Asilah,
Er zijn veel strandvogels en in de lagune geloof ik kraanvogels.
Om zes uur opgestaan, ondanks het feit, dat ik me
voorgenomen had nooit meer vroeg op te staan. De boot vertrekt om tien uur en
je moet een uur tevoren in de haven zijn. We schatten, dat het anderhalf uur
rijden is. Er zijn altijd die laatste moment klussen, zoals elektriciteit
binnen halen, gas en water afsluiten en de pot moet leeg. Onze timing loopt
perfect en om kwart over zeven rijden we weg. Het is nog rustig, het schiet
lekker op. We krijgen een cadeautje mee, prachtige wolken door de opkomende zon.
Bij de haven de bekende drukte. Eerst aan een boarding pas
komen, die men voor je tegen de nodige Dirhams wil regelen. Dit kunnen we zelf
ook. Dan langs de politie om een stempel te krijgen, dat we vertrokken zijn en
dat we onze auto of caravan niet achter gelaten hebben. Je gaat tenslotte van
Afrika naar Europa. De douane door, met nog een stempel. Het duurt altijd lang,
maar we zijn nu vertrouwd met de procedure.
De scanner is kapot het geheel wordt verbouwd. Een douanier
komt kijken of we geen ongeoorloofde waar aan boord hebben en of er geen
verstekelingen zijn. Vooral dat laatste is van belang. Ik hoorde, dat er een
camper was gesnapt met vier verstekelingen in de kast en onder het bed. Bij ons
alles op slot om dit te voorkomen. De haven is giga groot. We moeten naar pier
treize, ik begrijp 13, als zijnde Frans. Nu die is er niet, blijkt het treis te
zijn, hetgeen drie in het Spaans is. Een Spaanse maatschappij, dus een Spaanse
bemanning. We staan rustig te wachten. Fred merkt op dat het al kwart voor tien
is en dat ze mogen opschieten –de optimist. Het vervelende is, dat je nooit weet hoelang
het duurt en wat ze willen. Er worden vrachtauto’s geladen, weer allemaal
achterste voren. Uiteindelijk zijn tegen elf uur de personen auto’s aan de
beurt. Die gaan er voorwaarts in. Het is niet erg druk, dus mogelijk kunnen we
aan boord keren. We zien wel als we over zijn.
En dan weer wachten met koffie. Boekje erbij. Tegen twaalf
uur klinkt de fluit en zijn we weg. Het is maar een klein uurtje varen. Aan de
overkant gaat het allemaal sneller. Eerst de vrachtauto’s eruit en dan kunnen
we inderdaad ronddraaien. Het Roll on Roll off systeem is in deze oude boten
nog niet uitgevonden.
Aankomst in Algeciras |
Ja……. en dan ben je in de geordende wereld. Geen
overstekende mensen meer op de snelweg, geen taxi’s die voor je neus stoppen.
Hekken rond de weilanden om vee binnen te houden. Geen moskee die oproept tot
gebed. Ik merk dat ik dat geluid nu zelfs mis, zo waren we eraan gewend. Maar, een prachtig landschap, want mooi is
Andalusië wel. We strijken aan het eind van de dag neer op een camping bij Alcalá
de Los Gazules. De camping ligt in een dal omgeven door bergen. Een mooi wandel
gebied, maar we willen door. Via Portugal, Spanje en Frankrijk naar huis. Dit
is weer zo een paradijsje om terug te komen.
We hebben een reisschema opgesteld. Zodat we eind februari
thuis zijn. In dat schema is ruimte om op interessante plaatsen in Portugal
iets langer te blijven.
De dag erop in Isla Cristina gestaan. Een vissersdorp, met
grotere en modernere boten dan in Marokko. Aan het strand worden kokkels
gevangen door met een net, dat over een bak gespannen is, over de bodem te
schrapen. Achter de bak een autoband om het net op spanning te houden. Een vernuftig systeem. De bak schept zand, dat
door de achterwaartse beweging van de man, die de bak trekt, wordt gefilterd en
de kokkels blijven achter in het net. Puur handwerk en wel koud, want ze staan
met hun voeten in het water op een zandplaat.
Er zijn veel strandvogels en in de lagune geloof ik kraanvogels.
Een jukel van een kwal. |
We gaan in het plaatsje lunchen, dan hoef ik vanavond niet
te koken. We bestellen gegrilde gamba’s met brood. De gamba’s zijn mooi gekruid
en liggen op zeezout. Echt een traktatie. We zijn deze temperaturen van rond de
10 graden niet meer gewend. We eten met dikke jas aan .
Na ons boodschappen rondje zijn we weer terug, morgen
verder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten