Vanuit de Ardennen rijden we richting Eifel
en belanden in Schafbachmühle. Het was best een eind weg, vooral omdat de
heenweg erg onduidelijk is. Google maps leidt ons over wegen die ophouden te
bestaan of totaal niet geschikt is voor onze combi. Een aardige man, die aan de
weg bezig is, geeft uiteindelijk de oplossing. Helemaal omrijden tot in het dal
en dan kom je er wel. Dat is de clue.
Waarom we daar heen willen? In de buurt
(Hellentahl) is een dierenpark met roofvogels en er lopen reeën, paarden en
zwijnen rond. Verder is er een vluchtshow van de vogels.
Tijdens het bezoek aan het park, vind ik de
vogels maar zielig zoals ze in hun hokken zitten of aan een lijntje op de
grond. De bewaker verteld, dat ze uren stil kunnen zitten, omdat het voor de
grote vogels erg veel energie kost, te vliegen. Ze moeten dan minstens zoveel
muizen verschalken om dit weer aan te vullen. Ze maken effectief gebruik van de
thermiek om zo min mogelijk energie te verspillen. Het zijn prachtige vogels.
Maar nu loop ik op het verhaal vooruit. Bij
de camping worden we verwelkomt door een norse mevrouw. Wat is die haar baan
zat, maar goed het is einde van het seizoen. We zullen maar zeggen, dat ze aan
vakantie toe is. Ze geeft haar man de opdracht ons een plaatst te wijzen. Ook
dat gaat zozo. Man zit wel om een praatje verlegen en verteld over de melkweg
die te zien is en dat hij op de Stromboli geklommen is voor het fotograferen
van de berg. Later laat hij ons foto’s daarover zien. Hij is er erg trots op,
want behalve dat het een heel zware klim was, gaf het ook nog mooie plaatjes.
De werkloosheid in het gebied is hoog, al zie je dat niet af aan de huizen. De
Duitse huizen zien er degelijk uit, goed geïsoleerd en groot.
We blijven een paar dagen plakken en lopen
veel. Berg op en berg af, dat is best zwaar, voor ons vlaklanders. Ik loop ook
nog eens met een zware rugzak, die ik af en toe vervloek.
De camping is mooi gelegen in het dal. Het
plekje hebben we voor ons alleen. Als Fred s’avonds naar de sterren gaat kijken,
legt hij een emmer over het enige lichtje. De Nederlands bovenburen, die een
half uur later hun honden uitlaten, zijn
woedend want nu kunnen ze het pad niet meer vinden. Maar ze vinden wel de weg
naar onze caravan.
Ach ja……
Vanuit de Eifel vertrekken we naar Trier.
Fred wil de Porta Nigra zien.
Een Romeins bouwwerk uit de 2de eeuw, dat
herinnert aan de Romeinse tijd. Mannen met Romeinse kleding lopen rond. En het
fort is inderdaad zwart. Het is een beschermd gebouw door de Unesco.
Fred had mij een zicht op Trier beloofd op
de camping, tegenover Trier, maar dat valt tegen. Trier is met de fiets onder
handbereik, langs de hele Moezel loopt een fietspad.
Zicht op Trier |
Romeinse brug naar Trier. |
Trier is een moderne grote stad, met
waanzinnig veel ijssalons, cafee’s en restaurantjes. Het doet gezellig aan.
Het weer is goed en warm, dus blijven we
drie dagen hangen. Als we uitgekeken en gefotografeerd zijn, besluiten we naar
het circus te gaan. De tent staat bijna naast de camping. Kaartjes zijn snel gekocht
voor de voorstelling en vol verwachting gaan we erop af. De groep heet Flic
Flac. Waarschijnlijk is het een Oost Europeaanse groep. Hun acts zijn
fantastisch alles op acrobatiek gebaseerd. Wat ik eng vind is het feit dat niemand
gezekerd is. Vooral als ze drie manlagen hoog over de trapeze gaan. Motorcrossers
lanceren zich vanaf een springschans metershoog door de lucht waar ze stunts
uithalen. Werkelijk indrukwekkend. Het is allemaal erg vernieuwend. Ballen doe
je niet gewoon op een tafel, maar in een perspex kooi, waarbij je gebruik maakt
van de wanden.
Het was meer dan de moeite waard al met al.
We verlaten Trier en rijden naar
Donauwörth. In die buurt moet een fotowinkel zijn waar we willen kijken. Als we
er heen gaan, blijkt het echter een groothandel te zijn die alles via internet
doet. Kom je niet ver mee, want het is alleen maar kantoor en geen winkel.
Het gebied hier is vlak veel akkergrond.
Mais voornamelijk, maar ook suikerbiet en aardappelen.
Het stadje Donauwörth is heel oud met
allemaal fleurig gekleurde huizen. Leuk dat we het gezien hebben, zo Bayerisch.
En het fietsen door het vlakke land is
een makkie.
Vandaag veel gelopen 12 km in de
bloedhitte. Tijdens de wandeling worden we verrast door een veldje wilde
krokussen. Prachtig. Er is nergens een restaurantje om even uit te puffen en te
drinken. Fred wilde naar een bos lopen, maar achteraf was dat nog verder. Mijn
knie protesteert nog steeds hevig en het kost daarom dubbel zoveel energie.
Maar we houden vol.
Morgenochtend wordt het weer slechter, dus
tijd om te vertrekken, richting Bayerische Wald. Omdat de herfst al aardig
kleurt willen we daar langer blijven. We hebben hier en daar al paddenstoelen
gevonden, ik kan me verheugen op een
maaltje boleten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten