maandag 31 maart 2014

Van Frankrijk door België


Een bijzondere vrachtwagen, de andere kant is nog mooier, maar er stond helaas een boom.

Lunch time op de parkeerplaats.
Hadden we eerst nog op de camping willen blijven om te fietsen maar 's ochtends waait het hard. Dus niets zo veranderlijk als de mens, laten we dan maar weg gaan naar ons doel Epernay in de Champagne. Ik heb hier goede herinneringen aan, door ooit een lang gezellig weekend door te brengen met collega’s.  Ik wilde Fred graag de streek laten zien en misschien een champagne cave bezoeken. Moët et Chandon zit hier bijvoorbeeld.

Onderweg stoppen we om de benen te strekken bij een kasteel in Motte-Tilly gebouwd in 1754. We willen even door de tuin lopen, maar worden tegengehouden door een suppost. Nu ja dan maar niet. Voor het kasteel staan Harly motoren een leuk anachronisme.


 

 Halverwege onze route zou een camping zijn, die natuurlijk weer niet open is, dus uiteindelijk op een doodlopende weg de caravan gepoot. Aan een kant liep de weg, we stonden achter een wal. En als de deur op slot is zitten we lekker in onze eigen kleine wereld.
 

Vroeg opgestaan om verder te gaan. We zien de heuvels met de kale wijnstokken verschijnen. Het is een prachtig landschap. Speenkruid in de bermen, veel brem en koozaad in bloei. Groen. In Epernay aangekomen gezocht naar de camping Municipal, die volgens de gids open is. Als we het terrein opdraaien, waarbij de caravan half over de weg steekt, blijkt en een slagboom te staan met FERMÉ. Ben je mooi klaar mee om vijf uur s’middags. Goede raad is duur, toch maar verder gereden richting huis. We draaien ergens af van de doorgaande route en komen terecht in een piepklein dorpje genaamd Germaine. Het ligt tegen de heuvels langs de Marne. Hier is in de eerste wereldoorlog gevochten, overal zijn oorlogsmonumenten. Doordat we een verkeerde afslag nemen komen we op een parkeerplaatst tegen de bosrand terecht, we besluiten al snel, dat dit ons nachtplekje wordt. Veel water hebben we niet meer, maar een korte wandeling leert ons dat er bergstroompjes zijn en midden in het dorp een pomp. Dus water is geregeld en de overnachting ook. De bakker is dichtbij, croissants voor de ochtend verzekerd. De champagne tour reserveren  we voor later in het jaar, mogelijk het najaar.
Weer een vrij plekje in Germaine

 
 
De Pomp
 

Vanuit Germaine richting huis. Rond drie uur houden we het voor gezien, ik heb vannacht niet lekker geslapen. Veel gedroomd over verleden en toekomst. Vandaag is het de sterfdag van mijn vader, dat hield me ook bezig.
Franse dorpjes, zo leuk en pittoresk.
 

We staan nu op een Belgische camping. Die zijn wezenlijk anders dan de Franse campings. Hier veel stacaravans en vaste plekken, vaak weinig passanten. We maken een praatje met de eigenaar en mogen voor de speciale prijs van 15€ overnachten, dit alles zonder stroom en Wifi. Het is maar wat je een speciale prijs noemt, meestal zijn we minder kwijt. Maar de zon schijnt en we gaan lekker op onze stoeltjes zitten en buiten genieten. We besluiten uit te gaan eten in de geest van papa. Dus lekker, meteen goed glas wijn en niet kijkend op de prijs. We strijken neer in Le Cheval Blanc. Het restaurant ziet er gezellig uit. Ze doen hun best, maar ik vind het de prijs niet waard. Maar goed we hebben gegeten en de afwas is gedaan.

Morgen hopen we thuis te zijn, het is nog een dikke 350 km, tenzij we ergens blijven plakken. Je weet maar nooit, want niets zo veranderlijk als Twee pensionados met een Airstream.  
 
 

 

 

vrijdag 28 maart 2014

Cognac la Foret


Gisteren zijn we gekomen tot bij Limoge. We strijken neer op Camping des Alouettes in Cognac la Foret. De camping is eigenlijk gesloten, maar de Nederlands eigenaar heeft geen bezwaar tegen het feit dat we gebruik maken van de camping. Hij heeft water en electra en internet. Dus zijn we meer dan tevreden. De eigenaar is 8 jaar geleden hierheen verhuisd vanuit Brabant. Hij werkte in de bouw en was de dagelijkse files zat.  

De camping is een plaatje en ligt in de Limousine. Er is een groot zwembad bij. De plaatsen zijn ruim. In de zomer is het aardig vol. Sanitair uitstekend.

Gisteren was het nog knap koud, maar vandaag schijnt de zon. Dat nodigt uit tot fietsen door de streek. Er is ons aangeraden bij La Mandoline in het dorp  te lunchen. Die hebben een dagmenue. Nu dat was een super idee. We begonnen met een salade van lauw warme worst en spek. Toen een fantastische steak met frites, vervolgens vier soorten kaas, een chocolade taart toe, samen met koffie. Dit alles met een heerlijke lokale wijn voor de meer dan goedkope prijs van 13 Euro per persoon. Ik heb zitten rekenen hoe dit mogelijk is, waarschijnlijk alleen door op bestek te bezuinigen.

 
Het was werkelijk heerlijk en daarna met de alcohol in de benen gaan fietsen. Dat voelt  zwaar. Het is hier aardig heuvelachtig en heel mooi. De tocht zou 26 km zijn maar zoals te doen gebruikelijk verdwalen we weer eens. De accu van mijn fiets was al zo goed als leeg dus dat werd ouderwets trappen. Dat is niet zo erg, alleen komen de fietsjes dan echt versnellingen te kort op de heuvels. Dus lopen en zweten. Na een uur fietsen was ik het alcohol gevoel  kwijt. Het geeft weer een good feeling want de afgelopen maanden ben ik aardig aangekomen. Krijg je van een lui Airstream leven.

Wat mot je???
 
Prachtige koeien
 

Nog 900 kilometers te gaan naar huis. We zien wel of we hier nog een dagje blijven of terug gaan. We willen via Reims over Luik terug. Kunnen we Parijs links laten liggen.

donderdag 27 maart 2014

van Spanje naar Frankrijk


We laten het Nationale park bij Plasencia achter ons om onze tocht over naar huis te voltooien. Het weer is bar slecht en het regent.

We nemen de route nationale via de N 110. Het zou een mooie route moeten zijn met de bloei van de kersenbloesem. We zien wel wat bloesem, maar alles is nog pril. Het doet denken aan de Marokkaanse amandel bloesem met de bomen op terrassen tegen de bergen. Als ik dan denk aan de volle bloesem thuis dan is dit een slap aftreksel.

Op de kaart bij Villacastin staat een camping aangegeven maar het is een vakantiepark. We zetten de caravan neer op een parkeerveld. Het is verhard en hoort bij een vakantiehuisjes park. Er zijn heel veel brievenbussen en containers en een voetbalveldje. In het technische huisje naast ons zijn kippen, die s óchtends vrolijk kraaien. Zijn we mooi op tijd wakker, ook al omdat de vuilniswagen langskomt om alle bakken te legen.


 
 
Vandaag gaan we de Pyreneeën echt over. We komen sneeuw op de bergen tegen en viezigheid.
 
 
 
Af en toe een waterig zonnetje.  We vinden een zeer natte camping van een alleenstaande dame op een hoge berg. De camping ligt op een wonderschoon plekje en kijkt uit over het dal, alleen het water staat erg hoog op het terrein. De inloop van de caravan veranderd door de continue regen in een modderpoel. Onze schoenen zijn niet meer droog. Brrrrr gewoon vies. Helaas nog steeds geen internet. Onze gasvoorraad is ook erg geslonken. De laatste fles uit Marokko is aan zijn eind en met deze lage temperaturen wil butaan de fles niet uitkomen. Dat resulteert in een slecht werkende verwarming.
De volgende dag  kopen we een Franse gasfles met propaan. Dat is dan fles nummer vier, die we bij ons hebben, een groot volume. Als het Marokkaanse butaan helemaal op is laten we deze fles in ieder geval achter, want niemand wil zo een oud baggel hebben. Scheelt weer ruimte in de auto.

De volgende dag verder richting de Pyreneeën. Op het nieuws hadden we al gezien dat een groot regen gebied over de zuidkant van Frankrijk trekt.   Dus het is gewoon niet lekker, maar in Nederland ook niet. Dat is niet bepaald motiverend en dan heb je meer zin om de zon weer op te zoeken. In de Pyreneeën ligt nog sneeuw en de temperatuur is laag. Samen met een nat wegdek niet echt lekker rijden.

 
Omdat we er de voorkeur aan geven om vrij te camperen gaan we tegen vier uur een plekje zoeken. We nemen een weg rechts en komen langs een zeer oud romijns kerkje. Maar oei wat is de weg stijl en smal. Al verder rijdend langs wat huizen vinden we geen geschikt plekje, maar wel een super mooi uitzicht. Omdat de weg doodloopt zit er niets anders op dan  om te keren. Het is aardig smal en best lastig. Met een keer of vier steken lukt het uiteindelijk wel al hing de caravan gevaarlijk over de rand van een greppel. Dan is de combinatie toch wel groot. Uiteindelijk vinden we een totaal verregende camping. We hadden een lekker biertje gescoord  en daar doen we het mee. Verder hebben we nu ook tv, dus kunnen het laatste nieuws uit Nederland volgen en de avond doorbrengen met een filmpje.

Weer verder, richting Dordogne. We horen dat er in de buurt een LPG station is. Dus de moeite van een omweg waard om de gasfles te vullen.

Als Fred de fles wil vullen stroomt er geen gas. Een vrouw komt zeggen dat het verboden is flessen te vullen. Fred wijst op de speciale veiligheisdflessen die wij gebruiken, maar daar heeft ze niets mee te maken. Ik heb Fred zelden zo boos gezien, wat ging die uit zijn dak. Het arme mens was helemaal ontdaan, maar deed waarschijnlijk alleen hetgeen haar superieuren hebben opgedragen.

Er schijnt een camping te zijn in Duran zo een 20 km verder. De streek is bekend is om zijn witte wijn de Sancerre.  Bij Duran heb je de mogelijkheid het chateau te bezoeken. Bij het chateau blijkt een camperplaats te zijn en omdat er toch niemand is, zetten we hier de caravan neer. Wettelijk gezien mag het niet want we zijn een recreatie middel en geen vervoer middel. Maar we doen gewoon of ons neus bloed. In het bijgelegen dorpje kopen we een lekker stuk kalfsvlees.  De kwaliteit is super en samen met een heerlijk glaasje rode wijn hebben we het weer erg voor elkaar..... Nu maar hopen dat het weer echt beter wordt.
Uitzicht vanuit de camperplaats richting dal.
 

De laatste drie reisdagen leggen we zo een dikke 200 km per dag af. Natuurlijk is dat niet veel, maar we zijn nooit voor tien uur weg na een rustig ontbijt. Dan gaan we onderweg koffie drinken en ook nog lunchen en een boodschapje doen. We rijden niet echt snel, meestal rond de 80 km, om de benzine consumptie  te beperken in de bergen. En als je dan ook nog niet de snelwegen neemt en de binnenlanden ben je behoorlijk lang onderweg. Maar je ziet dan wel een stukje meer authentiek Frankrijk of Spanje.

zaterdag 22 maart 2014

Nogmaals Park Nationale de Monfragüe

Gisteravond kwam Fred thuis met de mededeling, dat hij een tocht met een gids geboekt had voor het park. Ik vroeg wat gaan we zien? Wist hij niet. Moeten we brood mee, hoe lang blijven we weg? Wist hij niet, totale verassing. We moesten om half tien bij de receptie zijn, dat wist hij wel.

Vanmorgen stond een vriendelijke jongeman ons op te wachten met een Nissan Pathfinder.  Samen met vier andere gasten werden we ingeladen voor de tocht door het park.

Hij vertelt ons veel over het park. Het is ooit volledig beplant geweest met eucaliptus bomen voor de papier industrie. Die ontrokken veel water aan de bodem en na protest van milieu organisties in de 80- er jaren, werd tot de kap van de bomen besloten. De grond die erg arm is, werd met wat struiken beplant die goed aansloegen. Hierdoor werd corrosie voorkomen. Door de komst van de stuwdam, werd een gunstiger ecoklimaat gecreeerd en struiken sloegen aan. De originele kurkeik bomen bleven gespaard voor de kap. Ze worden nog steeds geexploiteerd voor kurken. Hij laat het verschil in kwaliteit van de kurk zien en daaraan gekoppelt de prijs. Een namaak kurk is stukken goedkoper.   Sinds enige jaren is er begonnen met de aanplant van originele mediteranen bomen. Overal in het landschap zie je plantstokken staan. Je ziet duidelijk verschil in beplanting aan de zuidzijde en de noordzijde van de bergen. De noordzijde heeft veel grotere bomen met grote bladeren voor de fotosynthese.  Aan de zuidzijde staan meer struikvormen zoals viburnum tinus, lavendel soorten, salvia’s, grassen.   Op de berg vind ik een klein soort iris in bloei staan. Ook prachtige madelief velden, hondsdraf en iets rood, waarvan ik nu op de naam niet kan komen.

 
Het park huisvest veel vogels. De zwarte ooievaar, de vale gier, de witte gier, de monniksgier, de spaanse adelaar, maar ook zoogdieren, zoals herten, ezels, runderen,  muizen, otters, ratten en alles wat de grote roofvogels als voedsel kunnen gebruiken.  Er zijn zwaluwen, uilen, roodborsten en de koekoek.  Hij vertelt over het feit dat de koekoek zijn eieren in andermans nest legt. Omdat meestal het koekoeksei eerder uitkomt gooit het jong de originele eieren overboord. In een enkel geval herkennen de ouders het ei niet en dan wordt het ei gedumpd. Dit alles lijkt me een soort draagmoederschap van de natuur, want de koekoek heeft nooit de zorg over het broeden van een ei en het bouwen van een nest.

Nest zwarte ooievaar

Ik laat mijn veren drogen

 
Onze gids wijst ons op nesten in de rotsen. We zien een nest van zwarte ooievaars, een nest gieren, een van de uil. Eerst zie je helemaal niets, maar door de sterke kijker die hij bij zich heeft wordt alles meer duidelijk. We proberen foto’s te maken, maar vaak is de afstand groot en mijn zoomlens te klein.

De gids vertelt verder over de slangen die voorkomen. Alleen de adder is giftig te herkennen aan zijn korte staart, zijn driehoekige kop en zijn spleetachtige ogen. Ongeveer 100 personen worden door een beet getroffen per jaar, meestal jongeren die de beesten sarren. Daarvan hebben er 10 ernstige gevolgen door een allergische reactie.


 

De gids is een echte vogelliefhebber en spot de beesten heel snel. Het is waarschijnlijk de manier waarop hij naar de natuur kijkt. Hij wijst op gieren die met weide vleugels op de berg staan om de veren te laten drogen. Het had vannacht geregend.  De spanwijdte van de gieren varieert tussen de 1.90 en 1,20. Ze wegen daarintegen tussen de 1,5 en max 6 kilo. Flinke beesten, maar door de holle botstructuur erg licht.

Bij een parkeerplaats zien we een vos. Het beest is gewend aan mensen waarschijnlijk omdat hij gevoed wordt door de toeristen. Ik heb mijn cameratas open staan, onverwachts springt hij tegen me op. Waarschijnlijk omdat hij denkt dat de sluiting eetbaar is. Dat kom je in Nederland toch niet tegen.
 

Op de terugweg tapt de gids nog wat moppen. Een is wel leuk.

Een dronken chauffeur wordt aangehouden door de Guardia Civil. Hij denkt shit ik ben straks mijn rijbewijs kwijt en geeft de politie 50 euro. Hij mag doorrijden.  Na een paar meter wordt hij weer aangehouden. Weer maakt hij een deal met de politie en betaald 50 euro. Na nog eens een paar meter wordt hij wéér aangehouden. Hij vraagt aan de politie, hoe kan dit staan jullie overal?

Zegt de politie: of je betaalt ieder keer 50 Euro als je wordt aangehouden of je betaald in een keer 500 Euro en dan wijs ik je de uitgang van de rotonde.

Tegen twee uur zijn we weer thuis. Vol met indrukken. Ik wil nog graag naar het kasteel dat hoog in het park ligt. Na de thee trekken we er nogmaals op uit. Het licht is nu veel mooier dan in de ochtend. We laten de auto onderaan de berg staan en klimmen de laatste twee kilometer naar boven. Dat valt goed tegen zo stijl is het en warm. Vanaf de top heb je een prachtig uitzicht. De vogels zie je soms heel dichtbij.  We herkennen de nesten  van de gieren nu zelf.

 

 

 

 

 

 

 

 

vrijdag 21 maart 2014

Dwars door Andalusia en Extremadura


We willen over kleinere wegen naar het Noorden rijden dwars door het mooie Andalusia. Ik rijd de camping uit en bij een bocht in de weg hoor ik een klap. Geen idee wat het is, maar tijdens de rustpauze kom ik erachter dat het trapje en tevens het laagste punt van de caravan een behoorlijke opdonder gehad heeft. Het is helemaal verbogen, niet echt handig. Dat wordt een reparatie klusje voor thuis. Als het hierbij blijft na zoveel kilometers mogen we niet klagen.



Foutje
Na een tijdje worden we op een rotonde staande gehouden door de politie, met Usie in aanslag en even verderop een tweede agent met een spijkerketting in zijn handen. Ze vragen waar we heen gaan en waar we vandaan komen. Ik vind dit soort gedrag helemaal niets en kijk vol ontzag naar het pistool.

Ik voel me niet echt lekker en vraag Fred verder te rijden. Ik val meteen in slaap en wordt pas in de middag wakker. Dat was een flinke tuk. Heb ik ook het mooie deel gemist en kan er weinig over zeggen. Waar we nu rijden is het prachtig. Heel veel  olijfbomen staan in weilanden die zijn afgezet met stenen muurtjes. In de weilanden staan veel jonge, vooral witte koeien. Na nog zo een uurtje rijden vinden we een plekje langs de weg waar de caravan in past. Hij helt wel aardig over als we de berm inrijden, maar krijgen hem toch recht. We worden enthousiast begroet door de koeien, wat zijn ze mooi. Hun geklingel geeft wat rustgevend al zijn ze harstikke schuw, maar hun nieuwsgierigheid is groot.

Echte stieren voor de arena.
We genieten nog van het zonnetje onder het genot van een pilsje. Dat was lang geleden. Sávonds tegen elf uur hoor ik een auto die stopt naast de caravan, een diesel. Hij rijdt een stukje door en weer terug. Onze gordijnen zijn dicht maar het licht schijnt er altijd wel doorheen. Ik gluur door de gordijnen en zie een auto van de Guardia Civil. Oei, dat is spannend want wildcamperen zal zeker niet toegestaan zijn en de volgende camping is zeker 100 km ver weg.

En dat om elf uur. Fred zegt dapper ik stap uit, ik zeg blijf zitten want we spreken geen spaans. Als hij ons moet hebben klopt hij wel. En zowaar de auto vertrekt, maar ik heb de hele nacht toch niet echt rustig geslapen, als is de politie nooit komen opdagen.



 

Toen Fred vanmorgen de caravan uit ons plekje wilde halen (achteruit) weer een klap. Weer tegen het trapje. Hij lachen want nu is het weer bijna rechtgebogen. Volgens mij niet echt de methode. De streek waar we doorheen rijden is verlaten en niet toeristisch. Hele kleine witte dorpjes  liggen te slapen in het heuvelachtige landschap. De straatjes zijn smal en af en toe kom je een oudere bewoner tegen. We hebben brood nodig en stoppen ergens in zo een dorpje om boodschappen te doen. De vrouw biedt ons een foto tocht aan om vogels te zien. In dit gebied het natuurpark de Monfragüe huist de arend, gier en zwarte ooievaar. Het idee is aantrekkelijk de prijs 100 Euro niet.

 

De weg stijgt, beneden zien we de rivier boven de kale rotsen waar de roofvogels gebruik maken van de thermiek. Het is puur en geeft een oer gevoel. Ik geniet volop. We maken foto's maar ze zijn erg ver weg. In het park is een camping en wij strijken hier neer. Mogelijk gaan we morgen hier een wandeling maken, alleen roept de huisplicht ook.  En we moeten nog best ver. Laten we een en ander maar van het weer afhangen.

 

Hier een beschrijving van het park:

Nationaal Park Monfragüe

 

Monfragüe ligt ongeveer in het midden van de provincie Cáceres, waar de rivieren de Taag en de Tiétar samenkomen. Het is het enige Nationale Park van Extremadura, en heeft een oppervlakte van 18.118 ha. beschermd gebied. Het Park en de directe omgeving, in totaal 116.151 ha. zijn als Vogelrichtlijngebied (ZEPA) beschermd in het kader van het Natura2000 netwerk. De kern van het park wordt gevormd door verschillende aaneengesloten en parallel lopende kleine bergruggen (“sierras”), die onderling verbonden worden door de Tajo-rivier. De Tiétar en andere kleinere beken, slijten diepe kloven uit, alvorens in de Tajo uit te monden, waardoor een spectaculair samenspel ontstaat van rotskliffen waar zich een veelheid aan vogels bevindt. Het water van genoemde rivieren wordt tegenwoordig opgestuwd door de stuwdammen van Alcántara, Torrejón-Tajo en Torrejón-Tiétar. Ondanks dat het gebied niet erg hoog ligt, hebben het grillige reliëf en de rivieren ervoor gezorgd dat de mediterrane bossen en struwelen , die een heel hoge natuurwaarde hebben, goed behouden zijn gebleven. Maar wat dit gebied werkelijk meerwaarde geeft is de enorme oppervlakte aan “dehesas” (boomweides) die zich uitstrekken van noord naar zuid door het Nationale Park, en die een ware voorraadkast vormen voor de meest waardevolle vogels van Monfragüe om uit te eten.

 

 

Twee dagen Sevilla, 18 en 19 Maart


We nemen de bus vanaf Dos Hermanas naar Sevilla. Een rit van een goed half uur. Bij het busstation worden we aangesproken door een kaartverkoper voor City Tours.  Een open bus met toeristen waarbij een bandje met koptelefoon uitleg geeft over de highlights van de stad. We laten ons twee kaartjes aansmeren, scheelt een hoop geloop. De loop-ervaring van de Poolse steden staan nog steeds in mijn geheugen geprint.

Moorse invloeden in de bouwstijl
 
De bus voert ons langs de verschillende wijken van Sevilla. Het centrum en de oude wijk Triana.  Het gedeelte waar de wereldtentoonstelling van 1992 heeft plaatsgevonden, met futuristische gebouwen. De pavillions zijn nu in gebruik als technocentrum met miljarden omzet per jaar en een universiteit. We rijden langs het oude klooster dat nu een ziekenhuis herbergt, de cathedraal en het koninklijk paleis. De Plaza del Torros waar de stierengevecht arena is, nog steeds actief tussen oktober en april. De stieren worden in het noorden van Andalusia voor het doel gekweekt. We hoppen op en af van de bus om rond te kijken, er is zoveel te zien in de oude straten. Prachtige etalages veel waaiers, die handgeschilderd zijn. Als lunch eten we paella in een klein restaurantje geserveerd met sangria. Heel gezellig. Er staat een kinderwagen met een baby die van de dochter van de baas is. Het kind krijgt bij iedere piep volop aandacht. Het is bloedheet buiten, rond de dertig graden.

Op de rivier Rio Guadalquivir wordt getraind door roeiers. Doordat dit gedeelte van de rivier 10 km lang is en alleen toegankelijk voor recreatief gebruik, trainen hier veel buitenlandse equipes voor wedstrijden. 

De rivier met aan het hek de liefdes-slotjes
 
Dit deel van de rivier is een afgeleide van de hoofdader en behoedt Sevilla tegen overstromingen. We besluiten nog een dagje Sevilla eraan te knopen omdat we alleen gesnuffeld hebben aan de stad.

 

We gaan nu met de auto en parkeren op een terrein vlak bij het Expo gedeelte waar grote winkels zijn zoals Decathlon en Carrefour. Decathlon is onze lievelingswinkel omdat je er allerlei sportbenodigdheden kunt kopen. De bidonhouder van mijn fiets is gebroken en ik vind er een in de outlet voor 1 euro. Verder wil ik een zeehengel hebben, die dienst kan doen als mast om ons routertje boven de caravan uit te tillen. Ook die vinden we in de outlet samen met een vis-molentje. Kan Fred ook nog vissen als we ergens aan zee staan.

Verder op de fiets en het is erg leuk door de kleine straatjes te fietsen. Sevilla heeft een witte fietsenplan. Overal staan fietsen die je kunt huren. Doet me denken aan de Veluwe. Verder liggen er mooie fietspaden, men is hier aan fietsers gewend.

We gaan eerst naar de catedraal, die enorm is en de rijkdom van Sevilla ten toon moest stellen. Hij hoort tot de drie grootste kerken van Europa en werd gebouwd van 1402 tot 1506. De kerk is bovenop de overblijfselen van de Almohad moskee gebouwd die in 1356 getroffen was door een aardbeving. Van de moskee was alleen de toren (minaret) over die bekend staat als de Giralda. In de cathedraal zijn meer dan vijfhonderd schilderijen te vinden uit de periode tussen de 16de eeuw en heden. 80 gebrandschilderde ramen van Vlaamse meesters, het kooraltaar, verschillende kapellen ter ere van koningen en heiligen. Het mausoleum van Chrisopher Columbus de ontdekker van Amerika.

de Giralda

 
 
De schatkamers met gouden en  zilveren sieraden en kerkelijke benodigdheden.  We slenteren door de cathedraal die indrukwekkend is. Niet het klatergoud van de Poolse kerken, meer ingetogen. Wat opvalt zijn de  smeedijzeren hekken die kapellen afsluiten. Ik vind dat ronduit lelijk.

Buiten fietsen we langs de metropol Parasol, heel futuristisch en drinken in de schaduw een heerlijk kopje koffie.

 
Daarna fietsten we verder naar de Plaza de Torres de la Real Maestranza om de arena met het bijbehorende museum te bekijken. De arena is afgebouwd in 1881 door Juan Talaverna. Er is een koninklijke loge uit 1765, met een speciale toegangsdeur. Het is een grote licht ovale arena waarvan het middengedeelte iets hoger ligt. Indien een vechter moet rennen voor zijn leven, heeft hij het voordeel dat hij snel weg kan schieten, terwijl de stier moet afremmen, omdat hij anders tegen de palissaden aanloopt. In de aangrenzende gebouwen zien we waar de paarden en de ezels gestald worden. De kleedkamers van de toreadores en de aangrenzende kapel voor het gebed voor de strijd. De scholing die ze moeten ondergaan. Diverse beelden van beroemde vechters en stieren. We krijgen uitleg hoe de stier gedood moet worden, niet door de lans tussen zijn horens te steken, maar tussen zijn nek-wervels op zijn schoft. Dit is veel moeilijker want dan moet de stier veel dichterbij de vechter komen. Er zijn meerdere toreadors gesneuveld en ook daarvan zijn relekwieen te vinden. Er hangen opgezette stierenkoppen van beroemde stieren. Van sommigen zijn de oren afgesneden als trofee voor de vechter en diens moed. Je merkt dat de gids een trouw aanhanger is van de sport want ze vertelt enthousiast. Ik vraag wat een kaartje kost en dat is tussen de 20 en 150 Euro afhankelijk van de plaats en of je tegen de zon in wilt kijken.
 


De koninklijke loge
 

Het was weer een volle dag. Morgen weer verder noordelijk.

 

 

 

 

maandag 17 maart 2014

15 Maart Overtocht, Tanger- Med naar Algecieras

 
We zitten te dubben wat is wijsheid. Blijven we in de buurt van Tanger hangen op een parkeerplaats of gaan we over. Het is nog vroeg in de middag en we kunnen ook doorrijden. Mijn argument is dat je op een parkeerplaats toch niet slaapt, dat van Fred dat hij dan nog lekker in de zon kan zitten en  een boek lezen. Ik ga het winnen, want het is net een uur en we kunnen met gemak de vijf uur boot halen. Zijn we rond 7 uur over en dan op de parkeerplaats in Algecieras overnachten en winnen we een dag.

Eerst maar even warm eten, want de vriezer is leeg en een tahine lokt.  In een klein dorpje zien we weer zo een typisch restaurantje, dit keer geleid door de vrouw van de slager. De tahines staan te pruttelen en zien er goed uit. Heerlijk rundvlees met allerlei kruidjes en groenten en aardappel.

Aangekomen bij Tanger Med na weer een mooie tocht over de groene bergen, worden we meteen belaagd door mannen die het in-checken  voor ons willen regelen.  Fred loopt zelf met de papieren naar het loket en komt trots terug met de ingevulde uitklaringsbewijzen van de auto en de caravan. Tevens de boardingpassen. We rijden verder naar de douane. De auto en de caravan worden weer gescanned. Tot nu toe gaat alles goed en we moeten doorrijden naar haven 6. De haven is gigantisch  groot, echt kilometers lang. Prachtig aangelegd met rotondes en grote wegen. Alles rijdt hier rond, bussen, touroperators, personen auto’s, vrachtwagens, campers en dan een enkele caravan. Allerlei mensen groeten ons, omdat ze ons ergens op een camping gezien hebben. Wij vallen altijd op zo, een camper niet en ik zou niet weten wie ik waar ontmoet heb. We staan in de rij en wachten op de vijf uur boot. Inmiddels vindt er een controle plaats. Nu blijkt dat we maar drie boarding passen hebben en de pas voor de caravan missen. Hadden we dit ook nietop de heenweg???? Moesten we daar niet nog eens 56 Euro voor betalen??? Ik word pissig en zeg dat we  in de haven van Algecieras geld bijbetaald hebben voor de caravan. Dat alles in orde is en dat het zo moet zijn. De bewaker druipt af. Na een tijdje wachten komt de bewaker retour met zijn chef. Die bekijkt de papieren en zegt dat het goed is, alleen de bewaker zegt mij dat hij ons niet doorlaat. We moeten terug naar de check in van Balleria, de ferry. Nu zijn we al door de douane geweest dus dat kan helemaal niet. Ik word opgehaald met een taxibus en zeg Fred good-bye. Roep lachend dat ik vast ontvoerd wordt of ingeruild voor een kameel. We sjezen de haven over, zoalsde Schiphol bus dat doet. Ik moet eerst door de douane heen om bij de Baleria balie te komen. Het is even zoeken en de tijd dringt. Stress. Daar aangekomen staan er allerlei Marokkanen die mij verzekeren dat ik voldoende papiertjes heb. Moet ik hen ook nog uitleggen dat ik het caravan deel schijnbaar mis. Na gewacht te hebben bij het loket begint de man daar ook al dat ik voldoende papieren heb. Nu ja nu breekt de klomp en zeg hem ook dat de caravan wel genoteerd is, maar geen eigen bewijs heeft. Hij weer dat ik dan extra moet betalen, ik weer dat we dat niet doen, omdat we dat al in Algecieras gedaan hebben en ons daar verzekerd is dat we zo retour kunnen. Ik laat hem al de afrekeningen zien. Uiteindelijk geeft h ij me neidig het gevraagde papiertje en houdt de afrekening achter. Krijg ik ook niet terug.

Er staat een giga rij bij de douane. Mensen die met volle koffers de overtocht maken. Gelukkig word ik eruit gepikt door de gewaarschuuwde douanier. Hij leidt me door de mensen massa heen en zegt mijn tas door de scanner te halen. Dat doe ik, hij loopt verder. Ikmet hem mee, maar een andere bewane beampte houd me stande. Waarom mijn tas niet door de scanner is geweest. Ik zeg dat dit wel zo ik. Hij wil in mijn tas kijken. Doet alles open ook mijn portemonnee en ziet er 350 Dirham zitten. Vraagt of dit een souvenier is en opeens schiet het door mijn hoofd dat je geen dirhams uit mag voeren. Helemaal nooit aan gedacht en achter de rits zit mog meer dan 2500 Dirham die we over hebben van de reparatie. Ik zeg dat die 350 nodig zijn om straks de eerste behoefte te kunnen betalen als we terug komen in November. Dat is goed, valt immers onder het bedrag dat je mee mag nemen. De rits in mijn tas ziet hij niet, gelukkig maar anders had ik daar een ander probleem. De chaufeeur staat op me te wachten en rijdt me weer terug naar de auto. Fred komt stralend naar me toe en zegt dat hij toch de benodigde papieren heeft gevonden. Hij had een en ander niet goed opgeruimd. Nu ik kan hem wel vermoorden, want het heeft mij veel stress gegeven alles uit te leggen. De tijd kruipt voorbij en we maken kennis met een Duitser Jochem (73) en zijn vrouw. Hij is weg van onze caravan. We bieden hem aan erin te kijken en is helemaal verrukt. Heeft een oud baggel, dat al jaren trouwe dienst doet en waaraan hij veel geklust heeft.  Hij wil een caravan latenbouwen. Of ze gaan een huisje huren voor 4 maanden in Spanje. De keuze is nog niet gemaakt.

We wisselen het adres van Airstream Germany uit en van Biod. Bij beide organisaties zou je een caso kunnen kopen. Het wachten duurt en duurt. Uiteindelijk zijn we pas om 9 uur aan boord. Als een van de laatsten. We staan tussen de bussen en de vrachtauto’s. Ook al vinden we ons een grote combinatie hebben, je bent dan toch maar heen klein. De overtocht brengen we door met de Duitsers onder het genot van een kopje koffie. Best gezellig.  Zij kennen de camperplaats bij de Lidl in Algecieras en wijzen ons de weg. Zij gaan er ook heen en mogelijk alle andere campers die ook aan boord zijn. Het afrijden van de boot is weer het gebruikelijke gekrioel. Bussen die bijna voor je neus staan omdat ze zo snel mogelijkvan de boot afwillen en ook nog eens toeteren als het niet opschiet. Dat alles in de kajuit van de boot, geeft een hels kabaal. Door lief te lachen en te zwaaien mag ik tussen een bus en een vrachtwagen de boot verlaten. We zijn snel door de douane, gelukkig maar, dat is wel eens anders geweest.


 

Op naar de Lidl parkeerplaats en hup naar bed. Het was toch een emotionele vermoeiende dag. We hebben Marokko achter ons gelaten.

Voorjaar

 
Vanmorgen vertrokken richting Sevilla na een goede korte nacht. We rijden over de Sierra del Ronda bergen van 1900 meter hoog. De wegen zijn een verademing na Marokko. In ieder geval geen gaten in de weg. De zon laat zich volop zien. Bij een klein wit plaatsje maken we een wandeling door de oude straatjes. De aanduidingen zijn te lezen op tegels. Evenals de straatnamen. Het ziet er lieflijk goed onderhouden uit met de witte huizen. Op een hoekje zitten ouder mannen te keuvelen. Gezellig.  Omdat het zondag is is alles gesloten.  We rijden verder richting Ronda. Het schiet erg op en besluiten door te rijden naar Sevilla, waar een camping is. Het is dertig graden buiten. Toch maar hier ergens in de buurt blijven? We vinden een zandweg met een beek en daar ook al snel een kampeer plaatsje. Erg idillisch allemaal. Waarschijnlijk is het weggetje een shortcut, want er komen wel veel auto’s langs die allemaal zwaaien. Nu ja niet erg iedereen gaat vanavond slapen en dan is het vanzelf rustig en staan we morgen op tijd weer op voor het vervolg van de tocht.
Kamperen in de vrije natuur, heerlijk. Waswater bij de hand.
 
Vandaag aangekomen bij Dos Hermanos vlak onder Sevilla. Morgen naar Sevilla.

 

 

 

 

zaterdag 15 maart 2014

12-14 Maart- Meknes.


We richten ons op camping Bellevue. Een camping in Romeinse stijl, waar we verleden jaar met een paar campers stonden. s Óchtends kregen we thee geserveerd met citroen blaadjes. Als we aan de poort staan is de toegangsweg nog net zo slecht. De camping is te vol zoals alle campings hier. Het is hoogseizoen voor groepen bejaarden die met zijn allen weggaan. Ook de Nederlands kampeerauto club is aanwezig en de bordjes Truus&Jan, Nel&Kees etc staan geplakt achter de voorruit. We denken met weemoed terug aan de vrije plekjes in Marokko. Als de caravan staat sjezen we richting Meknes, om te zien of ze de remblokken nog kunnen vervangen. Ik vraag ook naar de mogelijkheid om de schokbrekers te vervangen en het luchtfilter en oliefilter. Het is allemaal geen probleem, maar er zit een  levertijd op van een dag. We besluiten het erop te wagen en dan maar vertraging op te lopen voor de terugreis. Is toch een prettiger idee.

De remblokken  kunnen ter plekke vervangen worden. We wachten geduldig met een boek. Toch handig al die electronica. Internet is daar in ieder geval beter want op de camping krijg ik geen verbinding.

De volgende dag doe ik een poging om te achterhalen wat de schokdempers in Nederland kosten. Het scheelt voldoende om het toch in Marokko te laten doen.  We brengen de dag door met klusjes en een wandeling. Marokko is hier groen en lieflijk als Limburg. Je merk wel dat we noordelijks zitten en het dus kouder is.

De volgende dag melden we ons om 8 uur bij de garage. Ik vraag of het mogelijk is dat de auto om 12 uur klaar is. Er wordt overlegd, maar de kans is klein. Dat wordt  een hele dag in Meknes doorbrengen, maar eerst koffie. We zien een restaurant met een luxe tuin  als een oase van rust tussen het drukke verkeer. Binnen is het rijk gedecoreerd, - gestuucte plafonds, kleurrijke kroonluchters, verkeerde schilderijen van Marokkaanse schonen, royale banken, diepe fauteuilles , gedekte tafels en heerlijke koffie.  We zijn de enige gasten, mogelijk omdat het nog vroeg is.

Na de koffie lopen we richting stad. Het is een kleine 5 kilometer zie ik en dat vind ik teveel als we daarna ok nog een stadswandeling van hot naar her doen. De Poolse steden met helse spierpijn ben ik niet vergeten. Natuurlijk hadden we de fiets kunnen nemen, maar Fred is bang in dit verkeer.

Bij een bushalte en springen we in de bus. Het is al aardig vol. Je kunt bij de chauffeur betalen en een rit kost 30 dirham ( 25 eurocent). De deur blijft open staan, dit is gewoonte hier bij  bussen. Ze hadden net zo goed helemaal geen deur erin kunnen zetten. De achterdeur wordt met een steen dichtgehouden. Alle ramen staan open en het tocht behoorlijk. Het is een gewoonte dat de jongeren voor de ouderen opstaan en ik  krijg al snel een plaatsje aangeboden. Alle oude vrouwen zitten!!,

De plastic stoelen zijn een studie waard, niets is heel. Of er ontbreekt een deel van de leuning of er zit een gat in. Aan de vasthoud stang in het midden van de bus ontbreken de lussen.  De chauffeur scheurt als een gek en ik ben blij dat ik zit. Fred staat in het midden en houdt zich vast aan de stang. Hij komt af en toe met zijn voeten los van de vloer.

Als we ongeveer bij de stad zijn stappen we weer uit en gaan eerst naar het VVV. Even nog wat info scoren. Toevalligerwijze komen we langs het museum van Meknes.  Het  is in een groot oud gebouw met een binnenplaats en aan de zijkant kamers met kunstschatten. Een kamer ingericht met potten en pannen. Een kamer met kleding uit de verschillende streken van Marokko en bijbehorende sieraden die op hoogtij dagen gedragen werden. Een kamer met Berberkleden. En gelukkig een toilet waar we dankbaar gebruik van maken. Misschien was die de 2 Euro toegang het meest waard.

Doorgelopen naar de souk.  Er is daar een winkel van de vrouwen comune die kruiden zoeken en argan producten maken. Dit vind ik altijd een sympathiek idee en een goed voorbeeld van ontwikkelings werk. Je weet tevoren dat je teveel betaald. De verkoopster legt van alles uit over de kruiden en de cosmetica. Ze laat van alles ruiken en vraagt meteen wat we willen kopen. Om toch iets te doen kies ik voor thee, die komt altijd wel op. Ze probeert me 200 gram te verkopen voor 16 Euro en dat vind ik nu weer te gortig en maak het af op 150 gram, die ook nog te duur is. Maar de thee is wel  lekker.


We lopen verder en komen uit bij Medersa Bouanania. Dit is de koran school uit vroeger tijden. Opgericht tussen1350-1358.  De jongens  kwamen hier als ze 8-10 jaar waren om te leren lezen en zingen. Er staan op de muur veel spreuken in het Arabisch. Prachtig tegelwerk en mooi stuucwerk op de centrale hal met aan een zijde een gebedsruimte. De cederhouten spanten zijn mooi versierd. Op de eerste verdieping zijn de kamertjes de jongens woonden . Ze keken uit op de centrale hal. De tweede verdieping was royaler. Hier leefden de leraren en oudere jaars. Via een trap komen we op het dak en kijken uit over Meknes.

We lopen en lopen en lopen. Komen in wijken waar weinig toeristen zijn. Woning inrichting op zijn marokkaans met zeer bonten gordijnen die erg geborduurd zijn. Stoffen die je tegemoet glimmen . Ze worden met geborduurde voile overtrokken. Suikerzoete kussens en dito sprij voor op bed. In de brommer en motor souk wordt druk geklust. Overal liggen onderdelen, maar ook nieuwe brommers . Ik vindt vooral de driewieler motoren erg leuk en krijg meteen een visioen om ermee op vakantie te gaan. Tentje erop en je hebt heel goedkoop vervoer. Fred er een en ik. De andere gebruiken we om een uitklapbare keuken te maken, zet je ze tegen elkaar aan dan heb je voldoende ruimte. Ik zie het helemaal voor me. Alleen dat motor rijbewijs is nog een klein obstakel.

straatbeeld

Wil ik wel
 Om drie uur ben ik het zat, dus een goede tijd om richting garage te gaan. Dit keer met een tax,i ook zo een typische beleving als je door de stad heen scheurt. Onderweg maakt hij al rijdend een praatje met een andere automobilist. Gewoon je raampje open en schreeuwen maar.

Nog een uurtje vertraging in de garage. Ze kregen de bouten van de achterste schokbreker niet los. Maar dan is alles gepiept en kunnen we heerlijk door  naar huis.

 

Vanmorgen rustig vertrokken na eerst nog een bezoek gebracht te hebben aan een huilerie. Olijfolie fabriekje. Helaas vroeg hij zo een idiote prijs voor de olie, terwijl ik van een lokale man gehoord had dat hij er veel minder voor betaalde, dat we onverrichter zaken naar huis zijn terug gekeerd. Na de gebruikelijke koffie zijn we vertrokken richting het noorden.

Over de groene bergen en akkers, want er is hier veel cultuur grond. We rijden uitsluitend via kleine weggetjes, door niet toeristische streken. De weg is af en toe bar slecht, het tempo is laag. De mensen zwaaien  vriendelijk. Heel veel huizen hebben daken van golfplaten toch ziet het er niet armoedig uit. Mogelijk een kenmerk voor deze streek. We vinden een plekje langs een rivier en installeren daar de caravan. Beide moe van de hele dag rijden. Na een half uur duikt de politie op en zegt dat we wel mogen blijven staan, maar dat het hier abosluut  niet veilig is. Dus gaan we verder naar Chefchaouen. Een lastige rit door de bergen en zo stijl....... Een flinke klim voor de auto, hij rijdt nu bijna 1 op vier op dit kleine stukje. De stad heeft heel  smalle straatje en het is overvol. Weer zo een tocht die je liever niet doet en waarvan je blij bent dat het allemaal goed afloop. Morgen verder richting Tanger Med en dan overmorgen varen naar Spanje. Thuis begint te lokken. 

Moulay Idriss op de heuvels
 
We krijgen het opeens in ons kop en gaan vandaag om 5 uur over.