristische attractie nummer 1,
goed voor een vier op de schaal van 1-10. Dan maar naar Smoo-Cave.
De rivier heeft het kalksteen opgelost in
de rotsen en daardoor is er een grot ontstaan van 60m lang x 35m breed. Dit was
vroeger een schuilplaats voor de bevolking en nu een grote toeristische
attractie. Bussen met bejaarden stoppen er en we dalen met hen de trappen naar
de grot af. Inderdaad groots. Als we over een loopplank zo een 50 meter de grot
in lopen stroomt het water naar beneden. De rivier gaat via een bocht verder de
grot in. je kunt met een gids verder, maar de reviews op internet waren
wisselend we besluiten het niet te doen. Je denkt dat je de enige bent die naar
Schotland gaat, maar het aantal campers is talrijk en je komt ze allemaal tegen
op de camping.
De volgende dag vervolgen wij onze slingerende
route over de Noordring. De zeer smalle weg volgt de kust die grillig gevormd
is door de zee met diepe inhammen. Het lijkt op de fjorden van Noorwegen. Het
weer heeft zich hersteld, de zon schijnt volop. Met 17 a 18 graden is het uit
de wind heerlijk, maar nog steeds is de wind koud. In een dal op het
schiereiland Skerray langs de rivier de Borgie vinden we een mooi plekje op een
parkeerplaatsje. Honden bezitters lopen vanaf hier bij laagtij, het dal door
naar de zee. Heel netje nemen zij een poepzakje mee en gooien het weg in de
daarvoor bestemde container. Goed systeem is dat.
De heuvels van het dal zijn rijk begroeid
met Gaffeldoorn. Deze dichte struiken met hun gemene naalden staan volop in
bloei. De gele lipbloemige bloemen doen aan brem denken een rijk gezicht.
s’Avonds rijden we naar een kleine haven, er liggen hooguit vijf visserbootjes.
De kade ruikt naar vis, de fuiken liggen op de kade samen met meters opgerold
touw.
We
kijken uit over een eindeloze zee. Aan de andere kant wordt de baai begrensd
door hoge rotsen en daar lopen we nu heen. Via een moeizaam pad klimmen we de
rotsen op. Er bloeien paarse plantjes midden op de rotsen.
De zon zakt onder de horizon en tijd om naar huis te gaan. We vinden zowaar een drinkwater kraan bij de kade. Fred vult onze watertank, dan kunnen we nog een nachtje vrij kamperen.
Foto Fred Louwen |
De zon zakt onder de horizon en tijd om naar huis te gaan. We vinden zowaar een drinkwater kraan bij de kade. Fred vult onze watertank, dan kunnen we nog een nachtje vrij kamperen.
Ik wacht geduldig bij de auto, het in
inmiddels al erg laat en donker geworden. Opeens krijg ik een visioen dat er
ingebroken is bij de caravan. Uiteindelijk staat die onbeheert. Ik wil naar
Fred rijden om hem alvast met de tank op te halen en vergeet dat hij onze
voorraaddoos naast de auto heeft neergezet. Natuurlijk rijd ik er overheen en
het resultaat behalve een gebarst krat zijn platte dadels. Fred zag het
aankomen en had nog lopen schreeuwen, maar ja het was al te laat. Zijn eerste
reactie:”Nu is de voorraad weg” Nu ja dat valt reuze mee, maar hij is goed
kwaad. Jammer van het krat en de platte
dadels smaken ook op brood.
Nu ik het toch over brood heb, moet ik nog
vermelden dat Fred een trouw broodbakker geworden is. Dus naast de yoghurt die
hij altijd op vakantie maakt, is daar nu ook brood bijgekomen. Het Engelse
brood is niet te genieten en als je goed volkorenbrood ergens kunt vinden
vragen ze gerust 5 pond voor 300 gram. Vandaar.
We slapen heerlijk en na het gebruikelijke
ochtenritueel in en rond de caravan gaan we wandelen door het dal richting zee.
Het is heerlijk stil op deze zondag. Het strand is breed en overal zijn poelen
en kreken. Door het terugtrekkend water ontstaan er mooie figuren in het zand.
In de verte blaft een hond, boven ons
vliegt een roofvogel. Meeuwen halen behendig vis uit het water, het lijkt wel
een paradijs.
Voldaan keren we terug naar de kampeerplaats.
Tegen vijf uur komt er een camper tegenover ons staan. De radio schettert
keihard en de famillie Flodder komt naar buiten gestapt, met allemaal een
biertje in de hand of aan de mond. Stoeltjes staan buiten en er wordt druk
gediscussieerd. Jeminee wat een pech. Als tegen de avond de midgets weer de
overhand krijgen gaan ze naar binnen en keert de rust terug.
s’Ochtends vervolgen we onze weg richting
John o’Groats. We rijden Sutherland uit en komen in de streek Caithness. Het
landschap wordt vlakker, maar de kust stijler. Tijdens een koffiepauze krijg ik
het in mijn kop om over een vlakte naar de klif te lopen. Het lijkt dichtbij,
maar valt tegen vooral omdat de vlak uitziende begroeiing vol zit met kleine stroompjes en eigenlijk een grote veenkolonie is. We springen van heideveld
naar heideveld of heuveltje naar heuveltje.
Natuurlijk is een natte voet niet te voorkomen. Tussen het veen staan prachtige mossen en planten. Bij de klif is het uitzicht weer overweldigend. Een paar schapen staan ons dom aan te kijken, ze denken vast idiote mensen.
Natuurlijk is een natte voet niet te voorkomen. Tussen het veen staan prachtige mossen en planten. Bij de klif is het uitzicht weer overweldigend. Een paar schapen staan ons dom aan te kijken, ze denken vast idiote mensen.
Weer verder, de Orkney eilanden doemen
helder op in zee. Mooi gezicht is dat. Primair hadden we hier heen willen gaan,
maar de overtocht is dermate duur dat we ervan afzien. Ook zijn we geschrokken
van de horde toeristen die dit ondernemen, daar voelen we ons niet bij thuis. We
willen aan de andere kant van Schotland een boottocht maken om walvissen te
spotten. En natuurlijk de gebruikelijke puffins.
Bij het kasteel in Mey komen we te laat aan, want het sluit om vier uur. De tearoom is nog open en we genieten van een heerlijke cake met een kop thee. Het kasteel is lelijk, is onze opinie, aan de buitenkant. Ik kijk snel nog in de ommuurde tuin, maar van het stukje dat ik kan zien kom ik ook niet onder de indruk. Nee dan was Branklyn garden toch wel een heel mooie tuin.
Het valt op dat deze streek bekend is om
zijn melkproductie. Omdat het landschap vlak is, zijn er uitgebreide weilanden
waarop koeien grazen. Roodbont is geliefd en ook de bekende Schotse Highland koeien.
We komen zowaar langs een mega Lidl, gauw
nog fourageren, want ook onze voorraad is ingeslonken. Het assortiment is
hetzelfde als in Nederland. De groente niet zo idiooit duur als in de kleinere
winkeltjes, dus slaan we sla, tomaten en komkommer in en sinaasappels.
We hadden een plekje willen zoeken ergens
in het binnenland, maar dat lukt niet. Uiteindelijk kiezen we voor een camping
in Dunbeath. Hier blijven we een dagje staan, om de was te doen en ons te
herorienteren. What next?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten