maandag 30 mei 2022

Van Riópar naar Parque Natural de la Sierra de Cazorla, Segura y las Villas

 29 mei..


Langs de weg loopt een mooi schoon stroompje. Ik heb een was te doen en dit stromend water is uitstekend geschikt. Wasmachientje naar buiten, de generator aan en voila draaien maar. Ik loop langs het stroompje de helling af en kom uit in een grot waar het water invalt  van grote hoogte. Op een bijbehorend bord staat dat deze waterval La Juanfria heet en s’winters bevroren is. Het water vloeit verder door de gemeente Paterna de Madera. 






We rijden met de natte was verder, het is al wat later geworden, dus tijd om te zoeken naar een camping plekje. We vinden een idyllisch groen veld met brem struiken, die volop in bloei staan. Prachtig dat geel tegen de achtergrond van bomen en struiken op de hellingen van de bergen. In het gras bloeiende bloemetjes, paarse orchideeën, witte margrietjes, blauwe rolklaver en ga zo maar door. Het is een paradijsje. s’Avonds de absolute rust. 

De volgende ochtend getrakteerd op vogel geluiden. De koekoek is behoorlijk aanwezig. Onderweg komen we een grote groep geiten tegen. Ze stoeien met elkaar, de horens in elkaar gedraaid. BAM gaat het bij iedere aanval. Ik weet niet waarom ze dit doen, want het zijn dames. Dus denk je niet aan een pikorde. 








De tocht voert verder, tegen 10 uur belanden we in Riópar een dorp.

 

( Riópar ligt in de Spaanse provincie Albacete in de regio Castilla La Mancha. De rio Mundo ontspringt hier met een stevige waterval. De streek is relatief nat en de vegetatie divers. Ook het landschap met hoge bergen tot 1500 meter begroeid met  zwarte pijnbomen, (Pinus Nigeria)).


Als we door de dorpstraat rijden, die geflankeerd wordt met dikke plantanen, zie ik een marktje in een ooghoek. We zoeken naar een parkeerplaats en lopen het stadje in. Op de speelplaats van de school wordt gevoetbald, muziek schalt over de straat. Ik kan me niet herinneren dat dat vroeger bij ons ook zo was op school.

 De markt biedt een mengeling van groenten en kleding. Ik koop een katoenen bloesje en een veel te dure gegrilde kip. Met wat sla erbij een prima maaltijd. 






Tegen de avond belanden we op een plaatsje tussen de olijfbomen, een kleine terrasgewijze boomgaard.  De bloesem is zich aan het vormen. We zijn al aardig gewend aan het Spaanse ritme: opstaan om 6:00 uur ‘s middags een siësta en ‘s avonds een lange avond. Tegen acht uur in de ochtend komt er een dikke wagen het terreintje oprijden. Oei dat is foute boel. Een officieel in het groen geklede meneer loopt naar ons toe. “Ola” klinkt het, gevolgd door een stroom aan woorden. “No hablo español’’ zeg ik en wijs op ons nummerbord. Natuurlijk vertelt hij ons dat we hier niet mogen staan en dat er in Riópar een camperplaats is. Ik maak duidelijk dat we vertrekken. Na nog wat gebarentaal en een vermaning vertrekt hij en komen wij met de schrik vrij. 


Als we verder door het dal rijden zien we erg veel boswachter auto’s. Er is een natuur evenement bezig, bussen met schoolkinderen worden uitgeladen. Ze worden in groepen verdeeld en gaan met de boswachter mee. Veel gegiebel, leuk om te zien. We zien wel vaker schoolbussen, ik heb het gevoel dat hier veel voor de jeugd georganiseerd wordt.






Voor de avond toch maar naar een camping deze keer. Het is uiteindelijk een natuurgebied. De enige camping die we vinden ligt in de buurt van een groot meer. 

Het is er rustig als we aankomen op vrijdag. Een korte blik op het sanitair leert me dat de kranen erbij hangen, de douche wel water geeft, maar niet in de houder blijft. Het eindeloos duurt voordat het water warm is. Al met al een typisch voorbeeld van vervlogen tijden. We zetten de luifel uit voor de schaduw en ook de keuken tent. 

We drinken een biertje op het terras van het restaurant. Lekker koud. De eigenaresse spreekt Engels. Ze beheert de camping al 40 jaar. 

We vragen haar waar we een SIM kaart kunnen kopen, want mijn mobiel abonnement is op. En zowaar er is een telefoon winkel dichtbij. Daar gaan we zeker heen.

Zaterdag komen de mensen van de “vaste plaatsen”. De muziek wordt aangezet en schalt over het terrein. Als je langsloopt langs de verschillende onderkomens, wisselen de genres elkaar af. 


In de telefoon winkel hebben ze zowaar SIM kaarten en iemand die er verstand van heeft. We hebben geen verblijfplaats in Spanje, maar een kopie van mijn paspoort voldoet. Hij haalt ook de pincode van de kaart en stopt hem in mijn MiFi, die hij eerst wantrouwend bekijkt. Ik krijg van hem de APN gegevens plus de internet gegevens. De rest kan ik thuis uitpuzzelen. Zo weer een probleem minder en meteen genoeg data voor de rest van de vakantie. Aan de 4000 belminuten heb ik weinig. Die gebruiken we toch niet. 


Vandaag ben ik 74 geworden. Ik vertelde gisteren aan Fred dat ik weiger om nog jarig te zijn. Het gaat allemaal zo hard. Natuurlijk is dat je kop in het zand steken, maar als je bedenkt dat ik over 6 jaar 80 bent, is dat toch niet echt fijn. Hoelang kunnen we dit nog samen doen? Twee oude gekken die off-road een trip door Spanje maken in een auto zonder airco bij meer dan 30 graden? Die buiten slapen en leven in de vrije natuur. Volkomen afhankelijk van elkaar, want in de bergen is geen telefoon bereik of internet. Dan maar hopen op onze Walkie talkies. 

En natuurlijk mis ik nu de kinderen en kleinkinderen op mijn verjaardag. Maar hun lieve wensen maken veel goed. Volgend jaar eens nadenken over een feestje.














 


maandag 23 mei 2022

Muggen, muggen en nog eens 🦟 muggen.

 


Onze reis vervolgt zich richting Landete. Het landschap wordt nog steeds gesierd met giga rotsen, maar er is ook meer bouwland. Wijngaarden afgewisseld met olijf bomen. De aarde rood en droog, met stenen en barsten. In riviertjes staat geen tot weinig water. Dorpen zijn uit de middeleeuwen, de huizen okerrrood  gekleurd. De ramen hermetisch gesloten met rolluiken om de hitte buiten te houden. Je ziet weinig tot geen mensen. 



Boodschappen doen is een uitdaging. Je herkent aan de voorgevel een winkel niet. Etalages kennen ze niet. Het uithangbord -supermercado- wijst op een kruidenier. We dwalen door het dorpje om zulks te vinden en kopen ons dagelijks brood en wat te eten. Als we geluk hebben vinden we vlees, of iets van vis in de diepvries. Groente erbij, meestal sla met rijst of een aardappel. We koken op een spiritus brander of een kleine gasbrander. Al naar gelang de warmte, die we nodig hebben. Lekker simpel.


De kassa van de supermercado is dé ontmoetingsplek waar nieuwtjes worden uitgewisseld. Men kletst maar door en schiet niet op. Wilde gebaren erbij, volop Spaans temperament.

In de dorpen staan grote afval containers, voor ons een zegen. We bezoeken die dan ook steevast iedere dag. De dorpspomp voorziet in water. Drinkwater kopen we. 

We hebben een paar 8 liter waterflessen zwart gespoten en douchen s’avonds heerlijk warm in de vrije natuur.  De zon doet zijn werk. Met deze temperaturen zetten we geen tent op, de deuren van de trailer staan tegenover elkaar open voor de nodige koelte. 





Zaterdag vonden we een plekje tussen de bloeiende lavendel. Een paarse waas hing er door de ondergaande zon. Helaas schijnen muggen ook hiervan te houden, want ik werd letterlijk besprongen. Grote muggen waren het, ze jeuken verschrikkelijk. Ik lijk een stekelvarken met die rode plekken. Het was de eerste keer dat we DEET gebruikten om ze te verdrijven, maar in mijn hart houd ik daar niet van. Toch zijn we hier zondag gebleven. Ik was lui. Als we gaan wandelen zien we veel verschillende vlinders, maar ook een ree verrast ons. Leuke cadeautjes. 




Nu staan we langs een ravijn op een plat stukje. In de diepte een dorpje. Ik wilde net gaan douchen toen er een hond kwam aantippelen. Later zijn baasje, had ik even geluk dat ik nog net niet als Eva daar stond. 




vrijdag 20 mei 2022

Rond Albarracin

 18 mei Albarracin.


Gisteren een prachtige rit gemaakt door naaldboom bossen. We waren wederom vroeg vertrokken om de hitte voor te zijn. Het venijn van deze dag zat in de staart. Op zeker moment stonden we hoog op een berg bij de restanten van het kasteel Murallas de Albarracin. Het is een vesting uit 1167. De muren staan alleen nog overeind. Het is gebouwd door Islamitische overheersers de Omajjaden, oorspronkelijk afkomstig uit Damascus. Spanje en Portugal maakten deel uit van het Islamitische kalifaat. 

De weg naar beneden was een ware hel. Hij bestond uit steenbrokken, waarop de auto glipt, diepe voren van water en smalle bochten. Dat alles grenzend aan een stijle rotswand of een afgrond en net zo breed als de auto. We zijn vaak uitgestapt om te zien - hoe verder-. Keren is namelijk geen optie. 

Toch hebben we de weg zonder kleerscheuren naar beneden volbracht en verzuchtte ik, nu rust. Wat ben ik blij met onze supersterke auto, die nu echt zijn diensten bewijst en ons redt uit deze idiote situatie. Ook de caravan doet het goed. Hij heeft een laag zwaartepunt.  Hij rijdt met gemak over een steen op een wiel. Ik ben soms bang dat hij kantelt en dan is de ellende niet te overzien.

Op de camping van Albarracin meteen in slaap gevallen, met een middag dutje van 3 uur. Het kostte duidelijk energie.









Tegen vijf uur het stadje ingelopen. Het is heel oud, middeleeuws. Smalle stijle straatjes met overhangende huizen. De okerkleurig zie je overal. Veel Hollandse toeristen. Gidsen ratelen door in het Spaans, die spreken hier geen Engels. We kopen lekkere hapjes voor het avondeten en lopen naar huis.

Vandaag getuige geweest van het camping leven. Er arriveert een camper, (groot, groter, groots) of idem caravan. Pootjes uit en de satelliet. Want de tv is belangrijk. Vervolgens de stoeltjes ervoor en zitten maar. Het is vermakelijk hoe dit ritueel zich herhaalt. Op de camping zijn merendeel Nederlanders. Ze lopen, als ze uitgezeten zijn langs en zijn nieuwsgierig naar onze Hero. Opmerkingen als:”wat een apart ding, wat een mooie combi, stoer hoor” vliegen langs. Het is goed bedoeld, zullen we maar zeggen, want wat wij doen werkt niet met een gewone caravan of grote camper. En er zijn veel mensen die dit niet willen. Ergens gaan staan, zonder communicatie mogelijkheid, alleen met de natuur.






Omdat we ook dicht bij de 4x4 track staan, camperen er ook landrovers of off-road campertjes met dikke banden en een danktent. Die zijn dan nieuwsgierig hoe wij dit doen met een trailer achter de auto. We wisselen info uit, over de route en nuttige apps. 


Een stel Franse wijst ons op het natuurgebied Pilates de Rodeno.

Er zijn gigantische rotsen op elkaar gestapeld en oude muurschilderingen. Natuurlijk gaan we dat bekijken en het is fantastisch. De ochtend is nog lekker koel en tussen de stenen en de bomen is het niet verkeerd. Een aanrader. 

s’Middags gaan we naar een zoutmijn. Om 4 uur is het nog steeds 27 graden en de klim naar boven en naar beneden is niet echt fijn. Zweten!! Uiteindelijk komen we bij de bakken waarin het water van de rotsen verzameld wordt en daarna verdampt. Ik begrijp, dat dit een restant uit het verleden is en niet actief gebruikt wordt. De omliggende rotsen hebben een groene tint. De heuvels begroeid met bomen en struiken, die tegen zout kunnen. Ik ben aardig kapot als we weer in de auto zitten. Het was niet echt de moeite waard, ook niet de waterval een stukje verderop. Maar hiervoor zijn we teveel verwend in het Noorden.




Onze reis gaat verder. We hebben nu een road boek uitgereden naar Teruel. Boek Nummer twee volgt de route vanTeruel naar Granada. 

Het was een mooie route met veel afwisselende landschappen. De ene keer ben je tussen diepe kloven en ravijnen, de keer daarop in een heuvelachtig, groen landschap. We hebben weinig mensen gezien, behalve op de camping. Een buur- kletspraatje is dan ook best gezellig.








 

24 jaar getrouwd. Ook dat nog. En bijna 74. Hoe ouder , hoe gekker.

maandag 16 mei 2022

Ibdis, 13 mei


We raken aardig gewend aan het gehobbel over de stenen. Alles rammelt en trilt in de auto. Wat missen we
  de Airco, maar de reparatie is dermate duur dat je je moet afvragen of je dit moet doen. Anderzijds is het rijden in deze warmte knap vermoeiend. Dit doet me denken aan mijn jeugd, toen we naar Zuid Frankrijk reden. 4 dagen in de auto, er was nog geen péage. Als we in het Moren gebied, zoals mijn vader dat noemde, kwamen, zag je de rode grond. Daar werd het echt warm. Hij reedt met een open raam en had steevast een verbrande onderarm. De  geschiedenis herhaalt zich, omdat ik die nu ook heb.



 In de kleine dorpjes zie je meestal ouderen. Iedereen heeft de tijd en maakt een praatje met elkaar. Uren ratelt het Spaans als een melodie door de straat. Google translate is een grote hulp, als we een bakker zoeken. Het antwoord wordt begeleid met grootste gebaren, waaruit we de richting kunnen opmaken. En als er maar een paar straten zijn, is de keus niet moeilijk. 

We staan nu naast een enorme rotswand van rood gelaagd gesteente. Er zitten enorme keien in. Her en der met groen begroeid. Het barst er van de vogels, gieren cirkelen kraaiend rond. s’Avonds worden we getrakteerd op een schor blaffend geluid. Volgens Fred gemzen, maar volgens mij apen. Een krekel maakt een enorm lawaai. Puur natuur dus.

We zijn er nu achter dat het een blaffende reebok is geweest.


Ibdis ligt 2 kilometer verderop, hier kunnen we te voet heen voor boodschappen. Op de terugweg drinken we wat, een biertje en een wijntje 3€. Dat zijn nog eens tijden.

We hebben nog een lasagne in de koelkast, samen met dikke ronde vleestomaten een delicatesse. En omdat de zon schijnt absoluut geen probleem met stroom. Morgen gaan we weer verder, alleen dan in een ander ritme. Om 6 uur opstaan, rijden tot een uur of 12 en dan siësta houden. Want dat hele warme haalt de lol van de reis eraf.



15 mei.

We zijn inderdaad vroeg opgestaan. Het is zelfs koel buiten met 11 graden. De route loopt door grote rotspartijen en kloven. Er zijn hier vreselijk veel zwaluwen. Het vliegt af en aan. Ons oog wordt getroffen door een fantastische kleurrijke vogel. Een bijen-eter. Er zijn er meerdere en na wat wachten kunnen we een foto maken.



Langs de kant komen we soms water tegen uit de rotsen. De tanks worden gevuld. Het landschap is hier heuvelachtiger en meer open. Dat zal niet lang duren want we draaien de Col van de Tajo op. 


Deze weg wordt een echte uitdaging. Er zijn diepe geulen, en de helling af en toe 20%. Korte bochten, hetgeen lastig is met de combi. Af en toe rakelings langs takken, arme krassen op de auto. Nu staan we op een prachtige plek boven op een richel. Er is hier meer begroeiing.

Blauwe egelbrem, gele brem, lage kamperfoelie, paarse klokjes, en laag struikgewas. Af en toe een orchidee. 





Vandaag stopten er een paar jagers. Ze waren op zoek naar een ‘beest met horens’. Ik maakte dit op uit de gebarentaal. Men snapt vaak niet dat wij geen Spaans spreken, dus ratelen ze maar door. Ze waren verbaasd over het zonnepaneel om de accu op te laden en vervolgens vertrokken ze. Morgen wordt de weg weer vervolgd, het wordt weer een uitdaging. 



woensdag 11 mei 2022

In de bergen

 10 mei Talamantes.


Toch maar weer door het binnenland gereden. De weg voert door een golvend  landschap richting de bergen. We doen het dorpje El Buste aan. We zouden rechtdoor moeten, maar gezien onze eerdere ervaringen, gaat Fred eerst te voet even verkennen. Hij zegt, je kunt erdoor, alleen weet ik niet hoe. Het is zo smal en met een paar auto’s aan de kant ondoenlijk. We gokken erop dat er meer dan een straat is en hebben geluk, we komen aan de andere kant van het dorp uit. Toch even teruglopen voor wat foto’s. Het is siësta en erg rustig. Her en der wat stemmen achter de dikke okergele muren van de tuin. 

Voorts gaat de tocht, een konijn rent met de auto mee. Een vos staat tussen de olijfbomen. Tegen vier uur belanden we in het gebied van Vera de Moncayo. Een enorm windmolen park. De molens staan op een lange heuvelkam te zingen in de sterke wind. Zoef, zoef, zoef. Het heeft iets rustgevend, dit ritme en gezoem. s’Nachts flikkeren de rode lichten op de top van de molens als een lange Kerstslinger in de avondlucht




We raken zo allengs gewend aan het gehobbel op de weg. Af en toe diepe geulen ontwijken. De caravan volgt goed, zijn spoor is breder dan dat van de auto en soms gaat hij aardig scheef over een uitstekende steen. Er klinkt een aardig gekras van het stekelig struikgewas aan de zijkant, Fred kapt her en der te erge takken weg. Het land geurt van de tijm, de kleine bloeiende struikjes zijn royaal aanwezig. 


Om de de nodigde boodschappen te doen wijken we uit naar Tarazona. Het voelt raar op de weg te rijden. Eerst tanken en dan naar de supermarkt. Tanken wordt hier voor je gedaan. De juffrouw van het pomp station maakt duidelijk, dat er verkeerd is afgerekend. Dat zou een makkie geweest zijn van 30 €. Nu ja- eerlijk duurt het langst en het was niet onze schuld.

De supermarkt is groot, boven verwachting. We kopen dorade, lasagna,  tortellini, en diepvries groente. Een net vol sinaasappelen en Freds lievelings toetjes. Hij is zo een zoetekauw. 

Het is al over twaalven, we zetten de combi op een parkeerplaats om te lunchen. Een jonge man stapt in een hemdje op Fred toe. Het is een Bulgaar. Zijn gehavende truck wil niet starten. Of we kunnen helpen. We koppelen alles af, rijden de auto voor de truck, Fred raakt op een haartje na de zijkant en na het verbinden van de accu’s is het leed is geleden. Hij rijdt weer, ik weet niet voor en hoe lang. Geen zijspiegels, geen raampje rechts, aardig gehavend en onbeladen. Komt niet door de APK in Nederland.


 De volgende stop is een klooster ‘Monasterio De Veruela’, dat bij aankomst gesloten blijkt. Het is groots en ommuurd met daarop kantelen.  Op de hoeken grote uitkijktorens. De ingang een grote houten deur. Door een gaatje gluren we de tuin in en zien een laan met plantagen. We lopen rond de buitenmuur. Her en der gaten, waar we naar binnen loeren, de ene keer de groenten tuin in, of over de wijnstruiken. De andere keer een hyper modern gebouw, dat een duur hotel blijkt te zijn. Door al die kijkgaten krijg je toch een aardig idee en Google doet de rest.






We rijden nog een paar uurtjes door. Het landschap is hier meer in cultuur gebracht. Ook al is het weinig. We hebben volop water gekocht, eerst een douche. In een auto zonder airco is het warm. 

De vis is heerlijk, lekker met spinazie en aardappelen. Tiramisu toe. S’Avonds nog even wat foto’s maken en ik vind een orchidee voor buurman Arno. Hij wil altijd plantjes zien op de foto. 






Fred zet de auto een paar meter naar voren en rijdt over ons stoeltje. Het staat klem tussen de band en de berm. Hij zal nooit coureur worden.


s’Nachts zie ik in de verte een auto naar ons komen rijden. Grote lichten overal. Hij nadert langzaam, ik gluur uit het dakraam, we zijn hier tenslotte illegaal. Hij rijdt langzaam langs. Mijn hart klopt, stel dat…… gewoon niet aan denken, dat zou te gek zijn. De enige auto die in al die uren langs rijdt. 


We zitten nu vaak zonder een netwerk verbinding. Posten wordt lastiger. Vandaag raakt het kwik 31 graden aan. Ik vind dat helemaal niets en heb er ook qua kleding niet echt op gerekend. Om af te koelen een koude douche, we hadden onderweg extra water gevonden uit een bron. Stonden we gisteren tussen de geurende tijm, nu is het lavendel die hier wild langs de bermen en rotsen groeit. Het gonst van de bijen, maar ook dikke zwarte mieren zijn hier veelvuldig. Een gier vliegt hoog in de lucht.

zaterdag 7 mei 2022

Off road naar Teruel.

 05-04 Saint Jean Pied de Port.

Het grote avontuur is begonnen van Saint Jean Pied de Port naar Teruel.  We gaan een route dwars door Spanje rijden via zeer kleine weggetjes of onverharde wegen. De breedte is niet meer dan 2,5 meter en als we een tegenligger tegenkomen moet een van ons terug. Deze keer was ik aan de beurt, het verliep gelukkig goed. Op weg naar Saint Jean komen we massa pelgrims tegen, dit is een zeer bekende bedevaarts plaats voor de pelgrim gangers.

 

De route start door een vallei. Langs de weg een wild stroompje. Allerlei bloemetjes sieren de rand van de weg. We rijden door piepkleine dorpjes met prachtige authentieke huisjes. Er zijn scherpe bochten, de stuurmanskunst wordt op de proef gesteld. We kijken onze ogen uit. Dan gaan we de lange weg met haarspeldbochten op, om op de Col d’Organbide te komen. 1040 meter. Hier overvalt de mist ons. Je ziet amper 5 meter voor de auto. De weg is onvindbaar.  Dit is niet wat we verwacht hadden en om ieder risico te vermijden zoeken we een plekje op de berg. Hopelijk klaart het morgen op. 





Nu die hoop was maar gedeeltelijk waar. Wel iets minder mist maar nog steeds te rijden. De wind is ijzig koud. Onderweg zouden we dolmen moeten tegen komen, maar de mist hult ze in duisternis. Zo jammer van dit gedeelte. 

Als we verder afdalen laten we de mist achter ons en de weg verandert in een pad bezaaid met stenen. We hobbelen voort met hoogstens 15km per uur. Alles trilt in de auto, In de caravan vallen de kleding bakken naar beneden, we lachen erom. Dit komt ook omdat we de deurtjes verwijderd hebben, die waren zo onhandig.

Als we langs een open plek komen, staan twee paarden ons op te wachten. De ene is super nieuwsgierig en snuffelt aan het aanrecht, de bedden en aan ons. Als hij alles gezien heeft draait hij zich om en gaat verder met grazen..







Een paar motor rijders waarschuwen ons dat er gecontroleerd wordt op wild camperen, het is verboden. Daar gaat ons mooie plekje, toch maar door naar een camping, want de boetes zijn hoog.

Op de camping eten we in  de bar  een onbekend gerecht. Het blijkt een uitsmijter te zijn. We heroverwegen onze route. Dat hobbelen vinden we maar niets. Voorlopig gaat de tocht over een sub-sub categorie D weg, dat is goed te doen.  Daarna snijden we een stuk van de route af. Een strak plan. 

Helaas is de routering zo onduidelijk, dat we terecht komen op een onmogelijk weggetje, dat naar een huis leidt. Omkeren zit er niet in. Dus achteruit de berg af. Verderop is een toegang naar een stal. Mogelijk kunnen we daar achteruit in-draaien. Het zijn hete vuren waar we voor staan. Na wat geklungel draaien we de auto in de “oprit” gedeeltelijk met de hand en duw werk. Je wordt nog sterk van zo een tour.  

We koppelen de auto weer aan, Fred zegt vrolijk dat de bocht te maken moet zijn. Nu mooi niet, de draaicirkel is te groot en aan twee kanten een stenen wal en ook recht voor de auto.  Dus de auto in het straatje gezet en weer duw werk. Nu berg af, dood eng want je verplaatst toch een dikke 1000 kilo. Zonder kleerscheuren krijgen we het geheel weer gekoppeld. Op dat ogenblik verschijnt een oude heer die ons duidelijk maakt in het Spaans dat we hier niets te zoeken hebben. Ik zeg “excusare” en “stupido”. Vervolgens maakt hij duidelijk, dat we moeten keren beneden en een ander weggetje nemen de bergen in. 

Op de top een klein middeleeuws dorpje Ujue, waar volgens Fred een supermarkt zou zijn. Nu dit was een groot woord. In een bar verkopen ze brood, wijn, likeur en chocola. Schijnbaar de eerste levensbehoefte. We drinken er een heerlijke kop koffie. Kopen een brood en kaneelcake, plus een fles lokale wijn. Even onszelf verwennen. 





De volgende etappe is het natuurpark - Park Naturel Bardenas Reales-.  






Dit gebied is een beschermd natuurgebied. Een semi woestijnachtig landschap, dat bestaat uit ravijnen, hoogvlakten en steile rotsen in bijzarre vormen. Normaal gesproken is het kaal en onherbergzaam,maar door de vele regen, is er veel groen de grond uitgeschoten. Wind en water hebben in miljoenen jaren rare vormen uitgeslepen in de klei-,kalk- en zandstenen grond, waaruit het landschap bestaat. Hierdoor is een bijna maanachtig landschap ontstaan.  

Het is prachtig, we maken veel foto’s en verbazen ons. Tegen zes uur stoppen we ergens om eerst te eten. Het is jammer dat het continue hier stormt, zeker 7 Bf. Achter de caravan de stoeltjes uit en een maaltijd bereiden. Tortellini  met sla en een schocolade toetje. Daarna verder naar de camping, waar we besluiten twee dagen te blijven om de was te doen. Kunnen we weer schoon op weg. 


dinsdag 3 mei 2022

Col d’Ipharlatze 3 mei

 

Als je je nu afvraagt waar vind ik dit, dan is het antwoord in de Pyreneeën aan de Franse kant. We zijn aardig afgezakt, via kleine weggetjes. Af en toe een stop gemaakt om dingen te bekijken. Zo kwamen we bij een stadje waar een Spaanse molen staat. Plus een ruïne van een kerk, de klokken zijn intact. Die luiden ieder uur. We stonden hier op een parkeerplaats met een prachtig uitzicht over de vallei. Het plaatsje heet Laréole. Er was een openbaar toilet met kraan. Waarschijnlijk op toeristen ingesteld, alles goed onderhouden. Veel wandelpaden door het dal. 





Daarna doorgereden naar de Col in de Pyreneeën. We zijn omgeven door wilde paarden, prachtige blonde koeien met bel (heerlijk rustgevend) en veel roofvogels. De vale gier cirkelt rond en de rode wauw is ook aanwezig. We hebben een berg opgeklommen en kijken uit over het dal. Zo mooi. Qua bloemen valt het tegen. Veel madeliefjes, paardenbloemen, vergeet-me-nietjes en ook wilde Helleborus.

Gisteren de tocht wat verder gemaakt met de auto. Toch maar eens uitproberen wat de auto kan over een stijl tractor spoor. Best spannend was dat. De nieuwe banden zijn geweldig. 






Onderweg kreeg ik een brainwave om een zwarte waterzak op het spatbord te binden. Om zo warm water te creëren. Helaas was de zak nog eigenwijzer dan ik en kwam eraf. Ondanks de spanbanden waarmee ik hem had vastgezet.  Lek dus. Dit was van korte duur.

Ook hadden we een los contact in het elektrisch systeem. Steeds problemen met het aanzetten van het licht of de kachel. Ik ben uren bezig geweest de oorzaak te vinden. Fred heeft eigenhandig de draden anders aangesloten, vandaar het losse contact. Dat is verholpen. Alleen krijg ik de verbinding tussen onze auto accu en de caravan niet werkend. Als de auto rijdt moet de auto accu de caravan accu opladen. Ze noemen dat een DC-DC charger.  Alle koppelingen nagekeken, maar ik kan de oorzaak niet vinden. Gelukkig is er hier volop zon/licht dus raakt de accu makkelijk vol met onze panelen. Alle verlichting werkt op LED, we verbruiken weinig.






We hebben veel plezier van onze zelf geïnstalleerde douche. Warm water moeten we koken, dat is een kleine moeite. We laten het water via een filter circuleren en verbruiken zo een minimum aan water terwijl je wel lekker lang douchet. Af en toe aanvullen met warm water als het te koud is. 


Het tentje op de keuken voldoet geweldig. We staan nu uit de wind buiten. 

We eten buiten en omdat we ook de onderkant van de caravan kunnen afsluiten met een windvang, blijf je uit de wind.


  Vanmiddag kwamen we een eenzame Nederlandse fietser tegen. Gezellig koffie gedronken en een beetje gekletst. Hij gaat naar Compostela. Het viel hem wel tegen ondanks zijn elektrische fiets, omdat je hier op de heuvels met 14% stijging daar weinig aan hebt.