woensdag 24 juni 2015

Zeilen op de Willem Jacob.

Zondag avond melden wij ons om half acht bij de haven. Daar ligt de Willem Jacob een een-mast klipper. Op internet had ik het volgende gevonden:

De Willem Jacob is bijzondere klipper, gebouwd in 1889.  Bovendeks is het authentieke schip gericht op sportief zeilen. Benedendeks is een comfortabele accommodatie voorzien van open haard, veel daglicht en comfortabele banken. Afgelopen jaren is het schip volledig gerestaureerd.  

Dat belooft wat. De schipper heeft het schip op zijn 19de gekocht en met behulp van vrijwillers volledig gerestaureerd. Wij hadden al ontdekt, dat er geslapen wordt in stapelbedden. We vroegen ons af hoeveel ruimte er tussen twee bedden zou zitten. Ik gok op een meter, Fred op 30 cm. Nu er zat helemaal geen ruimte tussen, gewoon 22 bedden aan elkaar geregen.

Het ruim is gezellig. Een grote tafel met daarop koffie, thee en koek verwelkomt ons. Banken langs de zijkant, stoelen rond de tafel. Het interieur is wit geschilderd. De grote openhaard is met daarvoor een bank oogt uitnodigend. We maken kennis met de mede reisgenoten en schipper Tjerk. Hij vertelt ons het nodige over het schip en zijn bemanning. Er is een gids aanwezig en iemand van de Wadden vereniging.

We varen tussen 8 en 11 uur. Dan gaat het schip voor anker en zal op zeker moment droogvallen op een zandplaat. Daarna wadlopen met uitleg van de gids. Verwacht wordt dat we tegen elf uur weer in Lauwersoog zijn.

 
Het is een snel zeilschip, daarvan getuigen de vele prijzen in de kast. Ooit gebouwd voor het vervoer van stenen. Er wordt van ons verwacht, dat we de handen uit de mouwen steken om het grootzeil en de fok te hijsen. We krijgen op dek hier uitleg over.

Het varen is een hele belevenis. Als we vertrekken is het nog licht, langzaam zakt de zon naar de horizon. De temperatuur werkt niet mee, maar daar zijn we op gekleed. Behalve Fred, die vindt, dat je in de zomer in driekwart broek moet lopen.  Het is een fantastische ervaring de zee, de vallende nacht, de rust en de mooie lucht.
 
Als we om elf uur voor anker gaan, drinken we een heerlijk biertje van de tap en een glaasje wijn. Tegen een uur liggen we op bed.
 
Door de vorm van de romp is er een plank boven je voeten. Je kunt je voeten niet rechtop houden, waardoor je niet op je rug kunt slapen. Voordeel iedereen op zijn zij en geen gesnurk. Is dat even slim bedacht.

 
Veel slapen doe ik niet en om half zes houd ik het voor gezien. Ik mis jammer genoeg net de zonsopkomst.
 
Tegen  half acht wordt het ontbijt geserveerd en daarna het wad op. We krijgen uitleg over de wad dieren. Met een riek steekt de gids in de grond en laat ons de diverse wormen zien.  Het verschil tussen een vrouwtjes krab en een mannetjes krab zit in de buikschild. Die van de vrouw is rond als een bijenkorf die van de man een driehoek. Het schild van de man klapt omhoog en daaronder heeft hij twee piemeltjes. Het vrouwtje heeft twee gaatjes en zo klampt hij zich vast in de branding voor zijn daad.

Ook vervellen krabben volledig. Als ze aan een poot opgetild worden door een vogel, dan laten ze die poot los als overlevingsmechanisme. Hij groeit vanzelf weer aan.

Ze laat schelpen zien met voetjes waarmee ze zich kunnen ingraven. Dan komt de schipper vertellen dat er onweer gemeld is en dat we ons aan boord moeten begeven. Als we er net zijn, begint het te regenen. Het valt allemaal gelukkig mee.
Droogvallen aan het wad,
 

We varen voor de wind terug, magnifiek wat een snelheid dit schip haalt.
 

Als we afmeren zijn we blij dat we dit gedaan hebben, zo vlak na onze terugkomst uit Engeland.
Thuis wacht weer het gewone werk. Deze herinnering nemen ze ons niet meer af.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten