We gaan rustig verder met onze
ontdekkingstocht over Uig. Uig bestaat uit drie delen, het Noorden met veel
weidegronden, het zuiden iets meer geaccidenteerd verbonden met Eriskay een
rotsberg en één rondweg. Het midden Benbecula is een eiland verbonden door
bruggen. Hier is het land laag, meren en lochen.
Er zijn op Uig veel weggetjes, die allemaal
richting zee lopen en waar een mooi landschap zich ontwikkeld. De bodem is nat,
veel veengrond. Het veen wordt gestoken en gedroogd en dient als verwarming van
de huizen. Bossen zijn er niet en je moet wat om te kunnen stoken. Het eiland
is arm, jonge mensen gaan naar het vaste land om te studeren en daar een
toekomst te creëren. In de meren zijn bloeien witte waterlelies. Uit de wortels
werd een zwarte kleurstof getrokken om de wol voor de Harristweet zwart te
kleuren. Het oogsten van die wortels was een gevaarlijke klus, omdat men niet
wist hoe diep het loch was en wat de onderstroom is. Aan de oost kant van het
eiland zijn bergen, waar geen weg doorheen gaat. Hier lopen ponneys rond, ze
doen aan shetlanders denken. Het zijn brutale rakkers. Ze bedelen bij het
raampje, een staat pontifikaal voor de auto. Ik geef hem toch een duwtje met de
bumper, verongelijkt gaat hij opzij.
Het regent en miezert de hele dag, ik ben
blij met mijn waterdichte jas. Als ik een diepe plas wil ontwijken door over
gras te lopen, zak ik diep weg in het
veen. Een goede zijkert is het resultaat en een aardig natte broek. Dat ik nat
ben, allah, maar hoe krijg je je schoenen weer droog als het zo regent? Eerst
maar naar huis gereden, want ik heb geen zin om met knetsnatte sokken en
schoenen door te lopen, zeker niet omdat het flink regent. Ik zet de schoenen
bovenop de ketel van onze boiler in de hoop dat ze drogen. Omdat het niet echt
opschiet, dan maar in de verwarmde oven. Dat werkt iets beter en morgen zien we
wel weer verder. Ik heb nog een paar hoge wandelschoenen bij me, daar red ik
het wel mee.
De volgende dag wordt het s’middags warm.
De wolken verdwijnen en de zon komt tevoorschijn. Hallelujah. We halen de
stoelen uit de auto en zitten buiten. Het is de eerste keer dat we buiten
kunnen eten. Rond zeven uur komen de wolken weer langzaam aandrijven. Dat
beloofd een prachtig avondrood boven zee.
Er
zijn zoveel vogels op het strand er is hier verder niemand. Prachtig is dat.
Onze boot naar Skye vertrekt op 9 juli om
kwart over vier, tijd genoeg om rustig
in te pakken en naar de haven te rijden. Het regent de hele dag en het houdt
voorlopig niet op. De wolken hangen laag, grijs en grauw. We zijn erg op tijd
bij de haven, de boot is er nog niet en we lopen Lochmaddy in. Het havenstadje
is klein. Er is een winkeltje, een cafee met internet, toerist information en
wat huizen. Rond de haven lopen mannen met gele hesjes voor de controle van de
kaartjes. Ze zeggen in welke rij je moet gaan staan en dan begint het wachten.
Omdat het nog steeds regent is een boek een welkome afleiding.
De overtocht is rustig. Het is een redelijk
grote boot, met een shop en koffie corner. Je kunt er whiskey en bier kopen. Ik
vraag me af wie daar behoeft aan heeft als je nog moet rijden.
Wij weten dat bij de haven in Uig, onze
aankomstplaats, een camping is. Omdat het al na zes uur is besluiten we de
nacht daar door te brengen. Verder wil ik gebruik maken van de wasmachine en
droger.
De eigenaar herkent ons van vorig jaar en
is helemaal verliefd op een Airstream.
Afrekenen gaat contant zonder bon.
Fred komt erachter dat we te weinig cash geld hebben we missen twee
pond. De campinghouder vertelt dat er bij de pomp een pinautomaat is. Nadat de
caravan staat rijden we erheen, we moeten toch tanken. Helaas heeft de
cashmachine geen geld meer en de juffrouw van het bijbehorende winkeltje
weigert om extra geld te pinnen. Wat nu? We stoppen bij het restaurant en ook
hier nul op het request. Schoorvoetend en opgelaten naar de campingbaas, die
niet eens verbaasd is, dat er geen geld in de automaat is. Kom volgend jaar
maar betalen als jullie weer hier zijn, is zijn antwoord.
Ook de wasmachine en de droger zijn nu
buiten ons bereik, maar het zou morgen mooi weer worden volgens de eigenaar.
Als we vroeg opstaan, kunnen we zelf wassen en omdat we toch niet ver rijden,
het buiten laten drogen. Dus draai ik vier wassen in ons miniwasmachientje, dat
alles erg goed schoon krijgt. Fred spoelt alles uit. Ik hang alles aan
hangertjes en dan verder inpakken en wegwezen. Maar vertrouw nooit het Schotse
weer, want het is nu al de hele dag nat. De was hangt nu in de caravan te
drogen boven de ventilatie gleuven van de kachel. Het dak open voor het vocht.
Eigenlijk hadden we nog iets langer op Skye willen blijven, maar als het blijft
regenen is daar weinig lol aan te beleven.
We hadden een plekje op de kaart
uitgezocht, maar die voldoet niet aan onze verwachtingen. Was is wijsheid, veel
campings zijn hier niet. Doorrijden dus over de enige hoofdweg die Skye rijk
is. Uiteindelijk vinden we een plaatsje op een parkeerplaatsje aan een zeearm,
maar wel langs de weg. Na half negen is die helemaal verlaten. Het valt op dat
hier veel meer toerisme is. Mensen springen uit de auto en maken een foto met
hun smartphone en rijden weer verder. Ik vermoed dat ze niet eens weten waar ze
zijn.
Bij de winkel in Broadfort is er een WiFi signaal
en we zien dat het weer aan deze kant van Schotland slecht blijft. Veeeeeel
regen en daarom nu spontaan de beslissing genomen naar de overkant te rijden, richting
Edinburgh. Het is heerlijk onafhankelijk te zijn en je plannen ter plaatse aan
te kunnen passen. Misschien hangen we wel nog een tijdje in het binnenland
rond, wie weet. Onze slogan: Niets zo veranderlijk als twee pensionados met een
Airstream komt weer eens uit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten