zondag 25 februari 2024

Geen gieren, dode dieren, nattigheid en fotograferen. Maar wel rode wauw. Omgeving Alquézar.

De omgeving van Alquézar is werkelijk prachtig. Het is een heuvelachtig landschap, veel struiken, boomgaarden met olijven en amandelen en af en toe een bossage. We gaan een paar bezienswaardigheden verkennen. 

Eerst naar het Castillo de Monzon. Het kasteel is een fort van islamitische oorsprong. Omdat het op een moeilijk te veroveren plaat ligt, hebben er veel oorlogzuchtige handelingen plaatsgevonden. Het fort is meermalen veroverd.   




Fred vindt op google maps een route. Je zou op een gunstige plek moeten komen om het kasteel fort te fotograferen. Hij leidt me door zeer smalle straatjes, waar ook nog auto’s geparkeerd staan. Werkelijk millimeter werk. Als ik dan linksaf moet waar het verboden is, doe ik het niet meer en wil deze ongeschikte stad voor auto’s uit. Hij zegt vrolijk, gaan we naar de andere kant. Ja, leuk, maar waar is dat? Ik rijd de stad verder uit. Dan zien we een onverharde weg die ik inrijd. Het is een doodlopende weg en hij stop bij wat krotten en een boomgaard. We hebben zicht op de achterkant en dat moet het dan zijn. Door de wind drijven de wolken af en aan tegen een blauwe achtergrond. Gewoon wachten op het goede moment.


Als we uit gefotografeerd zijn, gaan we verder naar het Santuario de Torreciudad. Een kerk gebouwd door Josemaria Escrivà, de stichter van het Opus Dei. De kerk is in 1975 ingewijd. De aanbidding van de Maagd van Torreciudad dateert uit de 11de eeuw.




We komen hier na vijf uur aan, het avondlicht begint te schemeren. Er is een enorme parkeerplaats, een waar bedevaartsoord. Tegen 7 uur vertrekken we richting camping.

Het was een mooie dag.


We hadden de roofvogels in de lucht al ontdekt en er blijkt een vogelkijkhut te zijn een paar kilometer buiten de camping. Fred wil eerst gaan lopen, maar daar heb ik weinig trek in met een zware fototas en het feit dat de hut hoog ligt. We vinden een onverharde weg en het is leuk om de Mitsubishi op dit terrein uit te testen. De auto heeft weinig bodemvrijheid, iets om steeds rekening mee te houden. In zijn 4x4 drive trekt hij makkelijk naar boven. De motor maakt af en toe een hels kabaal, als die bijspringt om de accu op peil te houden. Heel bijzonder is dit.

We vinden een plekje langs de weg waar we kunnen staan en besluiten verder naar boven te lopen. Nog een hele klim, over een glad klein paadje, uitgesleten door een berg stroompje. 

In de vogelhut moet je de luiken open zetten, waarop de deur meteen openvliegt door de wind. De geur van een dood dier komt met de wind naar binnen. Het tocht vreselijk, de deur is niet te sluiten, een slot of haak ontbreekt. De wind is gemeen koud.  Roofvogels zijn er af en toe. We houden het na een half uur voor gezien.   




.



Vandaag is het zondag  de 25ste. Het regent de hele dag, Het terrein is het een modderpoel, we blijven binnen, om te leren over alles wat we nog niet weten. Lang leve internet op deze camping en youtube. Morgen rijden we door, het zou dan droog zijn. Waarheen is niet duidelijk, want we zitten nu in een regen gebied. We kijken morgen wel weer verder.    










donderdag 22 februari 2024

Op naar Alquézar

 De Pyreneeën zijn prachtig. De volgende dag rijden we de bergen in. Op de achtergrond de besneeuwde toppen van de hoogste pieken. We hebben een kaart met daarop een route aanduiding over de verschillende toppen. Heftige haarspeldbochten, veel stijgen en dalen. Wat is het hier mooi. In de lucht cirkelen af en toe gieren, ik hoor ook veel vogels. We vinden ergens een parkeerplaatsje en in een beekje gevormd door smeltend water, drijft heel veel kikkerdril. Echt veel, Fred graait er met zijn handen in, ik griezel ervan. Verderop vindt hij een dode ree, bah. We waren al eerder herten tegengekomen, deze heeft het niet gehaald.


.


Oloron is een middelgroot stadje. Veel levensmiddelenwinkels, een Lidl, geliefd om zijn brood en yoghurt, maar ook een spullen winkel à la Action. Ongelooflijk wat een assortiment, leuk om er doorheen te lopen. 

We zijn vijf dagen in Oloron gebleven, iedere dag een andere tocht gemaakt en genoten van de bergen. 

Net als we besluiten nog verder de Pyreneeen in te trekken, krijgen we het bericht van onze lieve buurtjes, dat we zware sneeuwval en storm kunnen verwachten. We zaten al een paar uur in de auto, dus we zijn weer omgedraaid. We hebben geen sneeuwkettingen bij ons en zware sneeuwval vind ik niet prettig. 


.




Na het raadplegen van verschillende weer apps, trekken we richting kust, die van de Costa Brava. Daar zou het beter zijn. 

We belanden in Alquézar. Het doet hier erg mediterraan aan, met bloeiende amandelbomen afgewisseld met olijven. De goudgele kleigrond is droog, met sporen van waterloopjes. Het heeft iets weg van Toscane.

We wandelen naar het stadje, dat schijnbaar een toeristen trekpleister is. Veel kleine straatjes, authentieke gebouwen, een kerk en een enorme rotswand waar het stadje tegenaan gebouwd is. Het is een behoorlijke klim, goed voor het lijf. 

Alle restaurantjes zijn gesloten tot vijf uur, dus die kop koffie wordt vergeten, het is pas drie uur. Het is even wennen, de lokale sluitingstijden. 

De komende dagen daalt de temperatuur richting het vriespunt. Zondag sneeuw. We blijven hier staan om dat af te wachten. (Voorlopig plan). Daarna zien we wel weer verder.




.


donderdag 15 februari 2024

Oloron- Sainte- Marie.

Verder naar het zuiden gaat onze reis. We vinden op de kaart een camping die La Motte heet. Hij is open en ligt in het gehucht Le Fouillioux. We komen er rond vijf uur aan. Mooie tijd om te stoppen. Hier blijven we twee nachten. Als we ons aanmelden in de “huiskamer” huilt er een baby erbarmelijk. Mogelijk was moeder net aan het voeden, het meisje is 4 maanden. Wat een stress moet dit ook voor haar zijn, klanten die binnenkomen, een baby die huilt en dan nog blijven lachen. We krijgen een plaatsje toegewezen aan het eind van de camping op zand. Dat zand vinden we later overal terug. Omdat we elektriciteit hebben, laden we meteen onze mobielen en Ipad’s op. Na een dik uur staan we, tenten opgezet, bestaande uit de luifel voor Fred, de WC tent aan mijn kant en de keuken tent. Die had ik verleden jaar gemaakt en het was weer even puzzelen hoe de dwars stok erin te krijgen was. Nu hebben we in ieder geval zitruimte achter. Tafel en stoelen erin, best gezellig. s’ Avonds kijken we een filmpje, had ik thuis al gedownload.



De volgende dag gaan we wandelen. Het weer is goed. Fred had een pad uitgezocht dat naar een riviertje zou leiden. Al snel komen we er achter dat dit niet gaat, het pad houdt op en we landen op privé terrein. Dan maar de andere kant uit, via een karrespoor. Ook in Frankrijk heeft het excessief geregend en het spoor wordt een waterige blubber spoor. Tot nu toe houden mijn schoenen het nog steeds. Alleen als het opeens erg diep wordt, heb ik natte sokken. Helaas moet ik dat bezuren met een blaar op mijn teenknobbel. Daar heb ik nu last van met lopen.


.


Onderweg komen we een boer tegen, die verwonderd is als ik zijn tractor fotografeer. Het is er echt een uit de oude doos. Hij vraagt of we herinneringen maken. Ik antwoord voor het plakboek. Mooi zo een verweerde man met een vriendelijk gezicht. 

Aangezien de volgende dag weer regen voorspeld wordt, gaan we verder richting zuiden.


s’Ochtends vroeg opstaan, cape aantrekken en de tenten nat inpakken. Ik  ben in een continue gevecht met mijn cape, die gaat een eigen leven leiden, als je bukt om een haring uit de grond te trekken of als hij op wappert door de wind. Regelmatig hangt hij voor mijn gezicht, geef mij maar een gewone regenjas. 

Na een broodje opgepakt te hebben bij de receptie zijn we weg, weer zuidwaarts.

Ik wil niet naar de kust, mij te toeristisch, maar naar de bergen. De keuze valt op Oloron aan de voet van de Pyreneeën. Er is daar een camping open. Onderweg doen we boodschappen en eten vis en chips bij de Intermarchee. Hebben we geen afwas, heerlijk. Ik zie een Decathlon en daar kopen we beide een dunne regenjas. Ben ik van die vervelende cape af. (Fred is altijd een cape favoriet geweest, prima als je rechtop staat of loopt).



Vandaag naar Oloron gewandeld. Die blaar werkt niet mee ondanks de blarenpleister. Er is hier een oude cathedraal Sainte Marie, waar we de nodige foto’s maken.






We slenteren verder, helaas trap ik in de poep. Dit vertel ik omdat buurman Arno een smeuïg verhaal wil. bij deze. 

Bij de bakker kopen we nog wat lekkers en tegen half acht retour op de camping. Het is aardig donker. Snel de foto’s bekijken en schrijven. 




zondag 11 februari 2024

Op avontuur naar het Zuiden. Febr. 2024.

Het is altijd weer hetzelfde: de drukte voor het weggaan. Het nadenken wat er echt gedaan moet worden, wat mee en wat niet.

De laatste maanden waren goed bezet met prachtige shoots. Lisa belde me op, half december, met de mededeling dat ze kwam logeren. “Oh dat vind ik leuk” zei ik, volgende mededeling:”ik neem vier vriendinnen mee” ik moest dit even laten bezinken. Mijn gestamel, ‘ik heb niet zoveel bedden”. “Geen probleem”, volgens haar. Ze namen zelf bedjes mee. En natuurlijk moest er geshoot worden. Bij een vriendin huurde ik kleding voor de meiden, zodat alles in kleur was met een thema. Toen ze er waren was het heerlijk om te zien, dat de koffer met kleding voor hen net Pandora’s box was. De tasjes en assecoires vielen in de smaak. De kleding werd onderling uitgewisseld. Het was echt een succes. Een vriendin kon op het laatste moment niet komen. We doen het nog een keertje over. Het was erg gezellig. En Lisa is best trots op haar oma.


In januari ook nog twee shoots. Alles wilde ik voor de vakantie afgewerkt hebben. Het was echt de moeite waard. Ondertussen naar het Loo geweest en een leuk cabaret.  Wat een energie had dit stel.

De fotoclub eiste aandacht, ik geef er een korte lezing over Jimmy Nelson over zijn boek -Before they pass away-. Naar Emmeloord geweest voor de open dag van Frank Doorhof, ook de moeite waard. 

Meerdere eters gehad en Freek’s nieuwe huis bezocht. Die verhuist deze maand. 




Vrijdag morgen (9 febr.) bij het lopen van en naar de auto ben ik behoorlijk uitgegleden. Nu zit ik met een dikke knie en een mooie schaafwond. De kindertijd komt terug hiermee. 

Om half één rijden we weg om in Buren te stoppen. Bij de supermarkt kopen we gebraden kippenpoten met sla en een broodje, plus mihoen voor de volgende dag. De kip verorberen we op de parkeerplaats (lachen) en dan rijden we zuidwaarts. Nog steeds is niet duidelijk waar we heen gaan, maar de eerste stop is bij het kasteel van Wegimont bij Luik. Dat lijkt een mooi begin.

We moesten voor de camping wachten, de beheerder zat in bad. Het terrein is prachtig, helaas ook een blubberpoel. Nadat we opgesteld waren, lopen we een rondje door het kasteelpark. De ganzen maken veel kabaal. Het is nog kaal. Na een boterham duiken we ons bed in. De ogen gaan toe.



Om kwart voor zeven gaat de wekker. Fred zorgt voor het ontbijt. Dat is een luxe die ik zeker waardeer. De douche is warm en royaal en tegen half tien vertrekken we. De Ardennen zijn prachtig. De auto brult als de motor bijspringt om de aandrijfkracht te verhogen. Tja dan missen we de Pajero, die moeiteloos de bergen opreed. Dit is zo anders rijden. Echter als je naar het benzine gebruik kijkt, dan zie je een behoorlijk verschil in kosten. We zullen er heus wel komen, in een meer bejaard tempo. Tussen de midddag eten we bij een burger Quick. Ze waren zo snel dat Fred zijn menu al te pakken had voordat ik besteld had. Dat is dus echt quick. Ook mijn menu was er binnen de minuut. 


Onderweg word ik geflitst. Ik had niet in de gaten dat het een 80 weg was en ik reed 90.  We hebben hooguit eens in de 10 jaar een bon, dus valt het nog mee.

Even boven Melun vinden we een parkeerplaats bij een kasteel, waar we de nacht doorbrengen. De sterrenhemel is prachtig. In de omgeving zijn meerdere kastelen. 

In een hoekje zetten we de Hero neer, er ligt gravel op de grond tussen de plassen. Dit houdt onze voeten droog. 




s’Ochtends  als we op pad gaan blijkt dat er een verkeerde keuze gemaakt is. Het parking bord stond achter de parkeerplaats, ik ben doorgereden naar een veld erachter. Nu staat er een dikke slagboom over de weg met een groot slot. Het bijgeplaatste bord laat een inrijd verbod zien. Ik hoopte op een telefoon nummer. Het is zondag en uitgestorven hier. Fred wil het slot kapot zagen, ben ik het niet mee eens. Ik zie een doorgang in de heg. Alleen staat daar een rood-wit paaltje. Geen beweging in te krijgen. Dus met een houten hamer het ding tikken geven om los te wrikken. Het is in cement gegoten, dat wordt graven. Na een half uur zwoegen geeft het paaltje zich gewonnen en kunnen we door de doorgang. We zetten het paaltje netjes terug en behalve de omgeploegde grond, kraait er geen haan naar. Dit is echt bejaarden vandalisme. 







                                           

De plaatselijke bakker is open, daar kopen we croissants en een pomme chausure. Het is uiteindelijk zondag! In de auto hebben we een stopcontact met 1500 Watt. Een Bialetti op een verwarmingsplaatje zorgt voor heerlijke espresso.  

Verder richting zuiden in de hoop op beter weer. Nog steeds veel regen en een temperatuur rond 10 graden. We hebben tot nu toe 700 km gereden en willen vandaag nog 175 km rijden. Schiet dus aardig op.  

 

De campings zijn over het algemeen gesloten. Het seizoen begint in april. Nu staan we op een camping municipal, die is hernoemd tot camper plaats. Er zijn hier geen faciliteiten, maar we redden ons wel.