donderdag 14 juli 2016

Campsite Faichemard Farm, 20 km van Fort William


We hebben twee nachten doorgebracht op een layby langs de weg van Broadfort naar Inverness bij een stuwmeer genaamd Loch Cluanie. We hadden dit plekje verleden jaar al ontdekt en aangetekend op de kaart. Het weer was zonnig en ik had geen zin om verder te rijden.


Ik begin al het autorijden zat te worden, want over 100 km doe je zeker twee uur, met de  caravan achter de auto. De wegen zijn smal en kronkelig. Af en toe moet je uitwijken op een single track road.  We stoppen af en toe voor koffie of om van het uitzicht te genieten.


Toen we vertrokken en net de caravan aangehaakt, brak de hendel van het neuswiel af. Gelukkig stond de caravan al op de trekhaak, want zonder neuswiel doe je niets. Dit is dikke pech en beiden hebben we de smoor in.
Een deel van de hendel blijft hangen in de contramoer, die ervoor zorgt dat het neuswiel wordt vastgezet. Met enig gewriemel kunnen we het neuswiel verwijderen, waardoor we kunnen rijden. Ondertussen zijn de midgets ook wakker geworden door het zonnetje. Ze zoemen lustig rond ons heen en kriebelen giga.
Vraag blijft echter, hoe haal je een caravan van 1700 kilo en met een neuswiel druk van meer dan 100 kilo van de trekhaak?
We besluiten naar een camping te rijden en van daaruit onze plannen te herzien. Als we de voorkant kunnen liften met behulp van een steen en een krik, is het misschien mogelijk de caravan los te koppelen.

Foto Fred

Als het zonnetje schijnt en het is koffie tijd, gaat Fred aan de slag om het resterend stukje schroefdraad te verwijderen. Hij boort twee gaatjes in de moer en met behulp van een schroevendraaier lukt het om vatting op het stukje te krijgen en het te verwijderen. Dat is alvast een opluchting.
We hopen ergens een stuk draadeind te kunnen kopen. Als je daar een moer opzet zijn we voorlopig gered en kunnen dan het neuswiel weer aandraaien.
Langs de weg ligt een kleine camping, alleen toegankelijk voor volwassenen.
Als we de camping zien,  spreekt de plek me bijzonder aan. Het is een oase van rust, zeer goed onderhouden, met terras gewijze plekjes. In een meertje bloeien de waterlelies.



Fred loopt naar de hooggelegen receptie en ik zoek driftig naar stenen of een stuk hout.
We leggen het probleem voor aan de jonge eigenaar, die zegt dat hij mogelijk wel iets heeft in de schuur van zijn vader.
De schuur is een kopie van de stal waarin Fred zijn rommel bewaard. Een bende zeer herkenbaar.
Tussen de doosjes, kapotte ventilators, stukken snoer, banden, oud ijzer, een halve verwarming en ander gereedschap vindt hij het draadeind en twee moeren. We zijn gered.
De bankschroef doet dienst om het draadeind om te buigen, zodat we ook een handvat hebben.
Een en ander is redelijk snel op maat gemaakt. Is dat een geluk bij een ongeluk. Wel moet er ooit een andere hendel gekocht worden, want dit draadeind heeft niet het eeuwige leven.
Ik vraag nog naar de midgets hier, want het is wel het gebied. De eigenaar vertelt, dat hij zeven vallen heeft staan van een Zweeds makelij. In de vallen zit een lokstof, de midgets worden ernaar toe gelokt en vervolgens gedood. Hij gebruikt de dode midgets in vetbollen om ze te voeren aan de vogels. Iedereen blij.
Vandaag naar Fort William gereden, dat zo een 25 km hiervandaan ligt. Ik had er meer van verwacht, omdat het een oude garnizoensplaats is. Het is een klein stadje, met een winkelstraat. In de winkelstraat veel euroshoppers en outlet stores. Het is ook overal hetzelfde. Verder waren er drie sportwinkels met 50% reductie. Ik koop er twee paar wandelsokken.

Na een kop koffie en de benodigde huishoudelijke boodschappen, rijden we weer terug.




We blijven nog een dag hier, morgen wordt regen verwacht. Daarna verder richting zuiden. We hebben ons plan bijgesteld, we blijven aan de west kant, want het regent in het hele land en deze kant kennen we niet. De oostkant hadden we op de heenweg al gedaan en ook in de voorafgaande jaren.

1 opmerking: