zondag 2 juni 2019

Valdres.


Het is onze bedoeling om een rondje te rijden. Dus eerst naar het Noorden via  Jotunheimen, dan richting Bergen via de Sognefjord. Retour richting Oslo,  dan naar Zweden om de brug naar Denemarken te nemen.  Of we dit ook daadwerkelijk gaan doen is de vraag, maar de intentie is er. 
We passeren de Gausta pas met een top van 1260 meter. Er ligt sneeuw en de meren zijn deels beijst. De kleuren zijn prachtig door het zonlicht. De aanblik is zo overweldigend dat ik maar een foto genomen heb. 


Soms zijn dingen te groots om vast te leggen. Vandaag hoorden we dat er zelfs een lift in het gebergte is geboord om toeristen boven te brengen. Nu ja, dat hebben we gemist. Het was al laat toen we hier aankwamen en we wilde nog een vrij plekje zoeken. 




Dat vonden we uiteindelijk langs een klein weggetje. Het was er super hobbelig en scheef. Daarom de matten direct op de grond gelegd en ik heb de hele nacht met twee stenen gestoeid waarvan een onder mijn heup lag of elders op een verkeerde plek. Ach ja dat is kamperen. De muggen zwermen hier overal. Onze elektrische muggenmepper maakt overuren. Gelukkig zijn ze zo traag dat je ze uit de lucht kunt meppen. Hebben we meteen ons dagelijks spelletje tennis gehad. Waarschijnlijk nog het jonge muggen met weinig vliegervaring. 
Het overnachting plekje is wel onwaarschijnlijk mooi. Het bos is bedekt met allerlei soorten mos. IJslands mos en groen mos wisselen elkaar af. Dode bomen vormen grillige figuren. Het is er doodstil.
De volgende dag miezert het en pakken we razendsnel in om de boel droog te houden.  Ik moet bekennen dat dit niet geheel vlekkeloos verliep. Ach ja soms zijn we beiden gewoon moe en koud. 
De tent vouwen we op, die gaat direct achter de achterbank. Dat is makkelijker dan het oprollen. Mijn slaapmat gaat vol in de auto, die van Fred rollen we op, omdat we die met een pomp kunnen opblazen.  


We besluiten op zoek te gaan naar een camping want na een kleine week zwerven wordt het tijd de haren te wassen en een lekkere warme douche te nemen. We vinden toevallig een kleine camping. Het sanitaire blok stinkt naar de insecticide. Maar de douche is warm, al past de kop niet in zijn houder. Met een beetje behelpen voel je je dan weer schoon.  Ik heb meteen een wasje gedaan op de hand,  omdat de zon morgen zou schijnen. Die kan dan de hele nacht mooi uithangen.
De volgende dag hebben een tocht gemaakt door de Valdres vallei. De weg door het gebied is een onverharde weg. Overal kwam water naar beneden met kleine of grote hoeveelheden, vaak uitlopend in een meer. 



 Langs de meren de typische zomerhuisjes met of zonder sauna. Toevallig komen we in contact met een boer die vertelt dat hij een groot deel van het gebied in bezit heeft. Hij is trots op zijn land en niet zonder rede,  want het is prachtig. In de winter is het totaal onbereikbaar en voor hem was het weer de eerste keer dat ze naar hun zomerhuisje gingen. Er liggen gekapte bomen voor de houtindustrie. In het dal hadden we al een houtzagerij gezien. 





Op dit ogenblik regent het, het klettert gezellig op de tent. Morgen rijden we weer verder. Ik zit op mijn matrasje te typen en echt lekker is dat niet, want je zit door je rug heen. Morgen gaat Fred de poten van onze stoelen korter maken om te zien of die dan makkelijker in de tent kunnen. Dan hebben we meteen een steuntje in onze rug. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten