We hebben twee nachten doorgebracht op een
layby langs de weg van Broadfort naar Inverness bij een stuwmeer genaamd Loch
Cluanie. We hadden dit plekje verleden jaar al ontdekt en aangetekend op de
kaart. Het weer was zonnig en ik had geen zin om verder te rijden.
Ik begin al het autorijden zat te worden,
want over 100 km doe je zeker twee uur, met de
caravan achter de auto. De wegen zijn smal en kronkelig. Af en toe moet je
uitwijken op een single track road. We
stoppen af en toe voor koffie of om van het uitzicht te genieten.
Toen we vertrokken en net de caravan
aangehaakt, brak de hendel van het neuswiel af. Gelukkig stond de caravan al op
de trekhaak, want zonder neuswiel doe je niets. Dit is dikke pech en beiden
hebben we de smoor in.
Een deel van de hendel blijft hangen in de
contramoer, die ervoor zorgt dat het neuswiel wordt vastgezet. Met enig
gewriemel kunnen we het neuswiel verwijderen, waardoor we kunnen rijden. Ondertussen
zijn de midgets ook wakker geworden door het zonnetje. Ze zoemen lustig rond
ons heen en kriebelen giga.
Vraag blijft echter, hoe haal je een
caravan van 1700 kilo en met een neuswiel druk van meer dan 100 kilo van de
trekhaak?
We besluiten naar een camping te rijden en
van daaruit onze plannen te herzien. Als we de voorkant kunnen liften met
behulp van een steen en een krik, is het misschien mogelijk de caravan los te
koppelen.
Foto Fred |
Als het zonnetje schijnt en het is koffie
tijd, gaat Fred aan de slag om het resterend stukje schroefdraad te
verwijderen. Hij boort twee gaatjes in de moer en met behulp van een schroevendraaier
lukt het om vatting op het stukje te krijgen en het te verwijderen. Dat is
alvast een opluchting.
We hopen ergens een stuk draadeind te
kunnen kopen. Als je daar een moer opzet zijn we voorlopig gered en kunnen dan
het neuswiel weer aandraaien.
Langs de weg ligt een kleine camping,
alleen toegankelijk voor volwassenen.
Als we de camping zien, spreekt de plek me bijzonder aan. Het is een
oase van rust, zeer goed onderhouden, met terras gewijze plekjes. In een meertje bloeien de waterlelies.
Fred loopt naar de hooggelegen receptie en
ik zoek driftig naar stenen of een stuk hout.
We leggen het probleem voor aan de jonge
eigenaar, die zegt dat hij mogelijk wel iets heeft in de schuur van zijn vader.
De schuur is een kopie van de stal waarin
Fred zijn rommel bewaard. Een bende zeer herkenbaar.
Tussen de doosjes, kapotte ventilators,
stukken snoer, banden, oud ijzer, een halve verwarming en ander gereedschap
vindt hij het draadeind en twee moeren. We zijn gered.
De bankschroef doet dienst om het draadeind
om te buigen, zodat we ook een handvat hebben.
Een en ander is redelijk snel op maat
gemaakt. Is dat een geluk bij een ongeluk. Wel moet er ooit een andere hendel
gekocht worden, want dit draadeind heeft niet het eeuwige leven.
Ik vraag nog naar de midgets hier, want het
is wel het gebied. De eigenaar vertelt, dat hij zeven vallen heeft staan van
een Zweeds makelij. In de vallen zit een lokstof, de midgets worden ernaar toe
gelokt en vervolgens gedood. Hij gebruikt de dode midgets in vetbollen om ze te
voeren aan de vogels. Iedereen blij.
Vandaag naar Fort William gereden, dat zo
een 25 km hiervandaan ligt. Ik had er meer van verwacht, omdat het een oude
garnizoensplaats is. Het is een klein stadje, met een winkelstraat. In de
winkelstraat veel euroshoppers en outlet stores. Het is ook overal hetzelfde.
Verder waren er drie sportwinkels met 50% reductie. Ik koop er twee paar
wandelsokken.
Na een kop koffie en de benodigde
huishoudelijke boodschappen, rijden we weer terug.
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
BeantwoordenVerwijderen