vrijdag 20 oktober 2017

Nog steeds in Beieren.


De blaadjes blijven vallen. Er ligt een dik tapijt rond de caravan. De bomen worden kaler. Dennenbomen zijn versierd met bladeren ipv sneeuw. Het weer blijft goed, de temperatuur loopt tot 20 graden op.





Een fotografische app vermeld, dat de melkweg te zien moet zijn boven aan de bergen. Sterren heb ik rond de caravan ook gezien, maar er is hier lichtvervuiling. Wij eten tussen de middag warm en gaan beladen met broodjes, drinken en iets lekkers op weg naar de Steinklamm. Daar is een stuuwmeer, waar we avond foto’s willen maken. Er zijn geen open plekken in het bos, maar mogelijk kunnen we hier de nacht zien.
Het wordt donkerder en de zon zakt gestadig achter de horizon.





 Toen we weg gingen heb ik, op het  laatste moment, een zaklantaarn meegenomen.
Dat is werkelijk onze redding geweest, stom als we zijn. Nu loop ik een beetje vooruit op mijn verhaal. Het wordt kouder, de broodjes zijn op, het is nog niet echt donker. “Laten we vast gaan lopen” zeg ik, uiteindelijk is het nog drie kilometer naar de auto.
De weg is bewegwijzerd met een forel, die we volop zien in de beken waar we langs komen. Met de bewegwijzering hebben we minder geluk.

 In de duisternis volgen we onze route. Het wandelpad is niet mooi aangeharkt, maar een bospad vol boomstronken. Er was aangegeven dat het niet geschikt is voor rolstoelen en kinderwagens. Nu dat klopt. De  zaklantaarn gaat aan, om niet te struikelen. Het wordt aardedonker. De zaklantaarn veranderd in een heel klein lichtje. Je ziet letterlijk geen hand voor je ogen.
In mijn fototas heb ik een LED lichtje, dat ik ook gebruik voor het uitlichten van objecten.
Ik weet dat die opgeladen is dus die er ook bij gehaald. Dat geeft een bak licht, hoe lang houdt die het uit?

Zo donker met zaklantaarn.

Het pad veranderd in grote rotsen, onze telefoon geeft meermale uitkomst waar we ongeveer moeten zitten. Soms zien we een aanwijzing, alleen niet het forellen bordje. Wat is het donker. Ik zing vrolijk - ik ben niet bang voor de boze wolf-, maar je zult er maar eentje, die hongerig is, tegen komen.
We klauteren over rotsen, langs een beek die ruist in de diepte. Af en toe langs de kant die aardig stijl is. Ik stap in een gat en ja hoor, lekker op mijn knie. Later blijkt mijn knie behoorlijk open te liggen. We moeten gewoon verder, in het bos blijven, ook al hebben we een kleed bij ons, is geen optie. Als onze lichten het maar uithouden. Je zou het een surfival tocht kunnen noemen in optima forma. Geen idee hebben waar je in hemelsnaam bent, geen hand voor ogen kunnen zien, totale stilte om je heen. Ver boven de bomen de sterrenhemel, die we maar vergeten. Ze noemen dit de Romantische Strasse, nu dat zal wel bij daglicht, maar niet in het pikkedonker. Ofschoon Fred opmerkt we hebben toch een deken bij ons!


De Lume cube gaf meer licht



Twee en een half uur later vinden we de auto. Dit was het avontuur weer voor deze week. Wordt vervolgd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten