Weer van plan veranderd, ik werd depressief
van al die grijze mistige wolken en de druipende regen. Ook melancholiek en
reflecterend, me zorgen makend over mijn persoon, mijn leven en mijn doen en
laten. Die ene dag zonneschijn bracht daar geen verandering in. De lol was eraf
als ik eerlijk ben en ik wil eigenlijk naar huis. Omdat ik normaal gesproken
een optimist ben, is dit een heel nieuwe ervaring, waar ik zo snel mogelijk
vanaf wil. Voor mij is het duidelijk, dat ik niet altijd in Schotland zou kunnen
wonen, hoe prachtig de natuur ook is. Helaas is mijn slechte voorgevoel dat er
iets ging gebeuren bewaarheid geworden.
We hebben de beslissing genomen een heel
ander gebied op te zoeken. Eventueel onder Newcastle. Zoals ik eerder schreef
zijn het de afstanden niet in kilometers, maar met een gemiddelde van rond de
60 km per uur, als we dat al halen, is 100 km een heel eind.
Bij Loch Lomond boven Glasgow is de weg erg
smal en kronkelig. Aan een kant prijkt het grote meer, met een vangrail, aan de
andere kant de rotsen. Ik merk dat de auto breed is, want ik zit al heel snel
over het midden. Ik moet door onze lengte een bocht iets uitrijden. Een
dreigend plop, plop klinkt dan van de ijzeren plaatjes op de middenberm. Er
rijden volop bussen met horden toeristen in deze streek. Een tegemoet komende
chauffeur waarschuwd me met knipperlicht en ik strap meteen op de rem. De weg
is nog smaller. Hij staat keurig stil en ik kruip langs hem heen. Fred zegt
rustig dat het verleden keer ook zo smal was, maar minder druk. Ik vraag hem
een kruis door deze weg te zetten. Ik vind dit veel te vermoeiend als
doorgangsroute.
We lunchen op een parkeerplaats van een
meubelboulevard. We waren hier aangeland omdat de benzinetank aardig leeg begon
te raken en dit de eerstvolgende mogelijkheid was in de buitenwijken van
Glasgow. Met de dalende pond wordt de benzine steeds goedkoper.
We zijn doorgereden tot onder Edinburgh en
zitten nu in Northumberland. De lucht is al stukke lichter met af en toe blauw,
maar ook hier nog steeds een groot depressiegebied volgens de barometer. We
hebben een plaatsje gevonden aan een heel klein weggetje uitkijkend over groene
heuvels met schapen. Af en toe komt er een auto langs. De berm is begroeid met vingerhoedskruid,
klaver, rolklaver, fluitekruid, paardebloemen, boterbloemen, paarse distels,
grote varens en veel grassen. Plus de soorten die ik niet thuis kan brengen. Het
zoemt van de bijen die van de ene bloem naar de andere vliegen. Eigenlijk zie
ik niet veel brandnetels.
Drinkwater hebben we nog wel. Voor het
zoeken naar af- en waswater lopen we de weg af naar het diepste punt, waar een
piepklein stroompje loopt. Als we door een hek lopen is er een waterput, of
liever iets dat erop lijkt. We vinden een stuk touw, waarmee we onze jerrican
kunnen laten zakken. Het lijkt wel een ouderwets sprookje, zo water te
bemachtigen. Het water is redelijk helder goed genoeg voor ons.
We hebben geen telefoon signaal noch
internet signaal. Opeens rond elf uur s’avonds klinkt er een ping. Kijkend op
mijn mobiel zie ik, dat we heel wat oproepen gemist hebben , die nooit
doorgekomen zijn. Ik vermoed, dat er iets goed mis is. We rijden richting dorp
net zolang dat er een signaal verschijnt. We worden geconfronteerd met het
ongelooflijk verdrietige bericht dat onze schoonzoon is overleden. Waarschijnlijk
een gesprongen vat in zijn hoofd.
Alles houd op, ik ben volledig overstuur.
We zullen zo snel mogelijk naar Nederland terug moeten. We zitten te ver van
een vliegveld voor een directe vlucht. Waar laat je de combi?
In de hoop iets meer info te krijgen,
bellen we de reisverzekering. Die kan ook niet veel doen. Vanaf Newcastle gaat
er geen vlucht volgens de hulpdienst en hoe een en ander met de caravan te
regelen kunnen ze ook geen uitspraak over doen.
We besluiten eerst naar Newcastle te
rijden, om te zien of we de boot kunnen omboeken. Zo niet kunnen we doorrijden
naar het zuiden of de kanaal tunnel pakken.
We komen rond drie uur s’nachts in
Newcastle aan en brengen een onrustige nacht door op de parkeerplaats van een
Travel Lodge hotel. Veel slapen doe ik niet. Rond zeven uur de boel ingepakt en
door het drukke verkeer verder gereden naar Newcastle.
Gelukkig krijgen we alle medewerking, zodat
we ingeboekt kunnen worden op de boot van vijf uur.
Ondertussen vliegen de what’s apps op en
neer. Een goede vriendin van Merel ondersteund haar volledig en regelt alles
rond de begrafenis. Vraagt offertes aan en overlegt met haar.
Dochter Eva rijdt vanuit haar vakantie
adres naar Merel, maar wordt onwel in de auto bij de Meern.
Stress en emotie eisen hun tol. Ze wordt
afgevoerd naar het ziekenhuis. Wij zitten vreselijk in spanning, wat nu weer.
Rond een uur kan ik eindelijk Merel in mijn
armen houden. Wat is dit enorm moeilijk.
Voor
Marcel:
Het leven is mooi en onbegrijpelijk
De dood is zwart en onbegrijpelijk.
Mijn hart rouwt.
Waarom moest dit gebeuren?
Marcel wordt zaterdag gecreemeerd.