De volgende dag gaan we wandelen in het “magische” bos, zoals de gids op de parkeerplaats het bos, aan de voet van de vulkaan, aanprees. Het is een heel oud bos. Het pad is bezaaid met stenen, af en toe wel erg grote. Fred trekt de bolderkar. Echt handig is het niet, we hadden niet op die stenen gerekend. De wielen blijven haken, iedere keer dragen we hem dan verder. Gratis fitness training. Het bos is oud en groen. Dicht begroeid met weinig open plekken. Het kan dan wel magisch zijn, Joost mag weten waarom, het bos is zo bos, dat ik er bijna depri van word. Mogelijk is dat de magie. Als er na drie kwartier sjouwen geen verandering komt, draaien we om.
De volgende dag gaan we weer richting El Mallol, als je niet het dorp ingaat, maar doorrijdt richting San Brivat d’en Bas, kom je in de uitlopers van de Pyreneeën. Fred wil bergstroompjes fotograferen. Op de heenweg rijden we langs een veld vol bloeiende klaprozen. Stoppen voor een foto. De titel van een oude film ,Dokter Polder zaait papavers, schiet in mijn gedachte. Wat een pracht en een overdaad.
Het pad kronkelt naar boven en gaat over in vier boomstammen, die over de rivier, diep onder ons, liggen. Ik dacht kom op Ien, je kunt het, ga die uitdaging aan. Ik worstel me geestelijk naar de overkant. De cameratas op mijn rug is zwaar. Moet je dit nog doen op je bijna 70ste? Kinderen zullen erom lachen en als vrolijke veulens over de stammen balanceren. Ik haal de overkant en bedenk dat ik zeker zo niet terug ga. Het pad wordt bijna onbegaanbaar en we houden het voor gezien. Ik ben niet meer over de stammen teruggegaan, maar heb een klauterpartij over de rotsen ondernomen. Gewoon op je gat gaan zitten en dan een steen lager kunnen bereiken. Die blijken af en toe verraderlijk los te zitten. We komen heelhuids aan bij de auto. Het was mooi daar.
Volgende tocht is de vulkaan. Aan het begin van de wandeling is een parkeerplaats waar het druk is. Het wandelpad is breed, veel dagjes mensen klauteren naar boven. Vrolijke gezichten, als ze naar beneden lopen. De bomen staan dicht op elkaar. Het is een kwestie van niet nadenken en je ene voet voor je andere zetten. Je komt dan vanzelf boven. Helaas ook geen doorkijkjes naar de onderliggende weilanden. Je leert wel het landschap lezen met de vulkanen, die zich spits afsteken tegen de achtergrond en de tussenliggende weilanden. Ver aan de horizon liggen de bergen van de Pyreneeën.
Boven aangekomen gaat er een trap stijl naar beneden. De oude kraterbodem. Stel dat voor als een enorm groot grasveld. Er staat een kerk op en het lawaai van spelende kinderen galmt in je oren weerkaatst tussen de wanden. Overal zie je groepjes mensen zitten, genietend van de zon. Wij besluiten niet naar beneden te gaan, weilanden kennen we van thuis, maar verder langs de kraterwand te lopen in de hoop een overzicht te kunnen zien. Helaas is alles te dicht begroeid.


De tocht over de Pyreneeën is prachtig ondanks de aanhoudende motregen. Wat ben ik blij de bergen te zien, ik mis onze jaarlijkse wintersport. We stijgen tot 1900 meter en hebben af en toe prachtige vergezichten. Ik word er vrolijk van. Opschieten doet het natuurlijk niet met al die haarspeldbochten. Af en toe hebben we een lange sliert auto’s achter ons ook al is het betrekkelijk rustig op de weg. Motorrijders zoeven ons als vliegen voorbij. Hele slierten af en toe die schuin de bochten doortrekken. Je hoort ze vaak niet en zijn er voordat je het weet.
Ik laat ze vaak passeren als het mogelijk is, maar ze hebben altijd haast schijnt het. Wat is de lol ervan om zo snel mogelijk aan de overkant te zijn en niets te zien van al het moois om je heen?
Estavar.
We rijden door naar Estavar, een camping aan de Franse kant van de Pyreneeën. Het ligt 25 kilometer van de Vallee de l’Eyne, een natuurgebied met een uitzonderlijke flora en fauna. Ik had de tip van onze lieve buurman gekregen.
Aangekomen op de camping zit er een bejaarde dame achter de receptie en een demente zus in de hoek. Ik lach naar haar maar geen contact. Ik vraag om een rustige plaats, het is een grote camping en krijg in rap Frans te horen dat het te rustig is. Ik geloof zelfs dat wij de enige gasten zijn. Dat was vroeger wel anders. De camping straalt iets van vergane glorie uit. We kiezen voor internet, dat later ook nog waardeloos blijkt wegens een zeer slechte verbinding. Maar goed na eindeloze pogingen waarbij we steeds blijven hangen op een beveiliging waarschuwing lukt het af en toe. Fred heeft de moed al opgegeven.
Op het moment dat we de caravan op de mover zetten, slaat de handrem vast. Helaas vergeten naar beneden te doen. (Brrr). Ik vind het vervelend, dat de camping mevrouw op onze vingers kijkt, nu ja dat kan er vandaag ook nog wel bij. De caravan staat muurvast, er is geen beweging in te krijgen. Dus de auto ervoor, die hem met moeite door zijn rem trekt. Terwijl onze auto zo sterk is, doodeng. Een luide klap als de veer terug springt. Probleem opgelost en we staan.
Eerst naar buiten inmiddels is het tegen vijven. Het is hier mooi en ik zie overal de bergen. Ik ben helemaal gelukkig.
Onderweg zie ik een grote escargot, het eten ligt hier op staat. Fred maakt een prachtige foto. We hadden gehoopt op een winkeltje, maar dat is er niet. Wel vinden we een brood automaat en samen met de ene hamburger, is dat een prima avondmaaltijd.
Helaas ligt er hier een lage druk gebied, maar ja een mens kan niet alles hebben als het meer dan 20 graden in Nederland is. Dat is gegund het is kindervakantie tijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten