woensdag 23 mei 2018

Liverdun naar huis

We hebben de smaak van het vrijstaan te pakken. Ons enige probleem op dit ogenblik is water. De watertank is leeg tot op de bodem. We stoppen bij een supermarkt om water te kopen. 50 liter elf Euro. Dat is waanzin want daarvoor staan we ook op de camping met elektra en vermijden het risico van een bon. Het water wordt teruggezet. In onze gids zoeken we naar een camping. Het wordt Liverdun een heel oud plaatsje uit de middeleeuwen gebouwd tegen de bergen. 



Napoleon was er ook.

In Liverdun is nog een echte wasplaats, zoals ik uit mijn jeugd nog ken, toen wij in Frankrijk gingen kamperen en mijn moeder daar met de hand de was deed. Sweet memories, wij mochten helpen met het uitspoelen van de was. De wasplaats is afgesloten en wordt nu gebruikt voor tentoonstellingen. 


We krijgen te horen, dat er in het weekend een middeleeuws feest is. Iedereen komt verkleed en ze verwachten 6000 mensen. Op de avond ervoor is er een concert van Acus Vacuum, een Belgische band, met trommels en twee middeleeuwse doedelzakken. Ik houd van trommels in de buitenlucht het klinkt lekker tussen de gebouwen. Machtige instrumenten.  Hier gaan we heen.



Daarna een optreden van drie dames die met vuur dansen. Het is mij ontgaan wat ze uitbeelden. Ik geloof een denkbeeldige oorlog, want er wordt een ijzeren paard in vlammen gezet en rook geproduceerd. Het geeft mij in ieder geval een gave foto. 


Het grote feest morgen houden we voor gezien. 6000 mensen in een klein dorp is ons teveel. Op naar huis, via Luxemburg door de Ardennen.  Rond negen uur rijden we het erf op. Het zit er weer op.

donderdag 17 mei 2018

Blyes, Pupillin en Chemily,



We willen via Luxemburg naar huis rijden en verlaten daarom de péage net achter Lyon om richting Beçanson te gaan, om via Nancy en Metz naar Luxemburg te komen. Dit impliceert wel, dat we door Luik moeten, maar wie dan leeft dan zorgt. Op ons mobiel staat een app, die alle leuke potentiële camping plaatsen aangeeft in de vrije natuur. Dat kunnen officiële camper plaatsen zijn maar ook parkeer gelegenheden langs de weg of bij een restaurant of picknick plaatsen. Vooral de laatste soort is voor ons interessant, omdat je als caravan eigenaar niet op kamperplaatsen mag staan (officieel). Niet dat we ons daaraan altijd houden, maar toch. 
Aangetrokken door een interessante beschrijving van een picknick plaats bij Blyes rijden we daarheen. Het is een oude camping municipal, die nu gesloten is. Helaas staat er een bord niet kamperen, dus dat wordt het niet, maar een stukje verderop is een parkeerplaats, dat we als ons plekje bestempelen. De rivier is vlakbij en het gebied nodigt uit tot een wandeling. Water hebben we genoeg voor de nacht.  We maken een heerlijke wandelingen zonder al te veel obstakels door een prachtig ongerepte natuur. 
Het is ons al eerder opgevallen dat er weinig hommels zijn, we komen er slechts af en toe een paar tegen. Mijn poging de hommel vast te leggen mislukt. Hij is sneller dan ik, leeftijdskwestie.

Na weer een paar honderd kilometer gereden te hebben, komen we in Pupillin. Ook zo een plaats waar je nooit komt. Het ligt in de wijnstreek van de Jura. 







Overal zijn wijnboerderijen. Het landschap is heuvelachtig. Als we gaan lopen is het zwaar bewolkt. We gokken erop dat we droog thuis komen, maar helaas weer een bui die ons wenst te omarmen. We zijn geliefd bij de regen. 



De picknick plaats van Pupillin kijkt uit over een dal met wijnstokken. Er staat een barbecue en een rond houten hutje als uitkijkpost.  Wat jammer, dat het weer niet meewerkt, het is erg mooi. Als het zonnetje zich heel even laat zien, maken we snel een foto.




’s Avonds, als de mist opkomt en het landschap kleurt door de ondergaande zon nog een poging. Daarna breekt een hels onweer los en zijn wij blij, dat we binnen zitten. Omdat we nu zonder stroom staan, kan ik niet veel foto’s bewerken.  Als de accu teveel daalt, komt Fred in paniek en moet alles uit. Nu ja het is niet anders. Ik ga maar een boek lezen. Ook internet is aan banden gelegd, door ons mobiel gebruik. Van mijn provider heb ik al een keer een waarschuwing gehad dat ik teveel data gebruik. Ze dreigen dan met het sluiten van je abonnement. Niet handig. 
Normaal wordt de accu van de caravan via de constante stroomdraad van de auto gevoed. Ook de koelkast werkt via deze draad. Om de een of andere reden geeft deze draad slechts 8 volt af i.p.v. de vereiste 13 Volt. D.w.z., dat de koelkast niet werkt onderweg. Niet zo een probleem, want we hebben niets in de vriezer en voor de rest blijft het toch wel koud. We houden er rekening mee met de boodschappen. ’s Avonds gebruiken we gas en dan wordt alles weer goed koud. Ook de zekeringen, die we nagekeken hebben zijn in orde. Een puzzel voor de garage als we thuis zijn.

Vanmorgen regende het weer, daarom is het hier vast zo prachtig groen. Tegen tienen rijden we weg. De dorpjes zijn erg leuk en zo echt Frans. Een heel andere bouw dan een Nederlands dorp. Straks in België is het weer anders. Helaas zijn de bakkers minder dik bezaaid dan gehoopt. En als er eentje is, kunnen we niet parkeren met onze combi. We zijn erg lang, bijna 12 meter. Uiteindelijk vinden we een supermarché, die niet al te groot is. De grote supermarkten zijn leuk, maar kosten zoveel tijd. Rond half twee is het heerlijk zonnig weer en stoppen we voor vandaag. Slechts 112 kilometer op de teller. 




We staan nu in Chemily (picknick plaats) naast een ommuurde burcht aan de Saône. Dat nodigt  uit voor een wandeling langs de oever, die totaal dichtgegroeid is met bomen. Fred heeft lange benen en stapt er zo overheen. Als het hoger is dan 70 cm , is het voor mij een klus, zeker op de schuine oever met glibberige modder.  Mijn broek ziet bruin en groen van de bomen. Lijkt wel of ik incontinent ben. 


In ieder geval is het heerlijk genieten hier, met de vogels op de achtergrond het water dat langs stroomt, de wandelaars, die ons nieuwsgierig bekijken en de rust die er heerst.
Nog 750 kilometer te gaan. Het wordt tijd voor de kapper, schonen kleren en alles moet eens goed drogen. De badkamer ruikt vochtig en dat stinkt, ondanks het feit dat ik zo snel mogelijk het raam open zet. 

maandag 14 mei 2018

Vallée d’ Eyne, Gorge de Segres en op weg naar huis.



De volgende dag zijn we erg nieuwsgierig naar wat deze vallei ons te bieden heeft. We gaan eerst naar het VVV van Eyne, die helaas pas over een paar dagen open gaat zoals blijkt. Dan maar op de bonnefooi. We rijden tot het skistation van Eyne volgens google maps en hopen zo de vallei te kunnen bereiken. Ondertussen is het gaan regenen. De vallei zou iets van 6 kilometer verderop liggen en vol goede moed lopen we tegen de berg op. Het eerste deel valt nog mee het tweede deel is een rode ski-piste. Er ligt nog sneeuw her en der. Het zachte regenen is opgehouden er vallen dikke druppels en het onweer ratelt in de lucht. Dit wordt helemaal niets, we keren om. Koud en doornat komen we bij de camping aan. We hebben altijd een kacheltje bij ons. De jassen en tassen gaan onze badkamer in, de kachel aan. Dat droogt wel weer.





De volgende dag is het weer iets beter. We ondernemen een nieuwe poging, maar nu via de aangewezen route. Een zeer smal wandelpad kronkelt zich vanuit het plaatsje Eyne naar boven. We ontmoeten de nodige stenen, waar we weer overheen klauteren. Niet echt een voetpad naar de hemel. Maar we houden vol, ondanks het feit dat het weer regent. We zien wel bloemen,  maar niet de beoogde pracht. Het is gewoon nog te vroeg. Een paar dagen later verteld de VVV juffrouw ons, dat we in juni/juli terug moeten komen. Helaas. Na meerdere uren lopen houden we het voor gezien.  Dag vallei, tot betere tijden.
Estavar ligt vlak bij de spaanse enclave Llivia. Je kunt er te voet heen voor de boodschappen. Het is er super Spaans, gelukkig spreken ze wel Frans, anders hadden we de hele super niet gevonden.  



Na een rustdag ondernemen we een tocht naar de Gorge du Serge. Het is prachtig mooi, de weg loopt tussen de geweldig imponerende stijle bergen. Er wordt hier ook geklommen. Naast ons stroomt een rivier, met veel lawaai. Het water kolkt en draait rond de stenen, een witte watermassa  werpt zich het dal in.  Wat een natuurkracht. 



Op de rotsen strijden planten om een plaatsje. Steenbreek, maagdenpalm, bosviooltjes zie ik en witte bloemen, waarschijnlijk grootbloemige muurbloem. Een plek om van te genieten.


Het VVV is inmiddels open en we krijgen een wandelroute door de bergen aangeprezen. Mooi gaan we doen. Eerst via een koeienpad richting bergtop en dan naar beneden, om weer bij de auto terug te keren. Wij zijn super sterk in verdwalen, gelukkig komen we er deze keer wel uit met behulp van onze mobiel. Toch handig, dat je simkaartje nu ook in het buitenland geldig is.  Tot onze vreugde vinden we zomaar gentiaan en milka koeien. Dat was gewoon leuk zonder al te veel hindernissen. Mijn conditie blijft gewoon prut, maar het is niet anders.


Milka koeien

Ja en dan komt toch de dag dat we weer terug moeten. Het weer belooft alleen maar slechter. Ik zie dat de temperatuur drastisch daalt. Het onweert en bliksemt boven de camping, grote hagestenen komen naar beneden. ’s Nachts hoor ik geluiden die ik niet thuis kan brengen. ‘s Ochtends is de wereld wit en het geluid komt waarschijnlijk van afschuivende sneeuw. Fred rekent af bij de camping mevrouw, die zit te bibberen in haar hokje.
Geen kachel aan en zo koud. Ze mompelt iets over de sneeuw, maar de echte inhoud van haar verhaal is voor Fred onduidelijk. 




Terug rijden we door de Pyreneeen Het is onwerkelijk mooi. De bergen met de verse sneeuwlaag als poedersuiker rond de bergstructuren. De wegen zijn schoon het wintersportgevoel is daar met de zon en de blauwe lucht. We stoppen regelmatig voor een foto. 
Als we in het binnenland langs een wijngaard komen waar een plekje langs de weg is stoppen we. Kunnen we nog een beetje lopen. 


Vandaag was een echte verkeers-rampen dag. Het blijkt dat de Franse spoorwegen staken en het is zo vreselijk druk op de weg. Eindeloos zitten we in de file. Montpellier zit vast, Nimes zit vast en ga zomaar door. Dit is niet leuk. Ondanks het feit dat we de hele dag gereden hebben zijn we maar 250 kilometer op geschoten. Doodmoe vinden we rond half zes een camping. Een echte min-dag.


zondag 6 mei 2018

Rond Olot en Vulkanen



De volgende dag gaan we wandelen in het “magische” bos, zoals de gids op de parkeerplaats het bos,  aan de voet van de vulkaan, aanprees. Het is een heel oud bos. Het pad is bezaaid met stenen, af en toe wel erg grote. Fred trekt de bolderkar. Echt handig is het niet,  we hadden niet op die stenen gerekend. De wielen blijven haken, iedere keer dragen we hem dan verder. Gratis fitness training. Het bos is oud en groen. Dicht begroeid met weinig open plekken. Het kan dan wel magisch zijn, Joost mag weten waarom,  het bos is zo bos, dat ik er bijna depri van word. Mogelijk is dat de magie. Als er na drie kwartier sjouwen geen verandering komt, draaien we om. 
De volgende dag gaan we weer richting El Mallol, als je niet het dorp ingaat, maar doorrijdt  richting San Brivat d’en Bas,  kom je in de uitlopers van de Pyreneeën.  Fred wil bergstroompjes fotograferen. Op de heenweg rijden we langs een veld vol bloeiende klaprozen. Stoppen voor een foto. De titel van een oude film ,Dokter Polder zaait papavers, schiet in mijn gedachte. Wat een pracht en een overdaad. 










Nadat we de auto geparkeerd hebben gaan we dapper op weg. We lopen langs de rivier de Fluvia, langs een boerderij. Een oude man zit op een bankje te roken, typisch plaatje. De machinerie staat op het erf kleurig in de zon. De rivier stroom veel lager, de bedding is stijl. 
Het pad kronkelt naar boven en gaat over in vier boomstammen, die over de rivier, diep onder ons, liggen. Ik dacht kom op Ien, je kunt het, ga die uitdaging aan. Ik worstel me geestelijk naar de overkant. De cameratas op mijn rug is zwaar. Moet je dit nog doen op je bijna 70ste? Kinderen zullen erom lachen en als vrolijke veulens over de stammen balanceren. Ik haal de overkant en bedenk dat ik zeker zo niet terug ga. Het pad wordt bijna onbegaanbaar en we houden het voor gezien. Ik ben niet meer over de stammen teruggegaan, maar heb een klauterpartij over de rotsen ondernomen. Gewoon op je gat gaan zitten en dan een steen lager kunnen bereiken. Die blijken af en toe verraderlijk los te zitten. We komen heelhuids aan bij de auto. Het was mooi daar. 

Volgende tocht is de vulkaan.  Aan het begin van de wandeling is een parkeerplaats waar het  druk is. Het wandelpad is breed, veel dagjes mensen klauteren naar boven. Vrolijke gezichten, als ze naar beneden lopen. De bomen staan dicht op elkaar. Het is een kwestie van niet nadenken en je ene voet voor je andere zetten. Je komt dan vanzelf boven.  Helaas ook geen doorkijkjes naar de onderliggende weilanden. Je leert wel het landschap lezen met de vulkanen, die zich spits afsteken tegen de achtergrond en de tussenliggende weilanden.  Ver aan de horizon liggen de bergen van de Pyreneeën. 
Boven aangekomen gaat er een trap stijl naar beneden. De oude kraterbodem. Stel dat voor als een enorm groot grasveld. Er staat een kerk op en het lawaai van spelende kinderen galmt in je oren weerkaatst tussen de wanden. Overal zie je groepjes mensen zitten, genietend van de zon. Wij besluiten niet naar beneden te gaan, weilanden kennen we  van thuis, maar verder langs de kraterwand te lopen in de hoop een overzicht te kunnen zien. Helaas is alles te dicht begroeid. 



Op 5 mei rijden we naar Santa Pau een heel oud dorp gebouwd als een burcht in de bergen. Het ligt slechts 10 kilometer van ons vandaan.  Als we weg willen gaan is Fred zijn portemonnee kwijt. Hij weet zeker dat hij ergens moet zijn. Dat wordt zoeken want zijn rijbewijs zit erin en zonder rijbewijs mag je niet rijden. Zo simpel is dat. We keren de hele caravan binnenste buiten. Ik zoek in de koelkast, de wasmand, de kleding kasten. Fred informeert bij de balie en haalt de auto overhoop. Het stomme ding blijft onvindbaar. Onze tassen worden meermalen uit elkaar gehaald, bakken met opladers en boeken overhoop en dat terwijl de de vorige dag niet veel hebben ondernomen. We zijn  wel gaan wandelen, maar ik weet zeker dat hij zijn portemonnee niet bij zich had. Ik geef het op en we rijden naar Santa Pau.  Het dorp is prachtig oud. Gewoon zo uit de middeleeuwen gestapt. Echt de moeite waard. Om er te komen moet je de stadsmuur door een klim van honderden meters. Mensen moeten hier goede kuitspieren kweken.  In de hoge huizen zijn appartementen, de moderne tijd verraadt zich als iemand op zijn balkon internet probeert te vangen.  De toegangspoort is gekronkeld om de vroegere vijanden buiten te sluiten. De markt vierkant met eethuisjes en bloembakken. Kleine staatjes. Leuk. Ik houd wel van de bouwwijze die ze hier hebben, de grote stenen tussen het cement. Ziet er allemaal solide uit.








Op 6 mei besluiten we te vertrekken richting Frankrijk.  De auto is ingepakt. Helaas heb ik niet in de gaten, dat onze pot erg vol zit, hetgeen resulteert in een ware overstroming. Ik zal details besparen, maar aangenaam is anders. Dweilen om te zorgen dat een en ander niet onder kasten verdwijnt, is de enige remedie. Als ik denk alles schoon te hebben blijft het ruiken. Fred zegt waarschijnlijk ligt het onder de grondplaat, die schroeven we er ook af en ja hoor nog meer…. Nu ja de vloer is nog nooit zo schoon geweest. Bij het aanhaken van de caravan wipt de gele banaan, waarop een wiel staat om hem hoger te zetten omhoog en zet zich klem tussen de mover en het wiel. Fred doet een dappere poging hem uit te graven, want we kunnen de auto niet voor de caravan krijgen. Lukt niet echt het opkrikken van het wiel is de enige mogelijkheid.  Het gaat lekker vanmorgen, als je vroeg weg wilt,  want zoiets kost allemaal tijd. Nu ja eind goed al goed en tegen twaalf uur rijden we weg. Het goede nieuws is dat Fred zijn portemonnee terugvindt aan de zijkant van zijn fototas, waar een ongebruikelijke bobbel zat.  



De tocht over de Pyreneeën is prachtig ondanks de aanhoudende motregen. Wat ben ik blij de bergen te zien, ik mis onze jaarlijkse wintersport.  We stijgen tot 1900 meter en hebben af en toe prachtige vergezichten. Ik word er vrolijk van. Opschieten doet het natuurlijk niet met al die haarspeldbochten. Af en toe hebben we een lange sliert auto’s achter ons ook al is het betrekkelijk rustig op de weg. Motorrijders zoeven ons als vliegen voorbij. Hele slierten af en toe die schuin de bochten doortrekken. Je hoort ze vaak niet en zijn er voordat je het weet. 
Ik laat ze vaak passeren als het mogelijk is, maar ze hebben altijd haast schijnt het. Wat is de lol ervan om zo snel mogelijk aan de overkant te zijn en niets te zien van al het moois om je heen?

Estavar.
We rijden door naar Estavar, een camping aan de Franse kant van de Pyreneeën. Het ligt 25 kilometer van de Vallee de l’Eyne, een natuurgebied met een uitzonderlijke flora en fauna. Ik had de tip van onze lieve buurman gekregen. 
Aangekomen op de camping zit er een bejaarde dame achter de receptie en een demente zus in de hoek.  Ik lach naar haar maar geen contact. Ik vraag om een rustige plaats, het is een grote camping en krijg in rap Frans te horen dat het te rustig is. Ik geloof zelfs dat wij de enige gasten zijn. Dat was vroeger wel anders. De camping straalt iets van vergane glorie uit. We kiezen voor internet, dat later ook nog waardeloos blijkt wegens een zeer slechte verbinding. Maar goed na eindeloze pogingen waarbij we steeds blijven hangen op een beveiliging waarschuwing lukt het af en toe. Fred heeft de moed al opgegeven. 
Op het moment dat we de caravan op de mover zetten, slaat de handrem vast. Helaas vergeten naar beneden te doen. (Brrr). Ik vind het vervelend, dat de camping mevrouw op onze vingers kijkt, nu ja dat kan er vandaag ook nog wel bij.  De caravan staat muurvast, er is geen beweging in te krijgen. Dus de auto ervoor, die hem met moeite door zijn rem trekt. Terwijl onze auto zo sterk is, doodeng. Een luide klap als de veer terug springt. Probleem opgelost en we staan.
Eerst naar buiten inmiddels is het tegen vijven. Het is hier mooi en ik zie overal de bergen. Ik ben helemaal gelukkig. 







Onderweg zie ik een grote escargot, het eten ligt hier op staat. Fred maakt een prachtige foto. We hadden gehoopt op een winkeltje, maar dat is er niet. Wel vinden we een brood automaat en samen met de ene hamburger, is dat een prima avondmaaltijd. 
Helaas ligt er hier een lage druk gebied, maar ja een mens kan niet alles hebben als het meer dan 20 graden in Nederland is. Dat is gegund het is kindervakantie tijd.