zondag 31 oktober 2021

Røros



Na Trondheim is het de vraag waarheen nu. We balen van de grote weg, want dat is gewoon doorrijden en drukker met vrachtverkeer. We zoeken een kleinere weg uit, die brengt ons oostwaarts. s’Nachts worden we getrakteerd op een vreselijke storm. Teveel voor de WC tent en de kleine luifel. Midden in de nacht breken we de boel af. Fred slaapt altijd heel makkelijk in, ik minder. De nacht erop weer hetzelfde liedje, echter nu er twee keer eruit omdat er op het dak iets staat te klapperen. 

Ik ben er klaar mee. Ter plekke gooien we ons plan om, we gaan niet naar de kust en de fjorden, maar richting huis. 

Dit brengt ons in Røros. Røros is een oud mijnwerkers stadje met koper mijnen. De eerste mijn ging open in 1665. Na drie eeuwen kwam er een einde aan de koper industrie. Het werk was erg zwaar.  Nu is het rustig, zelfs zo rustig dat het museum gesloten is. Veel authentieke huizen zijn bewaard gebleven. Het stadje is gebruikt om vele films op te nemen o.a.die van Pippi Langkous.

s’Zomers is het druk met toeristen, er zijn veel kunstenaars hier neergestreken. De winkeltjes liggen vol met souvenirs. Al met al toch wel een bezoekje waard. Het geeft een goede indruk van vroegere tijden. 






Als we verder zuidwaarts rijden kruisen we de Peer Vynt Vegen. Die hebben we al eerder gedaan en staat bekend om zijn natuurschoon. Die nemen we als vervolg op onze reis.



woensdag 27 oktober 2021

Trondheim



De hele nacht heeft het gesneeuwd, de ijspegels hangen onderaan de caravan. Het is prachtig stil buiten. Een stukje bij ons vandaan, staat een WC gebouwtje, waar wij gebruik van maken. Omdat het zo koud is neem ik een emmer warm water mee om me te wassen. Binnen is het beschut. Als ik naar buiten wil, blijkt aan de buitenkant het slot (houten plankje, dat achter een ander plankje haakt) dichtgevallen te zijn. Duwen heeft geen zin want dit soort zaken zijn hier stevig. Ik trap daarom tegen de houten wand in de hoop dat Fred mij hoort, anders gewoon wachten tot hij onraad ruikt. Mijn mobiel heb k niet bij me. Trouwens het bereik is dermate slecht dat een beltoon niet overgaat.

Na enige tijd hoort hij me toch en vraagt wat er aan de hand is. “Ik kan er niet uit”, zei k. “Oh” dan doe ik open. Ik geloof niet dat hij in de gaten had, dat je dat van binnenuit niet kunt doen. Na deze hik-up vertrekken we naar Trondheim. We nestelen ons daar op de camping om de volgende dag de stad in te gaan.








Als eerste stappen we de kathedral (Nidaros Domkerk) binnen. Hij stamt van 1152 en is in de loop der eeuwen gegroeid. Hij is sober, maar mooi door zijn grootsheid. In de middeleeuwen werden hier de Noorse koningen gekroond. Sinds de reformatie is hij in handen van de Lutherse bisschoppen. Uit archeologische vondsten blijkt, dat er rond de kathedraal een heleboel ambachten actief waren. Er werden munten geslagen, sieraden gemaakt, handel gedreven met Duitsland, Nederland en Polen. Landerijen werden verpacht, rond de kerk heerste. 

De kerk werd door een brand verwoest. Om hem te herstellen werden de marmeren beelden en grafstenen gebruikt. Veel later is men daarachter gekomen tijdens herstel werkzaamheden en heeft men de beelden “opgegraven”. In het aartsbisschoppelijke museum, staan de beelden tentoongesteld. In de crypte van het museum, worden grafstenen tentoongesteld, of wat daarvan over is. Het is de grootste grafstenen collectie uit Noorwegen en interessant als je de beschrijving leest. 







We zijn hier een paar uurtjes zoet, waarna we de stad inlopen. Het oude gedeelte (Baklandet) is gezellig en sfeervol. Jammer dat het weer zo druilerig is. De gekleurde huizen steken af tegen de grijze lucht en het water, dit waren de handelshuizen van vroeger. Het is een Noorse variant op onze Amsterdamse grachten. 

Er zijn veel eethuisjes, muziek schalt uit een tent, waar een diskjockey voor verantwoordelijk is.







Tegen vijf uur houden we het voor gezien en gaan op zoek naar een restaurantje. Hier wordt erg vaak hamburgers geserveerd waar we geen zin in hebben. Maar er blijkt volgens google een goede pizzeria te zijn, waar we neerstrijken.   


dinsdag 19 oktober 2021

Dag Lofoten.

 



Nog steeds staan we verbaasd over de mooie omgeving. De ene keer waan je je in de Dolomieten de andere keer zit je in een meren landschap. We slingeren over de kleinere wegen door het landschap en hoppen zo van eiland naar eiland. Soms zit er een pont tussen. Ons plan was om naar Lauvik te gaan, daar is een Aurora centrum van twee Nederlanders. Ik mail ze om info, want de website is slecht te lezen op mijn mobiel. Ik wil weten wat ze te bieden hebben, omdat de toegang voor zijn tweeen fors is. Maar ze verwijzen naar hun website in het antwoord. Daar schiet je niets mee op, dus dan maar niet. We hebben ons al geïnformeerd over de zonnewinden en de magnetische velden die de Aurora teweeg brengt. 

We vinden een leuk beschut plaatsje bij Vinje aan de zee. Fred wil daar graag foto’s maken. ‘s Avonds krijgen we een Aurora melding, dus er weer tussenuit. En we worden wederom beloond. Tegen half twaalf richting camper en naar bed. Verkleumd maar ook voldaan.


 





Fred had gelezen dat de weg naar Myrland mooi is. We worden meteen verrast door aalscholvers op de rotsen. We weten dat de weg doodloopt, dat is twee keer genieten. Mooie stijle rotspartijen waarop steen lawines.  Aan de overkant de besneeuwde toppen van de bergen. De wind wakkert aan, als we staan. Ik ben altijd nog bang om weg te waaien, zo aan zee op een rotspunt. De wind loeit met 10 bf. Ook dit loopt goed af.





Sinds enige dagen eten we warm tussen de middag. Dat scheelt kou tijdens het koken, want na 5 uur is het echt niet aangenaam. De grote tent hebben we niet meer opgezet, we leven nu meer binnen. Op bed dus, maar lekker warm en knus.

Als het waait, dan s’ nachts zo de kou in bij temperaturen rond het vriespunt. Maar dat went ook. De pot staat gewoon langs de caravan, maar er is toch niemand die je ziet. 


We rijden verder naar Reine, een van de mooiste plaatsjes van Noorwegen. Het is gebouwd op meerdere eilanden, met bruggen verbonden. Dit authentieke vissersdorp is een attractie voor toeristen. In een bocht staat een kluitje fotografen dezelfde foto te maken van de huisjes. Een beroemde foto Google maar eens. Ik geloof dat wel, want het is weinig origineel. Voor we het weten zijn we in Moskenes, beide aardig koud. We hebben vandaag veel regen gehad, een erg onrustige nacht en daar ligt de veerpont. Het weer voorspelt weinig goeds de komende dagen, sneeuw en wind. In een mum van tijd beslissen we om de Lofoten te verlaten en naar huis te gaan. Even nog dubben hoe te rijden, maar de fjorden van Noorwegen zijn mooi, dus niet via Zweden. De overtocht duurt drie uur, er is een camping in Bodø. Daar nemen we een warme douche. Wat ben ik die gaan waarderen. 

Als we willen betalen blijkt de camping gesloten. Nu ja dan maar een gratis nachtje.





Het valt op hoe druk de weg naar Trondheim is. We missen de rustige weggetjes. Mogelijk wordt het na Trondheim beter. Onderweg
we een auto op zijn kop liggen, geslipt door de verraderlijke gladde sneeuw. De mensen staan ernaast, dus geen ernstig letsel vermoed ik. 

Wij staan nu tussen de bomen bij een idillisch meertje. Er ligt een paar cm sneeuw. De temperatuur is gedaald tot -6. Alles bevriest meteen. Vaat doekjes worden ijsklompen, bekers vriezen vast. 

Vanmorgen een klein wasje gedaan, bij -6, ook een ervaring. Handschoenen onder mijn huishoudhandschoenen, werkt. De kachel in de WC tent geplaatst, kan net, het is er meteen een sauna. Dus daar heerlijk warm gepoedeld en de was opgehangen. We kunnen er net met zijn tweeën op een krukje zitten als we lunchen met een rendier stoofpotje. 

De wind is gedraaid en neemt toe. Wij draaien de caravan, dan sta je in de keuken uit de wind. 

Morgen wordt er weer storm en sneeuw verwacht, maar hier tussen de bergen zijn we redelijk beschut. Waarschijnlijk blijven we dan hier want we willen geen risico van te slecht weer lopen. Km rijden door dichte sneeuw is niet aangenaam. We zien wel.



                



vrijdag 15 oktober 2021

Onze Walvis Safari in Andenes

  



Op maandag staan we vroeg op, de Walvis Safari staat op het programma. Het weer ziet er veelbelovend uit. Niet teveel wind. Het is een half uurtje rijden naar Andenes. We nemen brood en snacks mee.

Aangekomen blijkt de belangstelling groot te zijn, zo een 40 man schat ik. We komen in contact met Heleen, een Hollandse die haar studie voor 4 maanden heeft stopgezet en alleen in een Toyota Hilux rondtrekt. Dapper hoor. Er staat een auto met een daktent naast onze auto geparkeerd,  zitten wij primitief, dat is helemaal primitief. Uiteindelijk hebben wij een kachel en een vaste schil. Fred heeft heel lang een daktent willen hebben, ben ik blij dat het er nooit van gekomen is.

Tegen 10 uur begint de rondleiding in het centrum. Er wordt verteld over de schillende soorten walvissen, met tanden (potvissen)en met baleinen. Er leven ook Orca’s, dolfijnen, Die vallen ook onder de walvissen. 

 In de baai zitten voornamelijk mannelijke potvissen, de vrouwen houden zich veel zuidelijker op, omdat het daar warmer is. Maar ook omdat daar minder Orca’s zitten die de jonge potvissen aanvallen.  Eens per jaar gaan de mannen naar het zuiden. Vrouwtjes paren elke 4 tot 20 jaar, ze  zijn met 9 jaar geslachtsrijp. Ze paren tot 40 jaar en worden net zo oud als mensen. 

Mannen zijn met 18 jaar geslachtsrijp en vechten om de vrouwen, maar uiteindelijk kiest de vrouwen partner. De staart van de potvis is als een vingerafdruk waaraan wetenschappers ze herkennen en kunnen volgen. 


.


De zeebodem bij Andenes heeft een bijzondere structuur, aantrekkelijk voor walvissen. De kust heeft een glooiende bodem, rijk aan voedingsmiddelen voor vissen, die hier volop leven. Even buiten de kust ligt Bleik Canyon, een diepe zee. Hier kunnen de potvissen 3000 meter diep duiken op zoek naar prooi. Inktvissen en diepzee vissen. Ze doen daar 30 - 40 minuten over (max 2 uur). Ze vinden hun prooi met een sonarsysteem. Ze maken klikgeluiden en ontvangen het signaal terug en kunnen daaruit concluderen of waar een prooi zich bevindt. Ze zien niets op deze diepte. ook communiceren en navigeren ze op deze manier  

In Noorwegen bevinden zich 5000 walvissen. 


Na de lezing stappen we aan boord waar sonde apparatuur aanwezig is om de klikgeluiden op te vangen.  Bij prachtig en relatief rustig weer is het genieten aan boord. Na anderhalf uur speuren en niets gevonden te hebben, krijgen we de mededeling dat de walvissen erg ver buiten de kust zijn. We moeten naar dieper water. Af en toe valt de boot stil om de klikgeluiden beter te kunnen horen. Volle kracht vooruit. En dan als je bijna denkt dat het niet meer lukt,  de mededeling dat er geluiden zijn waargenomen, ver uit de kust. Het eerst zo rustige tochtje verandert in een erg deinend bootje.  Grote golven rollen af en aan en de eerste zeezieke mensen melden zich.  Dan is er toch die walvis naast de boot. De kapitein waarschuwt wanneer het beest gaat duiken, spannend. Camera’s klikken af en aan. Weer verder de zee op, Fred ziet spierwit en komt terug met een kotszakje. Dan ga ook ik voor de bijl, maar niet zo erg. Het lucht op. Weer een walvis in de peiling en weer het spannende moment van afwachten wanneer hij gaat duiken. Nog minder mensen langs de reling, dit tochtje maakt slachtoffers. Fred vertrekt naar het kombuis hij is er slecht aan toe en zit als een hoopje ellende in een hoekje met meters keukenrol. Hij spuugt alleen nog maar gal en voelt zich zwaar ongelukkig. Ik blijf buiten kleumen ondanks twee paar sokken, hoge schoenen, vijf truien, twee jassen en een dubbele capuchon en muts is het verrekt koud. Binnen is geen optie, daar word ik alleen maar ziek.

Na het bewonderen van nog een walvis, 75 % zieke passagiers in alle stadia en een vrolijk doende bemanning varen we  volle kracht, richting huis. Er wordt warme soep met brood aangeboden, maar de geur alleen al maakt me misselijk. Tegen vijf uur komen we in de haven. Voor velen had het niet langer hoeven te duren. Wel jammer dat we alleen potvissen gezien hebben, maar de natuur laat zich niet dwingen. dit was dus echt een “once in a Lifetime” ervaring.




De dag erop gaan we verder. Eerst weer het kamp opruimen. Er moeten nog boodschappen gedaan worden in Andenes dat besluiten we zonder de trailer te doen.  Makkelijker met parkeren. We rijden weg om ons te realiseren dat we iets vergeten hebben. Fred zet de auto in de achteruit en dan hangen we opeens enorm scheef. Hij heeft met een achterwiel een stijle berm ingestuurd. De auto staat met zijn rechter voorwiel een kleine meter boven de grond, links voor heeft nog houvast. Ook het linker achterwiel zweeft en daar zweef je dan. Sorry even vergeten in de achteruitkijkspiegel te kijken, was zijn commentaar. Wil jij het overnemen. Nu uitstappen aan zijn kant is geen optie en verder vind ik dat hij dit zelf moet klaren. Ik stap uit en zie dat hij probeert de wielen naar boven te draaien, maar dat heeft weinig zin, rechtdoor de berm uit is beter. De wielen slippen door, “Nee” roep ik “denk na”. Zet hem in het sper differentieel Uhh, wat??? Maximale onafhankelijke kracht op de wielen. Dat heeft succes en langzaam komt de auto uit de berm. Gelukkig maar, dit had heel anders kunnen aflopen. We halen de pollen gras van het chassis af, doen boodschappen, halen de trailer op en vervolgen onze tocht.    

                


zaterdag 9 oktober 2021

Kamperen op stand. De boulevard van Borkenes.


We rijden vanaf de camping bij Grov richting Harstad. Een grote plaats op Storjorda. We rijden langs de zeekust. Prachtige vergezichten met storm. We moeten de pont hebben om naar het volgende eiland te komen van Refsnes naar Flesnes. Het is al laat en ik wil niet nu met de pont. Dus weer op zoek naar een plekje. We gaan op zoek naar water en vinden een diep gelegen wild kolkend riviertje. Met een emmer aan een lijntje hengelen we het water op uit de rivier. Nu maar hopen dat het hengsel het houdt. Weer gered. 

In Borgenes komen we langs de boulevard met de haven. Er zijn grote parkeerplaatsen en een bank. Ach, waarom niet, plek zat. De tent kan achter de caravan. Die moet nodig opgezet, want is nat ingepakt. Af en toe loopt er iemand langs, maar opmerkingen krijgen we niet. Later op de avond komt een grote Duitse camper ons vergezellen.

Het moet een raar gezicht zijn als je iemand in de nacht in haar pyjama op de parkeerplaats ziet en de tent in ziet schieten, om daar haar behoefte te doen. 




Het stormt behoorlijk die nacht en we waren lui geweest door de storm lijnen niet vast te zetten. Dus tegen twaalf uur weer het bed uit om dat te fixen. Onze Duitse buurman in zijn grote camper klaagt ‘s morgens over de storm, maar daar hebben wij weinig van gemerkt in de trailer. Het valt ook op hoe goed het geluid gedempt wordt, als er auto’s langsrijden. 





Als we bij de pont aankomen staat de Duitse buurman er ook. We groeten elkaar vriendelijk. Het zijn misschien net zulke zwervers en dat schept een band.De pont heeft een uurs regeling. We wachten een half uur, tijd voor een boterham. De overtocht duurt een half uur. Het is een mooi fjord met hoge ruige kale rotsen. We zitten nu op het eiland Andœya. Het is vlakker met moerasachtige veengronden. Stroompjes van de Bergen. Weer verder ons verbazend over het landschap. Hoge stijle bergen, grote gele vlakten

Mijn behoefte aan warmte neemt toe, dus nu serieus op zoek naar een camping. We vinden er eentje in Kvalnes. Je moet bellen en na een half uur komt een oudere heer ons inschrijven. Het seizoen is afgelopen, maar we zijn welkom. We hebben nu de luxe van een warme keuken, plus een heerlijke douche. We leven deze dagen dus in die keuken.





Van hieruit rijden we het eiland rond.


 Ik zie een roofvogel langs de kant. s’Avonds zien we
noorderlicht en maken een afspraak voor een walvis Safari. Helaas wordt die wegens de slechte weersomstandigheden afgezegd. We besluiten hier te wachten om maandag alsnog een poging te wagen. Dan zijn we zelf ook voldoende opgeladen met de geneugten van internet en een mee ‘normaal’ leven. Want dat rondtrekken kost energie.





dinsdag 5 oktober 2021

Kungsleden


Fred is in staat geweest om de buis van de tent te repareren. De ventielen deden de job. Het terugplaatsen van de buizen is een klus. Je moet de “binnenband” in een Kevlar tube schuiven. Ik kreeg het idee om de band met talkpoeder in te smeren. Dat hielp en met gezamenlijk rukken en trekken zat hij op zijn plaats. Vervolgens kwamen we tot de ontdekking dat het ventiel aan de verkeerde kant  zat. Dus band er weer uit en omgekeerd erin. Dan moet de buis nog in de tent gemonteerd worden. Daarvoor zijn er Kevlar banden op de ribben van de tent, waarachter hij getrokken wordt. Je bent dan bezig met 40 kilo onwillige tent. De beloning is groot als alles weer op zijn plaats zit. 


Van een Zweedse Facebook vriend hadden we de tip gekregen om in Abisko het Kungsleden pad te bewandelen. Dit is een must voor iedere wandelende Zweed. Het hele pad is 480 kilometer, geschikt voor meerdaagse tochten. Er zijn hutten waar je kunt overnachten. Voor ons te ver, maar een wandeling van twee uur lijkt ons wel wat. Bepakt met foto rugzak en statief gaan we op weg. Na een flinke klim komt Fred erachter dat hij zijn statief kwijt is. In paniek gooit hij zijn rugzak op de grond samen met zijn camera en loopt terug. Daar zit ik dan op een hoog punt in de snijdende wind. Na een half uur, probeer ik hem te bereiken, maar de telefoon hoort hij niet. Ik had hem willen zeggen, navraag te doen bij de tourist information. Want dat hij helemaal is teruggelopen is duidelijk. Ik koel teveel af, dus hijs ik zijn foto tas op mijn rug, en met mijn tas aan de arm, struggle ik de berg af. In ieder geval word ik warm. Het doet me denken aan de keer, dat hij boven op een berg, zijn ski’s uittrekt. Hij kwam tot de ontdekking dat hij op een zwarte piste stond en daar wilde hij niet naar beneden. Ik gil nog niet doen, want je hebt zonder ski’s geen houvast. Te laat, hij glijdt met een reuze vaart de berg af. Gelukkig zonder ernstige gevolgen. Ik pak zijn ski’s op mijn schouders en ga naar beneden. Hij lacht, maar ik vond het zo stom.







Fred komt zonder statief retour. Ik vraag nog of hij bij de Tourist Information navraag had gedaan, over gevonden voorwerpen. Daar had hij niet aan gedacht. Op de heenweg had hij een foto gemaakt voor een groep jongeren en hij vermoedt dat hij toen zijn statief heeft weggelegd. Als ik nadenk, zie ik geen beeld van hem met statief. Ik loop terug naar de caravan en vindt daar zijn statief op de wielkast. Ook weer opgelost. 



Na de lunch tweede poging om op weg te gaan over het wandelpad. Het weer is goed en de omgeving prachtig. Er is een kloof waar de rivier doorheen kolkt. We zijn beide moe en willen de tent op een camping bij de grens zetten. Ook hier blijken wel stacaravans te zijn, maar de receptie is dicht. Dat wordt verder rijden en daar gaat de warme douche. Zo belanden we dan toch in Noorwegen. Veel te laat vinden we een plekje langs de weg. We maken kamp met de grote tent. Na zes uur koelt het erg af en dan wil je wel beschutting hebben. De twee dagen zonder tent was een koude winderige bedoeling. 


Nu staan we op een camping bij Grofjord als enige kampeerder. Aan de zee met een prachtig uitzicht. Achter ons een enorme berg. Bootjes liggen aan de stijger te dobberen. 

Er wordt veel gevist en Fred werpt zijn hengeltje uit. Zowaar hij heeft beet, vanavond vis op het menu.


Vandaag worden we gewaarschuwd dat vannacht het gaat stormen. Zeker 10bf met valwinden vanaf de bergen. Hij raadt aan de caravan te verplaatsen achter een huisje. Want zaken kunnen wegwaaien, zelfs caravans. Hij heeft ooit drie boten weggewaaid gehad, die op de kant lagen. We kennen deze verhalen ook uit Schotland, waar zaken met dikke touwen en stenen verzwaard worden. We halen de tent neer, die drijfnat is, van de constante regen. Verplaatsen de caravan en laten hem op de trekhaak. We zien wel, indien nodig kunnen we wegrijden.