dinsdag 24 september 2024

Stellenbosch.

Stellenbosch is genoemd naar Simon van der Stel. Hij verkende het gebied in 1679 en was onder de indruk van de vruchtbare aarde en de schoonheid. Nog hetzelfde jaar vestigde de eerste kolonisten er zich en is daarom op Kaapstad na, de oudste Europese kolonie. Het is een belangrijk centrum voor de wijnindustrie. De vele eiken in de stad zijn een overblijfsel van de behoefte aan eikenhout voor de wijnvaten. Helaas groeiden de eiken te snel door het warme klimaat en daardoor niet geschikt als wijnvat. Het hout is te sponzig.



Stellenbosch is een charmant stadje met veel witte huizen in Kaaps-Hollandse stijl. Prachtige gevels uit de koloniale tijd. De dorpsstraat is schilderachtig en goed bewaard gebleven.


Fred maakt s’ochtends een stadswandeling. Ik heb teveel last van mijn rug en durf de anderhalf uur wandeling niet aan. Het vele autorijden vraag zijn tol.

Stellenbosch is ook een grote universiteits stad. Tegenover ons onderkomen, een zeer oud herenhuis, met giga kamers, ligt de hortus. Daar breng ik mijn ochtend door. Ik geniet van de plantenweelde. Grote ficussen, vingerplanten, palmen, vetplanten , azalea’s zo mooi, ga maar zo door. Het leuke is dat de viooltjes nu bloeien.

Na elven houd ik het voor gezien.






Fred komt de kamer binnen en verteld zijn verhaal. Na een kop koffie, lopen we de stad weer in voor de lunch. Het stadje heeft veel kunstgalerijen. Prachtige beeldhouwwerken van metaal of giga grote schilderijen. We zijn onder de indruk (ook van de prijzen).

Tegen twee uur wil ik echt wel lunchen. Ons diner gisteravond bestond uit een burger, daar heb ik nu geen zin in. Een uitsmijter is prima. Een gerant voor een restaurant, vraagt of we willen eten. Ik zeg “ja” alleen geen copieuse maaltijd, gewoon sandwiches. Hij kijkt me aan en begint breed te lachen. “Well, we have bread, eggs bacon, so we could do this”. Ook nog een tomaatje? Het is geregeld. We gaan naar binnen in het oudste huis van Stellenbosch. Drukke stemmen uit de keuken. Ook lachen. Uiteindelijk staat de uitsmijter-sandwich voor onze neus met een heerlijke kop koffie. Later blijkt dat dit een 5 sterren restaurant was. Leuk toch?


Daarna nog wat rondgelopen. Soms zie je iets dat leuk is. Ik ben op zoek naar een t-shirt voor zoonlief, hier niet te vinden, tenzij je 80€ uit wilt geven. Misschien heeft Kaapstad meer mogelijkheden.


Op naar Kaapstad.

Iemand raadde ons het West Coast National Park aan, omdat het daar het begin van bloeitijd is. Vanuit Stellenbosch steek je over naar de andere kust aan de Zuid Atlantische Oceaan. Aangekomen blijken we, ondanks het feit, dat het maandag is, niet de enige te zijn. Onderweg is het landschap veranderd in groene weidegronden over lage heuvels. Het kustgebied is als de Nederlandse duinen, alleen is het zand echt magische wit. Het gebied is een landtong aan twee kanten omgeven door water, onderhevig aan eb en vloed. Naast fietsers, die hier hun rondje rijden, recreanten die de braai gebruiken en gezinnen, heel veel dagjesmensen. Als we bij het “bloemen” gedeelte aankomen, lijkt het op de Nederlandse heidegronden. De heide is vervangen door blauwe margrieten. Tussendoor ook goudsbloemen, die een mooi contrast vormen. In de verte een zebra of springbok. 







Later rijden we richting zee, die prachtig is, doordat hij zo woest tekeer gaat tegen de rotsen.  Wat een golven, wat een uitdaging voor vroegere vissers. 




Als we in Kaapstad aankomen, is het vinden van het onderkomen een uitdaging, door het een richtings verkeer. Google heeft er geen kaas van gegeten. Na drie keer een verkeerd rondje gereden te hebben, neem ik een willekeurige weg en zowaar nu kom ik er wel. 

We zijn ondergebracht in een groot oud huis, niet zo royaal als de laatste keer, maar meer dan voldoende. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten